
Grand Theft Auto: The Trilogy – The Definitive Edition review (PS5)
Als Dwayne terugdenkt aan zijn tienerjaren, dan komen de drie Grand Theft Auto-games uit dat tijdperk direct naar boven. Grand Theft Auto 3, Vice City en San Andreas drukten zo’n stevige stempel op zijn jeugd, dat hij niet kon wachten om ze te herspelen op zijn PlayStation 5. Tot hij daadwerkelijk aan de slag kon…
Van mijn moeder mocht ik GTA Vice City niet spelen toen ik nog een menneke was. “Veel te gewelddadig, wacht maar tot je wat ouder bent”, zei ons mam tegen de toen 10-jarige ik die de game móést en zou spelen als ons pap niet thuis was. Zodoende speelde ik de klassieke 3D-GTA’s in een wat merkwaardige volgorde toen ik 13 was: eerst GTA Vice City, daarna GTA 3 en tenslotte pas San Andreas.
Destijds was ik natuurlijk nog te jong om het verhaal in volle glorie mee te krijgen. Maar de verwondering van een gigantische open wereld, waarin je kon doen wat je wilde, ben ik nooit vergeten. Ook niet toen ik alle titels jaren later nog eens speelde en toen ook nog inzag hoe sterk de misdaadverhalen van alle drie de spellen zijn.
Een koortsige waas van nostalgie
Dat gevoel kwam weer naar boven toen Rockstar Games vorige maand officieel aankondigde dat er een geremasterde trilogie aankwam. De klassiekers zijn door Grove Street Studios, onder meer verantwoordelijk voor de GTA-ports voor mobiele apparaten, opnieuw opgebouwd in Unreal Engine 4, bevatten geüpdatete textures, betere belichting en besturing in de stijl van GTA 5. Maar het old-skool gevoel zou tegelijk behouden blijven. In een koortsige waas van nostalgie maakte ik een sprong van vreugde in de lucht.
En een heel klein deel van die waas blijft ook na uren spelen overeind, want de games - en dus ook hun sublieme verhalen en personages - zijn niet veranderd. De besturing heeft in alle titels echter wel een hoognodige update gekregen, in de geest van GTA 5. De camera is namelijk vrij te bewegen, gassen en remmen doe je met de triggers en het richten met je wapens doe je met je linkertrigger, waarna je een beetje kunt bewegen met je crossair. Ondanks die duidelijke verbeteringen, heb ik toch nog een beetje met de sensitivity-opties moeten klooien om het mikken echt goed aan te laten voelen.
Wat helaas niet met geen enkele optie valt te tweaken, is de drive-by besturing, die ik om een of andere reden nog steeds met de vierkantje- en rondje-knoppen moet toepassen. Dat valt volledig uit de toon bij de geüpdatete besturing te voet, die desondanks voor mij toch nog één heel belangrijk puntje van ergernis bevat: als ik een auto wil stelen, moet ik écht volledig stilstaan voordat ik op driehoekje druk. De loop-animatie overrult de instap-animatie, en naar mijn weten is dat in GTA V niet zo.
Fidelity óf performance, hoe dan?!
Op grafisch vlak zijn er zeker verbeteringen zichtbaar: textures op kleding, tatoeages en oppervlakken zoals auto’s, gebouwen zien er mooier uit. Zelfs artikelen in de schappen van winkels in San Andreas zijn nu ineens leesbaar. En dat is tof!
De vernieuwde belichting zorgt in sommige gevallen zelfs voor briljante resultaten, zoals de neonlichten op Vice Beach en de Las Venturas Strip, die prachtig weerkaatsen op de weg en op voertuigen. Hetzelfde geldt voor het oppoetsen van sommige personages: de character models van Claude (GTA 3), Sal Leone (GTA 3 en San Andreas), Sweet (San Andreas) en Sonny Forelli (Vice City) zien er goed uit. Maar daar houdt het wel zo’n beetje op.
Het lijkt er namelijk op dat een overgroot deel van de game is verbeterd met behulp van kunstmatige intelligentie en algoritmes. Het menselijk oog voor detail is nauwelijks meer zichtbaar op bijvoorbeeld de huid van vrijwel alle personages en vooral de onderarmen van bepaalde personage zien eruit alsof het de rekbare ledematen zijn van Mr. Fantastic.
Ook sommige gezichten zien eruit alsof Grove Street Games een potje heeft zitten kleien. I kid you not: Ken Rosenberg, Lance Vance, Ricardo Diaz, Cesar Vialpando, maar ook getto-kapper Old Reece en CJ’s liefje Denise zien er wanstaltig uit. Als deze personages na de poetsbeurt van het algoritme nog eens fijntjes onder handen waren genomen door de mensen van Grove Street Games, was het eindresultaat ongetwijfeld veel en veel beter geweest.
Wat ook echt onomstotelijk meer aandacht had verdiend is de regen. Man, wat ziet dat er kut uit zeg! Ik durf er een van m’n nieren te verwedden op de stelling dat regen de slechtste verandering van de collectie betreft. Het effect is onder sommige omstandigheden zo hinderlijk dat ik eigenlijk niet meer wil autorijden; ik wacht dan liever tot het even opklaart.
Waar ik zelfs een beetje pissig van word, is het effect waarmee regen neerklettert op stukken water. Of beter gezegd, hoe het dat niet doet. Op wegen en voertuigen zie je de impact van regendruppels, maar als je langs de zee rijdt lijkt het alsof de druppels in het water verdwijnen. Dat kan de ontwikkelaars gewoon niet zijn ontgaan, en had dan ook aangepakt moeten worden.
Dan is er nog de onbegrijpelijke keuze die je moet maken tussen een fidelity- en performance-modus. Dit zijn games uit het PlayStation 2-tijdperk, die dus beduidend minder vragen van bijvoorbeeld de PlayStation 5- en Xbox Series X-hardware. Waarom ik dan alsnog moet kiezen tussen die opties, en er zelfs dan nog sprake is van pop-in en framerate drops, is mij een raadsel.
Dat de ontwikkelaars met hardware van nu meer kunnen laten zien van de werelden in de drie games, vormt een pluspunt dat tegelijkertijd een minpunt is. De beperkte render-mogelijkheden van toen werden ondervangen door mist – en windeffecten toe te passen. Het was een artistieke manier om technische uitdagingen te ondervangen.
Nu dat niet meer nodig is, zijn ook die effecten geschrapt. Maar die hadden ze nou juist, zij het iets gematigd, beter in stand kunnen houden. De boel oogt met name in San Andreas behoorlijk steriel en sfeerloos. Beklim Los Santos Tower bijvoorbeeld en je ziet zo San Fierro en Las Venturas liggen. Indrukwekkend, maar je beseft meteen hoe klein de wereld destijds eigenlijk was.
Absoluut niet ‘definitive’
Een game die zichzelf ‘definitief’ durft te noemen, moet dat uiteraard ook zijn. Dat betekent dus alle content van toen, geactualiseerd en geoptimaliseerd voor nu. Helaas mist er in alle games iconische muziek door verlopen licenties: Billie Jean op Flash FM in Vice City en Killing in the name op Radio X in San Andreas bijvoorbeeld.
Daarnaast is de co-op modus in San Andreas er volledig uitgesloopt, missen alle games een filmische camera en hebben alle delen in hun menu’s juist weer de geluidseffecten van San Andreas. Niemand weet waarom, maar het komt in ieder geval over als een hele luie keuze.
Samenvattend zou ik bijna zeggen dat deze collectie een pijnlijke dood sterft door duizend kleine messteekjes. De summiere verbeteringen wegen namelijk verreweg niet op tegen de talrijke gebreken die ze vertonen.