Bloodborne is ook tien jaar later nog een perfecte game
Dertig felicitaties per seconde
In een decennium kan een hoop gebeuren. Je kunt drie keer van baan wisselen, een huis kopen, trouwen en zelfs de dertigste verjaardag van PlayStation vieren met een gelimiteerde PlayStation 5 van ruim duizend euro. Toch niet de minste wapenfeiten. Tegelijkertijd verandert er weinig. Bloodborne blijft steken op dertig frames per seconde, zelfs als je een PS5 Pro hebt. 3653 days gone en er is nog steeds geen remaster in zicht.
Het verstrijken van al die jaren zet aan het denken. Nog iets langer geleden vloog ik ter ere van PlayStations twintigste verjaardag naar Londen om daar vroege versies te spelen van The Order: 1886, Until Dawn, Tearaway en Bloodborne. Het was de blessuretijd van extravagante perstrips, en voor Fromsoftwares nieuwste game had de organisatie een hele begraafplaats nagemaakt, inclusief een rookmachine voor de authentieke ervaring.
Aardappèl
Daar zette ik mijn eerste stappen in het nu zo vertrouwde Yharnam, de stad waarin Bloodborne zich afspeelt. En volgens mij had ik ook nog een interview met regisseur Hidetaki Miyazaki, al kan ik me daar niets meer van herinneren. Wat me wel altijd is bijgebleven is dat ik ’s avonds tijdens een diner tegenover hem zat en hij me via een handgebaar vroeg of ik de aardappelen aan kon geven.
Ik zou nu een heel verhaal kunnen ophangen over hoe toen pas echt doordrong wat Miyazaki voor ogen had met non-verbale communicatie als spil van het coöperatieve multiplayeraspect in de Souls-games. De realiteit is dat ik het vooral een grappige anekdote vind. Het is ook exemplarisch voor de onverwachte wending die mijn leven had genomen, waardoor ik me ineens aan een tafel bevond met een van mijn helden. En toen moest zijn meesterwerk nog verschijnen.
Fear the old framerate
Ik denk de laatste weken vaker aan Bloodborne. Dat begon toen de netwerktest van Nightreign eindigde. Wat Nightreign is voor Elden Ring, dat was Bloodborne voor Dark Souls: een veel sneller spel met een nog grotere focus op het vechten. Alles stond in het teken van die bloedstollende actie. Voor liefhebbers van dat pure vechtsysteem was er geen weg meer terug. En dat begreep Miyazaki ook, want een jaar later nam Dark Souls 3 veel van de verbeteringen (en versnellingen) van Bloodborne over.
Het maakt dat de PS4-game ook vandaag de dag nog heel flitsend voelt, ondanks de belabberde beeldverversing. Start Bloodborne op en je zit er meteen weer in. Pak de Saw Cleaver (of een van de andere wapens) en je zit in principe gebakken voor de rest van het spel. Het is niet zo dat je jouw personage weer helemaal vanaf nul moet opbouwen, zoals in een Elden Ring. Althans, je gaat in Bloodborne vooral veel sneller van nul naar honderd.
A hunter must hunt
Alles is erop gebrand dat je de confrontatie opzoekt met iedereen die je maar tegenkomt. Outfits zijn vooral een kwestie van smaak, het upgraden van wapens is versimpeld en je levensbalk aftoppen gaat met een bloedspoed. Het heeft zelfs een eigen knop gekregen. Alsof dat nog niet duidelijk genoeg was, kun je een deel van je opgelopen schade ‘terugwinnen’ door meteen weer een mep aan je tegenstander te verkopen. Actief-agressief, zo zou je het kunnen noemen.
Natuurlijk is Bloodborne meer dan puur knokwerk. Het vertelt een horrorverhaal dat op kosmische wijze ontspoort. Wat begint als een simpele strijd als hunters tegen bloeddorstige beesten, blijkt meerdere eeuwen, beschavingen en dimensies te beslaan. De nacht is lang en vol verschrikkelijke ontdekkingen, prachtig samengevat in het ruim honderd pagina’s tellende The Paleblood Hunt.
Dit gratis document is een interpretatie van alle lore rondom Bloodborne, opgetekend door een groot liefhebber van de game. En reken maar dat ik elke pagina aandachtig heb doorgelezen. Ik had behoefte aan meer kennis, meer insight en vooral meer Bloodborne, tegen beter weten in. In de jaren erna heb ik de game daarom nog vaak opnieuw gespeeld. Met de Kirkhammer, de Holy Moonlight Sword, Logarius’ Wheel, noem ze maar op. De keuze is minder reuze dan in de Souls-spellen, maar dat deert niet. Dankzij de strenge curatie bouw je juist een intieme relatie op met je wapen. Het wordt van jou.
Van de makers van
In aanloop naar de tiende verjaardag ben ik aan de zoveelste run begonnen, dit keer met Simon’s Bowblade. Een zwaard én een boog? Wat wil een mens nog meer! Al moet ik het wapen eerst nog maar eens zien te bemachtigen, want daarvoor heb je toegang nodig tot de dlc. Die uitbreiding, The Old Hunters, maakte een toch al complete game helemaal af. Een tweede trukendoos aan wapens, baasgevechten op het scherpst van de snede en een nog diepere duik in het donkere verleden van de hunters. Het maakt niet uit hoe vaak ik Bloodborne opnieuw doorspeel, het smaakt elke keer weer naar meer. In Yharnam voel ik me thuis.
Toch wil ik geen Bloodborne 2. Miyazaki moet lekker een nieuwe game gaan maken. Het liefst iets kleinschaligers, zoals Sekiro: Shadows Die Twice, maar dan met alle kennis die de studio sinds Elden Ring en Armored Core 6 heeft opgedaan. In dat doorontwikkelen is Fromsoftware heer en meester. Daar hebben ze helemaal geen direct vervolg voor nodig. Laat Bloodborne maar gewoon voor wat het is: de perfecte game. Ook al draait ‘ie nog steeds als op een aardappel.