
Paper Mario: The Origami King review – Koninklijk knutselparadijs
In een ideale wereld is de komst van een nieuwe Paper Mario reden voor een mooi feestje. Inclusief papieren bordjes, papieren bekers en papieren vlaggetjes natuurlijk. De vorige games waren echter niet altijd de pareltjes waar we op hoopten en daarom was het voor Lucas nog even spannend of de nieuwste game, The Origami King, eigenlijk wel een feestje waard is.
Dit is een aangepaste versie van de review in PU08/09, die eind deze maand in de winkels ligt.
De algemene consensus rondom Paper Mario is dat ontwikkelaar Intelligent Systems het toppunt van de serie al bereikte met de tweede game, Paper Mario: The Thousand-Year Door, waar ondergetekende zich bij aansluit. De Gamecube-game uit 2004 wordt gezien als een meesterwerk dankzij het creatieve en soms absurde verhaal, de uitstekend geschreven dialogen en de memorabele figuren die op je pad komen. In de drie games die hierna volgden werd deze fantasierijke richting helaas opzij geschoven en werd de formule een stuk veiliger en statischer. De grote vraag is dus: keert Paper Mario terug naar de hoogtijdagen van The Thousand-Year Door?
Terug naar de kern
Wat na het opstarten direct al duidelijk wordt is dat Intelligent Systems het sentiment van de fanbase lijkt te delen. The Origami King neemt zichzelf zeker niet te serieus en zit boordevol humor en fantasie. De meeste papieren vrienden die je tegenkomt hebben hun eigen maffe karaktertrekjes en kramen slim geschreven en vermakelijke taal uit. Denk hierbij aan woordgrapjes, referenties aan andere Nintendo-games of bizarre opmerkingen die je keer op keer net niet ziet aankomen. Net als je denkt te weten wat er op je pad komt, worden je verwachtingen weer aan gort geslagen en gebeurt er iets compleet onverwachts. Dat was de grootste kracht van The Thousand-Year Door, en die kracht is in volle glorie aanwezig in The Origami King.
Dat wonderbaarlijke aspect van verrassing kom je niet alleen tegen in de gesprekken of tussenfilmpjes, maar zit verweven door de hele game. Je begint bij het bekende kasteel van Princess Peach, maar komt al gauw op de meest uiteenlopende en onverwachte locaties terecht, zoals een pretpark met samoeraithema, een verlichte oasestad vol feestende Sniffits of een heerlijk rustig café van een Koopa Troopa, middenin een dungeon. Je bent ook lekker actief bezig met het inspecteren van deze plekken, omdat overal verborgen origami-objecten schuilen die je plat kan slaan om verborgen Toads te bevrijden.
Niet alleen de benenwagen
De gameplay zelf neemt om de paar uur een drastische wending. Het grootste gedeelte van de game verken je te voet, met je vertrouwde hamer paraat, maar het wil ook gebeuren dat je een voertuig mag bedienen, zoals een karretje in de vorm van je laars of een boot inclusief onderzeeër achterop. Zo doorkruis je de grotere gebieden soms op een andere manier dan je gewend bent, wat de dynamiek van de game compleet verandert. Ook verfrissend is dat Mario op bepaalde plekken zijn armen als een accordeon kan uitvouwen om muren weg te scheuren, op vijanden te bonken of items te grijpen.
Het overkoepelende thema in The Origami King is vanzelfsprekend de Japanse papiervouwkunst origami. Het verhaal draait om de zelfbenoemde koning Olly, die zelf uit origami bestaat en dit als de ultieme levensvorm ziet, wat best wel duister is voor een Nintendo-game. Aan jou en Olivia, de goedaardige zus van Olly, de taak om hem tegen te houden en de wereld te redden van deze dreiging. Tijdens het avontuur kom je genoeg knap gemaakte origamiversies van bekende Mario-vijanden tegen om tot pulp te slaan, terwijl de papieren versies van deze vijanden juist jouw bondgenoten zijn. De eindbazen die je ontmoet zijn de Vellumentals, reusachtige origamiwezens die ieder een eigen element als water, vuur of ijs beheersen. Na een heftige strijd kan jij vervolgens deze krachten toepassen in puzzels en volgende gevechten, en krijg je bij gebruik een knappe animatie te zien waarin Olivia zelf tot een van deze imposante origamischepsels wordt gevouwen. Het ontwerp van deze Vellumentals doet trouwens best denken aan legendarische pokémon, wat helemaal niet verkeerd is.
In de rondte meppen
Wat betreft het verhaal en het ontdekken van de gamewereld zit het dus wel snor met The Origami King, maar er is toch wel een aspect dat misschien niet bij iedereen even goed in de smaak valt. Het vechtssysteem is namelijk behoorlijk op de schop gegaan. De gevechtsarena is niet meer plat en bestaat nu uit vier cirkels om Mario heen. Door de ringen te draaien en te schuiven moet je een groep vijanden zo positioneren dat ze op een rijtje of bij elkaar in de buurt staan, zodat je vervolgens op traditionele wijze op ze kan springen, ze met je hamer slaat of items als vuurbloemen en een POW-blok gebruikt. Gevechten worden zo een mix van sudoku-achtige logica en traditionele Paper Mario-actie, inclusief bevredigende bonuspunten bij goede timing.
Het puzzelen met de vakjes in de cirkels is eerst een beetje onwennig, maar al gauw kan je best genieten van de hersenkrakers. In het begin van de game vecht je wel net iets meer dan je lief is en het helpt ook niet dat er geen progressiesysteem aan de gevechten vastzit. Vooral de gevechten met de Vellumentals zijn gelukkig uitstekend gedaan, waar de eindbaas juist in het midden van de arena staat en jij de cirkels moet draaien en verschuiven om een pad voor Mario te maken om in het midden te komen. Tussen deze circulaire gevechten door, vecht je ook wel eens in real-time tegen grote, van papier-maché gemaakte Goomba’s, Shy Guys en Koopa Troopa’s door ze te meppen met je hamer en op het juiste moment opzij te manoeuvreren. Dat is best aardig, maar heeft niet bijzonder veel diepgang. Waarschijnlijk kom je het om die reden dan ook niet al te vaak tegen.
Prettig papier
Bij de vorige game voor Wii U kregen we al te zien hoe fijn het is om Paper Mario in HD te kunnen ervaren en bij The Origami King is de presentatie naar een nog hoger niveau getild. Het is verbazingwekkend op hoeveel manieren papier gebruikt kan worden om een wereld vorm te geven, en elke omgeving spát van het scherm af. Net als in de beste Nintendo-games zit de wereld vol kleine details en voelt het op de een of andere manier echt aan, ondanks dat het een videogame is over een papieren loodgieter met een hamer die de wereld moet redden. Het helpt ook zeker dat er uitmuntende orkestrale muziek aanwezig is en er is gekozen om variaties van hetzelfde nummer van de soundtrack te gebruiken op verschillende locaties, met bijpassende instrumenten. In Shogun Studios, het pretpark met een Japans thema, worden bijvoorbeeld de shamisen en taiko-drums op magnifieke wijze ingezet, terwijl eerder op je avontuur dezelfde melodie nog uit een stevige elektrische gitaar kwam.
Paper Mario: The Origami King omarmt eindelijk de sterke punten van The Thousand Year Door en weet een heerlijk creatief avontuur neer te zetten waarbij achter elke hoek weer iets onverwachts opduikt. De game is van begin tot eind simpelweg hartverwarmend en laat zien dat Nintendo weer risico’s durft te nemen met Paper Mario. De circulaire combat is even wennen en voelt soms een beetje nutteloos door het gebrek aan XP, maar voor deze aangename en soms zelfs emotionele reis met Mario neem je dat maar al te graag voor lief.