The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom is een direct vervolg op Breath of the Wild en het verschil in toon vind je terug in de titels. Breath ging over de beeldschone wildernis van het postapocalyptische Hyrule. Door de Calamity Ganon was het koninkrijk nagenoeg onbewoonbaar, maar Link en Zelda staken daar een stokje voor. Tears of the Kingdom gaat over de herrijzenis van Hyrule. De steden aan de randen van het koninkrijk gedijen, nieuwe dorpen zijn in aanbouw, mensen durven weer in het land te wonen en erdoor te reizen. Het is een ander soort Hyrule, dat wil vechten voor zijn toekomst. En daarvoor moet het nog één keer z’n duistere geschiedenis confronteren.
Aan het begin ontdekken Link en Zelda dat Ganondorf, de reïncarnatie van de Triforce van Kracht, nog leeft. Het blijkt dat je alleen z’n… uhm… soort van… out-of-office reply verslagen had in Breath. Hij ontwaakt uit z’n mysterieuze gevangenis en alles gaat letterlijk en figuurlijk de lucht in.
Zonai-krachten
De luchteilanden boven Hyrule behoren tot het koninkrijk van de Zonai. Dit lang uitgestorven ras is de spil in Tears of the Kingdom en hun technologie liep eeuwen voor op die van de andere koninkrijken. Al gauw knokt Link tegen robots en krijgt hij een paar van de sterkste krachten die The Legend of Zelda de speler ooit heeft durven geven.
Ascend bijvoorbeeld, waarmee Link door een laag plafond kan duiken alsof het water is. Bijzonder handig tijdens het puzzelen, maar ook als je diep in een grot zit en weer makkelijk bovengronds wil komen. Recall laat je de tijd terugdraaien van een bepaald voorwerp. Zo wordt een vallend brokstuk van een luchteiland met één druk op de knop een lift, maar probeer het vooral ook eens met een steen die een vijand naar je gooit. Je wilt sowieso je sterkere wapens goed inzetten, want ze gaan weer verrassend snel kapot. Nintendo heeft hier een karakteristiek eigenzinnige oplossing voor bedacht: Fuse. Daarmee fuseer je twee voorwerpen aan elkaar en kun je verrassend sterke wapens creëren. Pak een stok met een steen en je hebt een hamer. Smeer een bliksem-jelly op je pijl en je hebt een bliksempijl. Veel vijanden laten hoorns achter en hoe sterker de monsters waren, hoe betere aanvalsstatistieken ze aan je speer of zwaard geven. Experimenteren wordt eigenlijk altijd beloond in Tears of the Kingdom, en dan heb ik het nog niet eens gehad over de allersterkste ability, die je het meest zal gebruiken. Het klapstuk van de game is namelijk Ultrahand.
Ultrahandig
Ultrahand lijkt op Telekinesis uit Breath of the Wild met een lijmoptie erbij. Kom je niet over een ijsmuur heen? Plak een paar boomstammen aan elkaar en je hebt een ladder. Is de stroming te sterk? Bouw een vlotje, zet er een zeil op en plaats hem in de juiste windrichting. Is een van de rails kapot, waardoor je mijnwagentje eraf dondert? Plak er een haak op en hang hem aan de ene rail zodat je een skilift hebt.
Net als in z’n voorganger kun je aan het begin van Tears of the Kingdom oefenen in een groot trainingsgebied. Dat vond ik eerst frustrerend omdat het je flink beperkt, maar je moet die kronkel in je brein echt laten groeien, want Ultrahand is letterlijk een gamechanger.
De kracht heeft een hogere leercurve dan ik gewend ben van The Legend of Zelda, omdat je constant in meerdere dimensies moet denken en werken. De enige beperking ervan is je eigen verbeeldingskracht, en je krijgt al gauw een hele gereedschapskist aan handige Zonai-machines om je voertuigen mee te bouwen. Nintendo weet dit en heeft de moeilijkheidsgraad van de Tears of the Kingdom-puzzels dan ook een stukkie hoger gezet.
Eenmaal over de leerdrempel heen merkte ik pas hoe verbluffend makkelijk het bouwen gaat. Ik heb zelf geen technisch botje in mijn lijf en kan een houten vogelhuisje nog doen ontploffen tijdens het knutselen. Tears of the Kingdom liet deze incompetente malloot zich voelen als een genie. Ik heb auto’s gebouwd, bruggen, boten, vliegtuigen, karretjes, industriële machines, hovercrafts; ik heb puzzels opgelost waarvan ik achteraf niet kon geloven dat het zó lukte.
“Ik heb puzzels opgelost waarvan ik achteraf niet kon geloven dat het zó lukte.”
Out of the box denken
Er is een Shrine in Breath of the Wild waarin je een balletje door een schuifpuzzel moet krijgen en hem bestuurt met de motion-sensor in de controller. Slimme gamers hadden hem in een paar minuten opgelost, maar de écht slimme speler draaide de controller om, zodat je op het gladde oppervlak van de schuifpuzzel het balletje in het gootje kon krijgen. Veel puzzels in Tears of the Kingdom hebben dit soort hilarisch makkelijke oplossingen, al had ik zeker niet altijd het inzicht om die te ontdekken. Meestal kwam ik door de shrines en dungeons heen met gammele, gekunstelde bouwwerken. Maar het waren wel MIJN bouwwerken.
Het is ook verschrikkelijk grappig als je bouwsel mislukt. Regelmatig lanceerde ik mijn nieuwste meesterwerk en zat ik à la Jeremy Clarkson zelfgenoegzaam “ik ben een genie” te roepen. En vervolgens stort het voertuig spectaculair neer en kon ik opnieuw beginnen. Met de uitstekende autosave-functie is doodgaan gelukkig nooit een grote straf.
Shrines en zaadjes
Shrines zijn weer terug en verspreid over de kaart als puzzelbroodkruimels. Hetzelfde geldt voor de Korok, die je opnieuw belonen met gouden zaadjes als je ze vindt of helpt met kleine puzzels. Het zijn deze momenten waarop Hyrule het bekendst voelt en dat je merkt dat Tears of the Kingdom ooit begon als DLC voor Breath of the Wild. Ook het paardrijden had wel wat verder uitgebreid mogen worden, of op z’n minst verbeterd. M’n knol bleef net als in Breath haken bij de kleinste richeltjes. Wat heb je daaraan als je een fucking vliegtuig kan bouwen?!
Ook archaïsch voelt het beperkte gebruik van voice-acting. Ongeveer 10 procent van de tussenfilmpjes heeft prima stemmenwerk, maar de rest van de game blijft ouderwets lezen. Jammer dat Nintendo halverwege deze innovatie blijft hangen, want de rest van de presentatie is subliem. Natuurlijk zullen de meeste Zelda-fans nu hun schouders ophalen, maar wacht maar totdat je de prachtige, emotionele scènes hebt gezien die in Tears of the Kingdom wél stemacteurs hebben. Het is genoeg om je te laten hopen dat de volgende Zelda wel héél Hyrule een stem durft te geven. Zoals iedere Triple A-game tegenwoordig doet. Maar het enige echt grote minpunt van Tears of the Kingdom is dat het Breath of the Wild moet opvolgen en dan ontstaat er toch af en toe een déjà vu-gevoel. Alhoewel...
Geheimen
“In werkelijkheid is Tears wel degelijk groter dan zijn voorganger”
Mijn eerste indruk toen ik op het continent landde, was dat dit dezelfde Hyrule-kaart is. In werkelijkheid is Tears, op een subtiele manier, wel degelijk groter. Er zijn natuurlijk de luchteilanden die bomvol geheimen zitten, maar Tears of the Kingdom houdt nog andere geheimen achter de hand. Waarvan eentje zelfs gigántisch is, maar dat mag je lekker zelf ontdekken.
Nog steeds zijn er dingen die ik zowel boven- als ondergronds heb gezien, waar ik nog geen verklaring voor heb. Voor de review heb ik haast gemaakt met het doorspelen van de game. Misschien verklaart dat alles. Maar ik denk eerder dat Nintendo heel goed Minecraft en de Souls-games bestudeerde en zo nog meer leven blies in de Tears of the Kingdom-wereld. Overal waar ik kom zijn personages die geruchten en legendes verspreiden; niet altijd officiële sidequests, zelfs. Ik zie soldaten vechten met de lokale monsters en om hulp vragen. Ik vind onder een ogenschijnlijk veilig dorpje een nieuw, ingewikkeld grottenstelsel met unieke monsters. Ik zie tijdens een bliksemstorm… ach, je ontdekt het allemaal hopelijk zelf wel.
Tears of the Kingdom is een game om te delen met andere spelers: van de goddeloze creaties die jullie zeker gaan bouwen, tot aan de sterke verhalen, ontdekkingstochten en opgeloste mysteries die er nog komen gaan. De toekomst van Hyrule, en The Legend of Zelda, ziet er fantastisch uit.
Opmerkingen