Prey (2017) is een ondergewaardeerde parel
Ook ik liet Prey bij lancering links liggen. Ergens in de jaren erna heb ik het spel dankzij positieve word-of-mouth alsnog voor een prikkie opgepikt, maar uiteindelijk ben ik er een paar weken terug pas mee begonnen. Ik had toch een gaatje over tussen Final Fantasy 7 Remake en het aankomende The Last of Us: Part 2. Al snel had ik spijt van het feit dat ik Prey zo lang had laten liggen.
Het hete hangijzer binnen de Prey-franchise is Prey 2, dat jarenlang in ontwikkeling was maar nooit uitkwam. Bethesda had de licentie in handen en besloot Arkane uiteindelijk op een reboot van de reeks te zetten. Een van de oprichters van die Amerikaanse studio is Raphaël Colantonio, die onderdeel was van de kwaliteitscontrole en lokalisatie van diverse EA-games, waaronder System Shock. Het is dan ook geen toeval dat Arkane Bioshock 2 ontwikkelde en met Prey een soortgelijke realistische first-person ervaring neerzet.
Immersie
Het toverwoord bij dit soort games – Prey, System Shock en het tevens door Arkane ontwikkelde Dishonored – is immersie. Prey zet een ongekend realistische spelomgeving neer in de vorm van ruimtestation Talos I, dat rond de maan zweeft en waar een gewelddadige buitenaardse levensvorm genaamd Typhon wordt onderzocht. Na een bizarre introductie waaruit blijkt dat het appartement van hoofdpersonage Morgan Yu niets meer dan een simulatie op het ruimtestation is, moet Yu het inmiddels grotendeels verlaten Talos I verkennen en een manier vinden om het station te vernietigen. De Typhon mogen immers nooit op aarde zien te geraken.
Wat volgt is een spannende tocht door alle afdelingen van het ruimtestation, waarbij vooral de mate van detail en world building in positieve zin opvalt. Aan alles lijkt te zijn gedacht: vertrekken voor de wetenschappers aan boord waar geslapen, gesport en ontspannen wordt, een grootste, open tuin waarin planten kunnen groeien, uitgebreide kantoren en natuurlijk ruimtes waar wetenschappelijke experimenten worden gedaan. Talos I steekt qua indeling vernuftig in elkaar: alle verdiepingen zijn met elkaar verbonden en hebben zo hun eigen sfeer en functie, waardoor het virtuele doolhof overzichtelijk blijft. Verwar het spel echter niet met een metroidvania; hoewel je zo nu en dan terugkeert naar eerder bezochte plekken, is de ervaring daar te lineair voor.
Maar terug naar die grote mate van detail: die is echt indrukwekkend. Elke ruimte staat vol met allerlei grote en kleine objecten, van allerhande kantoorartikelen tot de vele materialen en items die je kunt verzamelen. Computers kunnen afgespeurd worden naar e-mails, plattegronden en codes om deuren en kluizen te openen. Notities en folders liggen overal verspreid om meer te weten te komen over de mensen die Talon I voor de uitbraak van de Typhon bevolkten en wat er zich allemaal heeft afgespeeld.
De actie wordt af en toe onderbroken door segmenten zonder zwaartekracht; bijvoorbeeld buiten het ruimtestation om een scheur te dichten of in de duizelingwekkende luchtsluizen tussen de verdiepingen van het station. Dit alles zorgt er voor dat Prey de meest indrukwekkende en geloofwaardige weergave van een verlaten ruimtestation geeft sinds de eerste Dead Space.
Gameplay
Vergeleken met de geweldige virtuele omgevingen kan de gameplay van Prey soms van ondergeschikt belang aanvoelen. Zeker in het begin van de game, wanneer je skill tree nog niet is uitgebouwd, voelt Morgan Yu wat log en onbeholpen aan. Je wapens zijn nauwelijks schadelijk voor de doodenge buitenaardse wezens die jacht op je maken en je hebt het gevoel dat je je nergens kunt verstoppen.
Gedurende de pakweg twintig uur aan gameplay sterk je jezelf echter behoorlijk aan. Je krijgt betere wapens, voorziet die ook van upgrades en weet bovendien Typhon-krachten te ontgrendelen die het speelveld gelijker maken. De Typhon kunnen bijvoorbeeld in random objecten – zoals een kopje koffie – veranderen om je zo te verrassen, en uiteindelijk kun je hetzelfde doen. Dat is echter wel je eigen keuze: het spel maakt duidelijk dat jezelf uitrusten met Typhon-krachten verregaande gevolgen heeft, gevolgen die je ook daadwerkelijk merkt gedurende het spel. De game bevat niet alleen meerdere eindes, de spelwereld reageert ook anders op je, afhankelijk van welke keuzes je gedurende je speelsessies maakt.
Maar niet alleen de gameplay gaat verrassend diep na het wat terughoudendere eerste gedeelte; ook het leveldesign geeft je regelmatig de keuze om situaties op je eigen manier aan te pakken. Veel ruimtes gevuld met vijanden voelen aan als een soort puzzelkamers. Het loont om zo’n ruimte op voorhand op een veilige afstand te bestuderen en het juiste plan van aanpak te verzinnen. Sluip je via een ventilatorschacht langs die grote alien om ammunitie te besparen – waardoor je misschien juist weer een extra voorraadstash misloopt – of schiet je die gaspijp boven de Typhon kapot om hem in de hens te steken? Door de vele opties in de skill tree – van het hacken van computers tot het tillen van verschillende grote objecten, naast natuurlijk de Typhon-skills – ontwikkel je vanzelf de speelstijl die het beste bij je past, en de omgeving houdt met al deze stijlen rekening. Indrukwekkend.
Recyclen
Zo bevat Prey nog een aantal elementen die het een fijne en bij tijden originele ervaring maken. Je inventory bijvoorbeeld, die vergelijkbaar is met de klassieke Resident Evil-games en je dus laten puzzelen met je items en de beschikbare ruimte. Een uniek aspect is dat alle troep die je onderweg oppikt – van half opgerookte sigaren en radioactief materiaal tot bloemen en kapotte harddrives – gerecycled kan worden. Dat levert vervolgens weer speciaal materiaal op dat je via een machine in allerlei handige items, waaronder wapens en ammo, om kunt zetten. Een uniek systeem dat erg verslavend werkt.
Ook interessant is een uit de kluiten gewassen Typhon die op schijnbaar random momenten jacht op je maakt. Er verschijnt dan een timer in beeld – je kunt er voor kiezen om jezelf een paar minuten te verstoppen voor dit indrukwekkende beest, tot hij zijn zoektocht tijdelijk staakt – of het lef kweken om hem aan te vallen.
Deathloop
Het einde van deze consolegeneratie is nabij: een prima moment om na te gaan welke toppers je de afgelopen zeven jaar bent misgelopen. Ik raad iedereen met een voorliefde voor immersieve first-person actiegames en ruimtestationsettings dan ook aan om Prey alsnog een kans te geven. Het zou zomaar eens een van je favoriete games van deze generatie kunnen worden. Prey kreeg na release overigens nog een uitbreiding in de vorm van het rogue-lite Mooncrash, maar verder lijkt het erop dat we de franchise voorlopig niet terugzien. Inmiddels werkt Arkane wel aan Deathloop, waarvan tijdens de PlayStation 5-presentatie een eerste gameplaytrailer is uitgebracht. Gelukkig lijkt het erop dat elementen uit Prey terugkeren, want na het uitspelen van de game wil ik maar één ding: méér van dit!
In Reload houdt Gamer.nl regelmatig games van toen tegen het licht van nu. Lees ook:
Opmerkingen