Liveservicegame: het is dezer dagen misschien wel de meest uitgekotste term onder gamers. Het roept beelden op van een constante stroom aan plichtmatige rotzooi vol microtransacties, in gang gezet door miljardenbedrijven met een onuitputtelijke bron van hebzucht. Wie denkt er dan nog aan de mooie tijden die dit soort games ook hebben gebracht - en nog steeds kunnen brengen? Helemaal niemand.
Toch wil ik dat bij dezen doen. Het besmette woord ‘liveservicegame’ doet je misschien vooral denken aan enorme mislukkingen. Hyenas van Sega zag nooit het levenslicht, Marathon van Bungie lijkt vol gas op een grote muur af te rijden en Concord is een van de grootste flops uit de geschiedenis van de entertainmentindustrie. Serieus, wat er rond die laatstgenoemde game allemaal mis is gegaan, valt met geen pen te beschrijven. Laten we hopen dat we daar ooit een mooie documentaire over te zien krijgen. Sony had op een bepaald punt zelfs twaalf verschillende liveservicespellen in ontwikkeling. Alle uitgevers zijn veel te nadrukkelijk op zoek naar hun eigen Fortnite-achtige hit, met veelal hilarische flops tot gevolg.
Prachtige herinneringen
De meeste gamers bedanken met bovenstaande horrorverhalen dan ook voor het genre. Zij kunnen de term liveservicegame niet meer horen en willen het liefst dat geen enkele ontwikkelaar zich er nog aan waagt. Toch is dat een beetje kortzichtig, want we hebben enorm fijne ervaringen met liveservicespellen gehad. Online multiplayergames - want dat zijn het in principe gewoon, met de toevoeging dat het de intentie van de ontwikkelaar is om het spel te blijven ondersteunen met nieuwe content - hebben mij zelfs de mooiste gameherinneringen opgeleverd. Bijna iedereen heeft wel zo’n multiplayergame waar je hart sneller van gaat kloppen en waarvan de herinneringen eindeloos lijken te zijn.
Tijdens de coronapandemie speelden talloze gamers bijvoorbeeld Call of Duty: Warzone. Ik vond daar niet zoveel aan, want ik was verslingerd aan Apex Legends. Tot op de dag van vandaag is er geen shooter die zo lekker speelt als het paradepaardje van Respawn Entertainment. De teller staat inmiddels op een kleine tweeduizend uur en in die tijd heb ik zoveel onvergetelijke dingen meegemaakt, overwinningen aan elkaar geregen, tot diep in de nacht met vrienden geluld, met kramp in mijn buik zitten lachen en keek ik telkens weer uit naar nieuwe content. Bovendien heb ik zelfs nieuwe mensen leren kennen. Niet gek voor zo’n smerige liveservicegame!
©GMRimport
Sea of Thieves is een andere favoriet. De zeven zeeën bevaren met een groep vrienden blijft een waar virtueel genot: samen muziek maken, schatten opgraven, vijandige schepen aan gort proberen te schieten of juist proberen nieuwe vriendschappen te sluiten. Dat is waar liveservicegames ook voor kunnen staan: verbondenheid en vriendschap. Iedere dag een appje krijgen van een van je vrienden met alleen de tekst “vanavond weer?” Een goede liveservicegame is bovendien dé manier om een beetje contact te houden met vrienden die je in het dagelijks leven niet of nauwelijks spreekt. Dat is enorm veel waard.
Gaten in de markt
Het gaat alleen mis als miljardenbedrijven zonder visie van de ene op de andere dag besluiten alles in te zetten op het najagen van liveservicesucces. Games uitpoepen in de hoop dat je een succesverhaal als Fortnite of Apex Legends krijgt, is altijd een dom idee. Epic Games had bij de ontwikkeling van Fortnite echt niet het idee om er een gouden melkkoe van te maken. Nee, ze bouwden een game vanuit een visie. Ze voerden een idee uit, waar ze op dat moment in geloofden.
©GMRimport
Fortnite: Save the World kwam al in juli 2017 uit en er was geen haan die er naar kraaide. Zo’n beetje niemand speelde het. Toch bleef Epic Games doorgaan en bracht het niet veel later de battle royale-modus uit. Ze sprongen daarmee in twee verschillende gaten in de markt: het was de eerste battle royale die lekker speelde op consoles en de eerste battle royale met een unieke bouwmechaniek. Dat is een recept voor succes.
En bam, Fortnite ontplofte uit het niets tot een van de grootste succesverhalen aller tijden. Acht jaar later plukt Epic Games daar nog altijd de vruchten van. EA en Respawn Entertainment vulden vervolgens weer een gat door een hero shooter in battle royale-vorm te gieten. Marvel Rivals bouwde voort op het succes van Overwatch door een soortgelijke game te maken met een cast aan personages waar veel spelers al een nauwe band mee hebben. Rocket League combineerde de populairste sport van de wereld met auto’s. Zo zul je bij alle succesverhalen zien dat ze op een manier iets nieuws toevoegen aan de markt, gebaseerd zijn op een sterk idee of bouwen op personages en ideeën waar spelers al een band mee hebben.
Breng de passie terug
Ik roep giganten als Sony dan ook op om nog maar eens naar deze voorbeelden te kijken. De schade aan de line-up en het imago van het bedrijf die hun plotselinge draai richting liveservicegames heeft veroorzaakt, gaan we nog jaren merken. Gerenommeerde singleplayerontwikkelaars moesten zich ineens bezighouden met een online multiplayergame, en dat draaide meer dan eens op niets uit. Het gaat waarschijnlijk nog jaren duren voordat deze ontwikkelaars hun nieuwe projecten met de wereld kunnen delen, met een grote gamedroogte tot gevolg.
Hopelijk is het een harde, maar goede les voor Sony en de rest van de industrie. Een game maak je omdat je ergens in gelooft, omdat je een steengoed idee hebt, of omdat je iets kan toevoegen aan de markt. Dat is de sleutel tot succes. Ga vooral lekker verder met het ontwikkelen van liveservicegames, maar wel alleen als je een idee hebt waar je honderd procent achter staat, tot leven gebracht door mensen met passie, visie en expertise. Oftewel: maak gewoon een ijzersterke multiplayergame waarin we iets nieuws beleven en we een ontelbaar aantal nieuwe herinneringen kunnen maken. Dan hoeft ‘liveservicegame’ echt geen smerige term meer te zijn.