Header

Pokémon HeartGold en SoulSilver waren het hoogtepunt van de franchise

Er zijn regelmatig discussies (lees: rellen) over wat de beste Pokémon-game ooit is. Er is natuurlijk geen correct antwoord, maar wat Jacco betreft waren de tien jaar geleden verschenen Pokémon HeartGold en SoulSilver het hoogtepunt van de franchise.

Vraag een willekeurige groep Pokémon-fans wat de beste game is en je krijgt afhankelijk van hun leeftijd uiteenlopende antwoorden. Sommigen blijven bij de originele games en de vervolgen, anderen waarderen het verhaal van Black en White ontzettend of hebben oneindige liefde voor Alola. Hoewel Pokémon Ruby en Sapphire mijn absolute favorieten zijn, ben ik zelf van mening dat het nooit meer beter wordt dan Pokémon HeartGold en SoulSilver. Inderdaad, de remakes.

Remakes van vrijwel perfecte vervolgen. Zoals Game Freak ooit zelf aangaf, waren Pokémon Red en Green het wonderbaarlijke resultaat van een beetje klooien met code, terwijl de vervolgen de ultieme Pokémon-games moesten worden omdat de ontwikkelaar dacht dat de franchise daarna zou instorten. Pokémon was maar een rage en daarom konden ze maar beter de beste games ooit maken. Die mentaliteit zie je aan alles in Gold en Silver terug, van de tweede regio en de dag- en nachtcyclus, tot twee compleet nieuwe typen en het kunnen breeden van pokémon. Je voelt het al: een groot deel van de liefde voor HeartGold en SoulSilver is gebaseerd op nostalgie.

Sterk fundament

Maar kom op, de tweede generatie games is ook zonder deze roze bril werkelijk fantastisch. De remakes herinnerden ons eraan hoe sfeervol de op Kyoto en Nara gebaseerde steden van Jotho eigenlijk zijn, en hoe de Game Boy-games uitnodigden tot exploratie. Gold en Silver waren de laatste delen waarin je op verschillende volgorden gyms kon uitdagen, om jezelf vervolgens in de vingers te snijden. Deze titels schreeuwden: ‘ga maar op avontuur!’, in plaats van: ‘we nemen je bij de hand’.

Die regio en bijbehorende pokémon terugzien in de engine van de vierde generatie was bijna magisch, en dat is het eigenlijk nog steeds. De art style van HeartGold en SoulSilver is namelijk tijdloos. Start de game vandaag de dag op en je ziet een prachtige, cartooneske wereld, met nét genoeg 3D-effecten om het modern te laten voelen. De pokémon zelf zijn daarnaast lekker oldskool sprites en komen goed uit de verf op het kleine scherm. Black en White delen veel van die eigenschappen, maar waren wat mij betreft iets te ambitieus voor de hardware van de Nintendo DS.

Niet louter nostalgie

Het is echter niet louter nostalgie, want de remakes voegden een hele hoop toffe features toe. Sommige features zijn zelfs zo bijzonder dat spelers er bij ieder deel weer om vragen, zoals het meelopen van de eerste pokémon in je team. Het beestje doet verder he-le-maal niks, noch voegt het iets toe aan de gameplay, maar het feit dat je favoriete pokémon achter je aan wandelt is oh zo fijn. Voorheen vond je op Yellow na her en der pokémon in de wereld, maar bleef de aanwezigheid van de monsters vooral beperkt tot gevechten. In HeartGold en SoulSilver beleef je eindelijk sámen een avontuur in plaats van alleen, en dat is wat mij betreft de kern van de franchise. Alsjeblieft Game Freak, stop dit in de aankomende remakes van Diamond en Pearl!

Ook tof is hoe de regio’s van de game zijn veranderd. Het was destijds de ultieme verrassing dat je in Gold en Silver naar Kanto kon reizen, maar de regio is incompleet vanwege beperkte opslagruimte. In de remakes zijn veel bekende gebieden in ere hersteld, zoals de Seafoam Islands, Cerulean Cave (met Mewtwo!) en Viridian Forest, en Mt. Silver is nog veel groter en nóg meer intimiderend. Daarnaast is er een nieuwe Safari Zone, waarin je zowaar invloed hebt op de pokémon die er verschijnen, en de beste post-game feature ooit: de Battle Frontier.

Geweldige post-game

HeartGold en SoulSilver zijn dan ook twee van de zeldzame games die een solide hoeveelheid content bieden na het (voor de tweede keer) verslaan van de Elite Four. Hoewel identiek aan die uit Pokémon Platinum, keert de Battle Frontier terug, waar spelers bijna oneindig sterke trainers in allerlei verschillende gebouwen kunnen uitdagen.

Ook zijn er tal van legendarische pokémon te vangen in het post-game verhaal - op specifieke locaties en in het wild - om nog maar niet te spreken van de soms bizar uitgebreide in-game evenementen en het opnieuw kunnen uitdagen van de gyms. Uiteraard ontvang je de National Dex en vallen er met de toevoeging van twee generaties ruim vierhonderd pokémon te vangen in de games. Tegenwoordig mogen we dromen van zo’n uitgebreide en toffe post-game in een Pokémon-titel, maar in deze remake raak je makkelijk honderd uur kwijt zonder je te vervelen.

En trouwens ook buiten de game dankzij de Pokéwalker, de onwijs vette Tamagotchi-stappenteller die bij de games werd geleverd. Ik weet nog goed hoe mijn grote neef me waar iedereen bij was uitlachte omdat ik met dat ding rondliep, om toen we alleen waren te onthullen dat hij zelf twéé Pokéwalkers op zak had. Terecht, want het gevoel dat je net als in de anime een pokémon op zak hebt – de stappenteller is even groot als een verkleinde Pokéball uit de serie – was ontzettend tof. Bovendien trainde je het beest met lopen, waardoor er als een soort voorloper op Pokémon Go allerlei mensen buiten rondliepen, of thuis zaten te schudden voor hun leven. Het apparaatje bleek uit onderzoek van de Iowa State University zelfs accurater te zijn dan vergelijkbare stappentellers.

All killer, no filler

Man, HeartGold en SoulSilver hadden het allemaal! De magische regio’s, de fantastische eerste twee generaties, een tijdloze art style, een uitgebreide post-game, pokémon die achter je aan lopen: all killer, no filler. Het is misschien niet helemaal eerlijk, aangezien ze al gebaseerd zijn op een legendarische set games, maar anderzijds zijn de remakes wat mij betreft als totaalpakket de allerbeste. En nu we tien jaar verder zijn, besef ik het me eindelijk: geen nieuwe Pokémon-game gaat dit ooit nog toppen.

Aanbevolen voor jou