Herinner jij je de zomer van je eindexamen nog? Wellicht niet meer wat er zich exact heeft afgespeeld, maar je weet vast nog wel dat er toen iedere dag wel ergens een feestje was. De eerste paar waren geweldig – misschien zelfs legendarisch. Die van de week erna waren ook nog wel leuk, maar daarna kwam de klad erin. En dan had je nog de allerlaatste, ‘georganiseerd’ door iemand die overduidelijk te laat had meegekregen dat er iets geregeld moest worden. Overwatch 2 is dat feestje. Uit plichtsbesef en met de belofte dat het gratis is maken veel mensen nog wel hun opwachting, maar echt van harte gaat het niet meer.
2.0
Ik kan me maar moeilijk voorstellen dat het ontwikkelteam van Overwatch 2 volgende week in opperbeste stemming zal zijn. Het langverwachte tweede deel verschijnt dan weliswaar eindelijk na jaren vertraging, maar slechts in early access en zonder het verhalende gedeelte, wat de voornaamste reden is dat er überhaupt een ‘2’ in de naam staat. Het Overwatch 2 dat vanaf 4 oktober te spelen is, kun je beter zien als een soort 2.0. De nieuwigheid zit ‘m in het free-to-play-model, inclusief de inmiddels bekende Battle Pass, en dat het nu vijf-tegen-vijf is in plaats van zes-tegen-zes. Dat brengt in theorie een hele hoop extra spelers met zich mee, en in de praktijk vooral twee minder, samen met een hoop veranderingen en verbeteringen die eigenlijk al veel eerder uitgerold hadden mogen en moeten worden.
Natuurlijk zijn er ook een aantal nieuwe maps en speelbare heroes (Sojourn, Junker Queen en Kiriko) toegevoegd, maar dat weegt nauwelijks op tegen de stille en vooral langzame dood die Blizzard het origineel heeft laten sterven. De meest verstokte fans zijn ondanks die droogte altijd blijven geloven in de beloftes van de ontwikkelaar. Daarom voelt het free-to-play-gehalte extra gemeen en gierig. De grootste liefhebbers mogen hun portemonnee trekken of moeten flink grinden, week in week uit, om nog voor het einde van het seizoen met de nieuwste heroes te kunnen spelen. Er is in principe weinig mis met zo’n free-to-play-benadering, maar het voelt niet helemaal fair naar trouwe fans om de belangrijkste nieuwe content, de heroes, achter slot en grendel te plaatsen. Blizzard had op zijn minst het eerste jaar aan heroes vrij beschikbaar mogen stellen, als doekje voor het leegbloeden.
Voor nieuwe spelers zit een groter deel van Overwatch 2 op slot. Zij moeten pakweg honderd potjes spelen om het volledige aanbod aan helden vrij te spelen en mogen pas na vijftig overwinningen meedoen aan de competitieve modus. Hierin gaat het er doorgaans wat serieuzer aan toe en daarom is wat basiskennis over de spelmechanieken en personages wel zo handig. Blizzard kondigde de maatregel vooral aan als onderdeel van een initiatief om valsspelen en giftig gedrag tegen te gaan, maar het vormt tegelijkertijd een behoorlijke drempel voor alle nieuwkomers die wel goede bedoelingen hebben. De ontwikkelaar zit wat dat betreft in een spagaat: er moet genoeg nieuwe aanwas zijn om een gezonde inkomensstroom te garanderen, maar het mag het niet zo zijn dat deze ‘onervaren’ spelers het competitieve speelveld gaan domineren.
Pay-to-Winston
Is het raar dat er na ruim vijfhonderd woorden nog geen woord is gerept over hoe Overwatch 2 speelt? Een beetje wel, maar dat is helaas hoe het is. De lancering wordt overschaduwd door alle negatieve publiciteit die eraan vooraf is gegaan. En bij toch wel een gebrek aan echt nieuwe content trekt het verdienmodel vanzelf de meeste aandacht. Neem bijvoorbeeld de Battle Pass. Toegegeven, er zijn ontzettend veel beloningen te verdienen en alles is vakkundig uitgesmeerd over de verschillende ‘tiers’ van dit progressiesysteem. In die zin ontvangt Overwatch 2 meer nieuwe content dan deel één ooit heeft gekregen. Het probleem is dat je steeds maar iets voor één specifieke held vrijspeelt. De kans is klein dat dit een van ‘jouw’ helden is, zeker omdat Blizzard onlangs nog zei dat de meeste spelers eigenlijk maar een heel beperkt aantal personages spelen.
Wat dit betekent is dat je voor een groot gedeelte aan het grinden bent voor outfits en voice lines van heroes die je helemaal niet speelt, om twintig of dertig tiers verder eens een keer iets leuks voor jouw favoriet te ontgrendelen. Maar om zo snel mogelijk genoeg xp te verdienen voor al die tussenliggende tiers, zul je aan de lopende band uitdagingen moeten doen met heroes die je misschien niet graag speelt. In theorie zorgt dit ervoor dat je deze personages beter leert begrijpen en misschien zelfs wel leuk gaat vinden, maar in de praktijk word je vooral gedwongen om de game op een andere manier te spelen dan je het liefst zou willen.
Geen prijsplafond
Dat kan toch niet helemaal de bedoeling zijn. Het staat ook nogal haaks op de intentie van Blizzard om nieuwkomers een betere spelbeheersing aan te leren alvorens ze los te laten in de competitieve omgeving. Wat is dat waard als je ze ondertussen stimuleert om allerlei heldspecifieke uitdagingen te voltooien voor meer xp. Heb je eindelijk een Roadhog in je team die snapt hoe tanken werkt, is ‘ie alleen maar bezig met het haken van tegenstanders omdat de game je daarvoor 500 extra xp geeft.
Het alternatief is uiteraard om in de winkel een pakket voor jouw favoriete personage te kopen en zo de grind van de Battle Pass te omzeilen, maar de prijs van deze bundels lijkt wel door Eneco te zijn bepaald. Voor omgerekend 20 euro krijg je bijvoorbeeld een legendary skin van Kiriko, samen met nog een emote, een victory pose, een voiceline en een spray. Dat zijn vijf cosmetische items voor twee tientjes. Wil je de hele premium battle pass in één keer ontgrendelen, dan kost dat je meer dan 150 euro. De prijzen zijn ongetwijfeld nog aan verandering onderhevig, maar het belooft niet veel goeds dat Blizzard zo hoog inzet. Voor een ontwikkelaar en uitgever die toch al veel beschuldigingen van anti-consumentengedrag op zijn bord krijgt, is dit behoorlijk verdachtmakend.
Make-Overwatch
En dat is doodzonde, want in de kern is Overwatch 2 een verademing om te spelen. Het lijkt misschien vooral een update, maar in al die kleine details schuilen grote verbeteringen. Alles oogt en klinkt veel strakker en dankzij twee spelers minder per potje is het visueel allemaal stukken beter te behappen. Ook de tergende patstellingen van twee schilden versus twee schilden zijn verleden tijd, waardoor potjes automatisch veel dynamischer aanvoelen. Het van Apex Legends ‘geleende’ ping-systeem helpt bovendien enorm bij situaties waarin je niet via voice-chat met je team communiceert. Met een druk op de knop verschaf je contextgevoelige informatie aan je medespelers, zoals waar je wilt aanvallen of de locatie van een teleporterende Reaper.
Daarnaast beloven de nieuwe heroes en maps veel goeds. Ze zijn overduidelijk ontworpen voor vijf-tegen-vijf-gevechten, wat je bij de personages terugziet in hun mobiliteit en offensieve potentie. Kiriko klautert en teleporteert over het speelveld en voelt daardoor als de Tracer van de support-klasse. Junker Queen is het schoolvoorbeeld van hoe je de tank-rol ook leuk maakt voor mensen die eigenlijk liever dps spelen. En Sojourn is Sojourn. Haar railgun en sliding maken van haar een soort Supersoldier 76. Het kan hierdoor wel een beetje als een domper voelen om met een van de antieke heroes te spelen, zoals Reinhardt en Cassidy, maar die worden ongetwijfeld de komende maanden en jaren verder bijgeschaafd om weer mee te kunnen met de nieuwe generatie. Mits Overwatch 2 tenminste genoeg geld in het laatje blijft brengen om al die nieuwe content en updates te kunnen verantwoorden.
Op de vooravond van de launch is het lastig voorspellen of het tweede deel populair genoeg gaat zijn of worden. Overwatch 2 verschijnt in een wereld waar Fortnite en Call of Duty: Warzone de dienst uitmaken. “The World Could Always Use More Heroes”, zei Tracer ooit, maar is dat nog wel zo? Aan de kwaliteit van het spel en zijn personages zal het in ieder geval niet liggen, aan het beleid en de reputatie van Activision-Blizzard des te meer.
Opmerkingen