Waarom consumentenbonden het vuur openen op ‘manipulatieve’ gamemakers
‘Een schending van consumentenrechten’
Het is een verdienmodel dat in de afgelopen twee decennia razend succesvol is gebleken: in-game winkels met battle passes, skins, lootboxes en andere virtuele prularia die te koop zijn voor virtuele muntsoorten. Verscheidene liveservicegames zitten vol microtransacties, of ze nu gratis zijn of bij aankoop al een gat in je portemonnee vormen. Volgens Europese consumentenorganisaties moet het daarmee afgelopen zijn en is het hoog tijd dat ontwikkelaars op de vingers getikt worden.
De Nederlandse Consumentenbond diende deze maand samen met 21 andere Europese organisaties, onder de noemer BEUC, een klacht in tegen zeven verschillende gameontwikkelaars. De klacht betreft in het bijzonder Diablo 4, EA Sports FC 25, Fortnite, Minecraft, Roblox, Clash of Clans en Rainbow Six Siege. Volgens de BEUC zouden de ontwikkelaars van deze games manipulatieve tactieken gebruiken om (jeugdige) spelers aan te zetten tot het aanschaffen en uitgeven van in-game valuta.
Prijskaartje
“Er zijn allerlei regels voor aankopen die normaal gesproken gelden in het consumentenrecht en die (door videogameontwikkelaars) niet worden gerespecteerd”, vertelt de woordvoerder van de Consumentenbond aan Gamer.nl. “Als je iets koopt - niet met geld, maar met een ander soort valuta - dan gelden die regels nog steeds, maar zij vinden blijkbaar dat dat niet voor hen geldt en daar zijn wij het niet mee eens.”
De Europese wet- en regelgeving, in de vorm van het Digital Content Directive, specificeert dat consumenten dezelfde rechten genieten wanneer ze iets met virtuele valuta kopen, als wanneer ze dat met ‘traditioneel’ geld doen. Ook volgens consumentenrechtadvocaat Jeroen Lubbers zou dit geen verschil moeten maken. “Het is voor de toepassing van het consumentenrecht irrelevant of producten met echt geld of met in-game valuta worden betaald. In beide gevallen is er sprake van een professionele aanbieder die tegen betaling items aanbiedt.”
Om deze reden zien BEUC en de Consumentenbond verscheidene problemen met de manier waarop gameontwikkelaars op het moment in-game valuta implementeren. Zo staat de prijs van de producten die met in-game valuta worden aangeschaft niet vermeld in euro’s, wat onduidelijkheid zou scheppen. “De prijzen worden eigenlijk gewoon verhuld,” oppert de woordvoerder van de Consumentenbond. “Er wordt een soort rookgordijn opgetrokken. Ze zijn niet transparant over de daadwerkelijke kosten die je betaalt.”
De European Games Developer Federationis het echter oneens met het standpunt van de BEUC. Deze overkoepelende organisatie, waar ook de Dutch Games Association lid van is, komt binnen de EU op voor de belangen van gameontwikkelaars en is van mening dat het aanschaffen van in-game valuta en de aankopen die daarmee gedaan worden twee verschillende soorten transacties zijn. Volgens Jari-Pekka Kaleva, de algemeen directeur van de EGDF, zouden de Europese consumentenrechten juist niet voor in-game aankopen moeten gelden. “Wij zien in-game valuta als onderdeel van de game, terwijl de BEUC het ziet als een vorm van geld waar een bepaalde monetaire waarde aan zit”, zegt Kaleva. “Wij vinden het juist belangrijk dat de consument begrijpt wanneer er geld voor in-game content ingewisseld wordt en dat is op het moment dat je (in-game valuta) koopt.” Het weergeven van prijzen in euro’s zou volgens hem juist voor meer verwarring kunnen zorgen en de indruk kunnen wekken dat in-game valuta monetaire waarde hebben. “Spelers zouden kunnen denken dat het niet alleen in-game content is, maar ook een soort crypto die op een bepaalde manier echt geld waard is. Dat zou misleidend zijn.”
Transparantie
Niet alleen duidelijkheid over de prijs, maar ook de transparantie over het aanschaffen van producten en de voorwaarden daarvan is voor de BEUC een pijnpunt. Omdat in-game valuta vaak alleen in bundels wordt verkocht, staat de waarde hiervan niet vast. Ook dit zou volgens de klacht van BEUC voor minder inzichtelijkheid zorgen, omdat spelers ervan uitgaan dat een grotere bundel voordeliger is, terwijl dit verschil niet altijd makkelijk te zien is. In het geval van Minecraft is het zelfs zo dat je per Minecoin meer betaalt als je een grotere bundel aanschaft.
Daarnaast staat in de voorwaarden van vijf van de zeven genoemde games, waaronder FC 25 en Rainbow Six Siege, dat de ontwikkelaar functies zonder pardon mag verwijderen, waardoor spelers hun inleg in de game zomaar kunnen verliezen. Ook wordt er vermeld dat er nooit sprake kan zijn van terugbetaling, dus ook niet wanneer bepaalde functies niet werken zoals verwacht, wat door de BEUC als oneerlijk wordt beschouwd.
Volgens Lubbers is de communicatie over dit soort voorwaarden ook van juridisch belang. “Consumenten hebben altijd recht op een deugdelijk product en daar zit een wisselwerking in met de informatie die wordt verstrekt,” vertelt hij. “Welke verwachtingen mag jij hebben als je ergens duidelijk over wordt geïnformeerd? Maar goed, dat gebeurt vaak niet. Als je bijvoorbeeld iets koopt in een game en twee maanden later trekt de uitgever de stekker eruit, dan kan daar in de kleine lettertjes wel iets over staan, maar je gaat er bij de aanschaf van een in-game product niet vanuit dat je het maar twee maanden kan gebruiken. Mijn vermoeden is dat als een consument daarover gaat klagen, dat hij van een rechter gelijk krijgt. Staat het in koeienletters vermeld, dan kan dat misschien anders zijn, maar dat zal een uitgever natuurlijk nooit doen, omdat hij dan verkopen misloopt.”
Dit alles is volgens de Consumentenbond vooral problematisch omdat de games die onder de klacht vallen veelvuldig door kinderen gespeeld worden. “Voor kinderen is het allemaal nog veel minder inzichtelijk dan voor volwassenen, omdat zij minder financiële kennis hebben. Ze worden makkelijker op het verkeerde been gezet,” aldus de Bond. Wanneer ontwikkelaars zich op kinderen richten, moeten er strengere regels nageleefd worden. “Je moet dan (als ontwikkelaar) niet kijken naar de gemiddelde consument, dat is doorgaans een volwassene, maar naar een kind,” zegt Lubbers. “Kinderen zijn minder oplettend, die begrijpen ze minder goed wat ze doen, wat ze kopen en wat voor consequenties dat heeft. Dus moet je aanbod daarop aangepast zijn.”
Hoe nu verder?
De klacht die de BEUC heeft ingediend is gericht aan de Europese Commissie – het uitvoerende orgaan van de EU dat wetsvoorstellen kan indienen – en het Europese netwerk van consumentenautoriteiten. De organisatie hoopt dat er in de toekomst strenger wordt toegezien op zowel de genoemde ontwikkelaars en de game-industrie in zijn geheel, en dat ontwikkelaars verplicht worden tot volledige transparantie en duidelijkheid over prijzen en de in-game producten die zij aanbieden.
Lubbers acht de kans klein dat de Europese Commissie hier op de korte termijn actie in zal ondernemen, maar dat betekent niet dat landelijke toezichtorganisaties dat niet zullen doen. “De huidige wetgeving bevat al voldoende middelen om tegen game-uitgevers op te treden,” laat hij weten. “De aangewezen organisatie daarvoor is de toezichthouder op naleving van het consumentenrecht. In Nederland is dat de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De ACM, al dan niet in samenwerking met toezichthouders in andere EU-landen, zou handhavend kunnen optreden.”
De ACM heeft in mei van dit jaar ook al een boete van 1,1 miljoen uitgedeeld aan Epic Games voor oneerlijke handelspraktijken gericht op kinderen in Fortnite. De aanleiding hiervan waren onder andere timers in de in-game store en teksten als ‘Buy now’, die kinderen zouden aanmoedigen om geld uit te geven. Naast de boete was Epic ook verplicht aanpassingen aan de in-game store van Fortnite te maken. Zo krijgen minderjarige spelers in Nederland geen items meer te zien die minder dan 48 uur te koop zijn. Als de ACM het met de BEUC eens is dat de huidige wet- en regelgeving wordt overtreden, kunnen er fikse boetes worden opgelegd. Daarnaast kunnen ontwikkelaars gedwongen worden aanpassingen door te voeren, waardoor ze niet langer in strijd zouden handelen met de Europese – of landelijke – wetgeving.