Eerst even dit: Ik recenseerde Assassin’s Creed Valhalla eind vorig jaar op mijn Xbox Series X. Om technische redenen was de reviewcode voor The Siege of Paris enkel voorhanden op een PlayStation-console en opent deze content zich pas wanneer je de proloog, een hele Engelse provincie én liefst een spelpersonage van een zeker niveau op zak hebt. Laat Valhalla nu toevallig een van die games zijn waarvan je de progressie van de ene naar de andere consolefamilie kan overzetten. Dat ging indrukwekkend vlot en niet veel later stemde mijn level 149 Eivor in om die nieuwkomers in mijn Vikingdorp te vergezellen richting Parijs.
Parijs, waar de Seine rood kleurt
De motivatie daarvoor is dat in Francia ene Charles III, AKA CharlesThe Fat, Karel De Dikke dus, de ene Vikingnederzettingen na de andere in as legt. Vanuit een gevoel van solidariteit en vooral om eventuele Engelse ambities van de koninklijke dikzak in de kiem te smoren, besluit je om de in Frankrijk gevestigde Elgring-Vikingclan te helpen. In de praktijk komt dat neer om pakweg negen uur lang naar de verovering van Parijs toe te werken en dan nog een uur of twee die stad kaal te plunderen. Tel daar nog pakweg vijf uur zijmissies bij op en je weet voor hoe lang je met The Siege of Paris goed zit.
En je zit goed, ook al zijn de verschillen met de hoofdgame eerder miniem. Je krijgt gewoon meer van hetzelfde en als jij jouw Eivor na release en eventueel met de eerste uitbreiding tot level 200 of hoger hebt opgespeeld, dan is dat precies wat de dokter voorschrijft. Op een nieuw, spaarzaam gebruikt rattenzwerm-mechanisme na, voelt de game vooral vertrouwd aan. De robuuste combinatie van stealth, actie en rollenspel blijft overeind staan en je kunt experimenteren met uitgebreide skill-tree-constellaties.
Kinky shit
Het verhaal kan boeien, maar deze keer is het nog harder zoeken naar sympathieke of betrouwbare nevenpersonages.Mijn Eivor – die sowieso beter is dan de jouwe – leek de enige stem van de rede in deze geweldorgie van religieus fanatisme en blind-irrationeel eergevoel. Zijne hoogheid Karel De Overgewichtige blijkt into some kinky shit, een kerkleider bewijst zich een viezerik én een sadist en een jonge Jeanne d’Arc-wannabe toont zich een fucked-up psychobitch. Uiteindelijk had ik vooral respect voor een van de slechteriken, maar je raadt vast al wel hoe dat afloopt (had hij dat maar niet over mijn moeder moeten zeggen).
The Siege of Paris is gemaakt voor Eivors met level 200. Is de jouwe krachtiger, dan past de game zich daarnaar aan. Ik speelde dus boven mijn niveau, maar het lukte me aardig. Zeker omdat de game de nadruk op stealth legt en al helemaal omdat je de meeste – maar niet alle – prominente doelwitten op andere dan recht-toe-recht-aan-manieren kunt omleggen. Dat is een absoluut pluspunt. Op het handvol niet te vermijden, rechtstreekse confrontaties heb ik wel wat bloed, zweet en tandglazuur gelaten. Na afloop had ik mijn Eivor van 149 overigens opgetrokken naar een van 175 (en die is nog steeds beter dan de jouwe).
Red ons van die savepoints
Minpuntjes zijn er ook. Zo stotterde de framerate af ten toe, maar dat kan aan de early acces-code liggen. Andere keren vond ik de automatische savepoints soms absurd slecht gekozen. De ene keer moet je bij een taai – en dus vaak te herstarten – gevecht door één nachtrustroutine en twee tussenfilmpjes met tonnen dialoog skippen. De andere keer zit je hopeloos vast in zo’n baasgevecht, tenzij je nar een veel eerdere savegame terugkeert. Dat de automatische savepoints over het algemeen wél precies goed liggen, doet deze cruciale en stomme uitzonderingen extra hard opvallen.
Wat met de Assassin’s?
In de begeleidende nota van Ubisoft stond een heleboel wat we niet mochten onthullen, maar dat valt allemaal best mee. Verwacht ook weinig nieuws rond het Assassijnen-plot. Eigenlijk komt het erop neer dat ze Frankrijk opgegeven hebben en naar Keulen zijn verkast. De oppositie daarentegen…Om een of andere reden verwachtte ik dat het verschil met de basisgame groter zou zijn, zeker qua locaties en sfeer. Een uur later maalde ik daar al niet meer om en ging ik voluit een voorbeeld stellen voor de Liverpool-hooligans die eeuwen later bij PSG op bezoek zouden gaan. Jammer dat het woord bloedbad zich niet naar het Frans laat vertalen. Met ‘bloed’ hebben ze geen moeite, ‘bad’ is het probleem.
Opmerkingen