Dragon Age: The Veilguard (pc) review – Alie houdt haar hart vast
Tien jaar na het vorige deel in de reeks, Inquisition, start ik eindelijk een nieuwe Dragon Age-game op! Dit is het moment waar ik zo lang op heb gewacht; de adrenaline giert door mijn lijf, mijn hart klopt sneller. Maar starend naar het inlogscherm, botst mijn jubelstemming plots keihard met de realiteit: er kan veel veranderen in een decennium. Ik ben bijvoorbeeld drie keer verhuisd en heb acht opdrachtgevers versleten. En ik ben maar een mens! Bij BioWare zijn de veranderingen nog ingrijpender geweest: sleutelfiguren zijn vertrokken en recente games zoals Anthem en Mass Effect Andromeda zijn - laten we eerlijk zijn - gewoon geflopt. Hoepel op met die liveservice-meuk! Ik wil gewoon dat The Veilguard de reeks eer aan doet, dat het een Dragon Age is zoals ik die zo liefheb, met torenhoge stakes en echte kameraden. Maar kan het BioWare van nu nog wel zo’n Dragon Age maken? Wat als deze game niet voldoet aan mijn torenhoge verwachtingen?
Daar gaat het laatste restje jubelstemming. Wat zou ik het erg vinden als deze game tegenvalt. Het zou, zonder een letter te overdrijven, mijn hart breken.
Make the dream work
De diepgaande verhalen en sterke personages vormen al drie delen lang het hart van Dragon Age. En gelukkig: ook al vind ik misschien niet iedereen even aardig in The Veilguard, alle companions zijn op hun eigen manier toch erg aansprekend. Ik heb bijvoorbeeld een bijzondere band ontwikkeld met Lucanis, een collega-huurmoordenaar van de Antivan Crows. Nog interessanter is echter een opvallende verschuiving: je teamgenoten zijn geen losse companions meer. De focus ligt de gehele game lang op je companions als onderdeel van een team. Wat dat betreft is ook de recente naamsverandering van de game, van Dreadwolf (verwijzend naar antagonist Solas) naar The Veilguard (jouw groepje metgezellen), veelzeggend: het draait allemaal om het gezelschap waarmee je dit avontuur beleeft.
Wat ik daaraan het leukste vind, is dat je regelmatig met je gehele team samenkomt om de stand van zaken in Thedas te bespreken en te reflecteren op nieuwe gebeurtenissen – wat weten we inmiddels over Solas? Deze kringgesprekken, in de beste zin van het woord, zijn de momenten die de game máken. Daarnaast is er bijvoorbeeld ook een belangrijke missie halverwege de game die me doet denken aan de iconische Suicide Mission uit Mass Effect 2. Niet alleen spelen al je companions echter een rol, daarnaast hangt het succes of falen van de missie af van je teamspirit: pas als alle neuzen dezelfde kant opstaan en iedereen zijn eigen sores heeft verwerkt, is er kans van slagen.
Diep genoeg?
Verhalend gaat The Veilguard verder waar deel drie stopte: een van de Goden van de elven, Solas, wil de Veil slopen – het gordijn dat de geestenwereld scheidt van de fysieke wereld. Aan jou en je team de taak om hem te stoppen. Tot nu toe waren de games vooral iets meer zijdelings aan elkaar verbonden (door de gebeurtenissen in het eerste deel kwam er een vluchtelingenstroom op gang, in deel twee speel je vervolgens als een van hen, etc.). The Veilguard is echter echt een direct vervolg op Inquisition. Het voelt daarom vanaf de eerste seconde als thuiskomen voor liefhebbers van de reeks. Een gevoel dat wordt versterkt door de terugkeer van vertrouwde gezichten zoals Varric en Harding. Hun aanwezigheid creëert niet alleen continuïteit, maar herinnert je ook aan het feit dat je deel uitmaakt van een groter verhaal.
En voor wie vreest dat de game enkel steunt op dit soort fanservice: geen zorgen! Het verhaal blijkt natuurlijk veel lastiger in elkaar te zitten en veel dieper te gaan, dan je ooit in deel drie kon vermoeden. Wie is Solas eigenlijk? Wat is zijn achtergrond? Het leidt tot de diepste lore die ik ooit heb mogen aanschouwen in een Dragon Age-game, en dat wil wat zeggen in een reeks die sowieso bekendstaat om zijn geweldige world building, compleet met honderden of zelfs duizenden codexen om te lezen. Alles wordt in deze game uitgelegd en alle puzzelstukjes van Thedas worden naadloos aan elkaar gekoppeld. Ik heb me daardoor nog nooit zo verzonken gevoeld in deze wereld.
Schril contrast
Met een focus op je team en de diepe lore klopt het hart van Dragon Age wat mij betreft sterker dan ooit tevoren. Helaas is de frustratie over de kwaliteit van de gesprekken met sommige partymembers en npc’s daardoor des te groter. Sommige gesprekken voelen een beetje houterig aan of, nog erger, cringe – jullie hebben de voorbeelden online ongetwijfeld al voorbij zien komen. Is dit het resultaat van het vertrek van topfiguren, waaronder belangrijke schrijvers? Het leidt hoe dan tot een nogal schril contrast, vooral omdat het verhaal zelf dus ijzersterk is en het merendeel van de dialogen gelukkig wél goed uitgewerkt is. Ik noem bijvoorbeeld gesprekken over geloof en identiteit. Wat betekent het voor een elf dat haar godheid slecht blijkt te zijn? Hoe verkrop je het dat je je ouders teleurstelt? En hoe ga je om met een diepe angst voor de dood? Dat soort vraagstukken raken me…
Als ik in ieder geval even voorbij de cartoony graphics kijk. Op zich zijn ze fraai, maar of ze de beste match zijn met de diepe thema’s en de rauwe wereld van Dragon Age? Ik vraag me af: hoeveel passender zou een grimmige look, vergelijkbaar met die van The Last of Us, zijn geweest? Hoeveel sterker was de emotionele impact dan geweest? Vooral omdat je in deze game tot je knieën in de Blight staat en het opneemt tegen de wreedste vijanden ooit, had het uiterlijk van de game wat mij betreft wel iets duisterder mogen zijn.
Adrenaline
Waar het soms slechte schrijfwerk The Veilguard punten kost, kan ik de iets te vrolijke graphics nog wegstrepen als bijkomend risico van experimenteren – het lef om te veranderen is namelijk óók inherent aan deze franchise. Neem bijvoorbeeld het vechtsysteem. Dat is nooit binnen een vast stramien gevangen (veel minder dan in bijvoorbeeld in de andere BioWare-reeks die ik net al aanhaalde: Mass Effect). In plaats daarvan is elk deel weer voorzien van een nieuwe invalshoek, van het micro-managen van je partymembers in Origins tot het arcadegevoel van deel twee.
Ditmaal deel kiest BioWare voor dynamische, actiegerichte combat. Je vecht in real-time met een mix van lichte en zware aanvallen, blocken en dodgen. De gevechten voelen vloeiender dan ooit tevoren én het ziet er heerlijk flitsend uit. Tactiek komt vooral naar voren bij het samenwerken met je teamgenoten om krachtige combo's te maken en het invullen van de reusachtige (!) talent tree. Elke keuze lijkt daarbij echt impact te hebben, en je kunt je personage precies afstemmen op jouw speelstijl. Ik ben bijvoorbeeld voor een volledige dagger-rogue build gegaan, gefocust op dps, met coole necrose-krachten waarmee ik vijanden kan vergiftigen. Misschien missen de Origins- en Inquisition-puristen de tactische diepgang, maar deze combat is wat mij betreft zoveel spannender én bevredigender.
Blockbuster
Gelukkig past The Veilguard ook de wereldstructuur aan: geen semi-open spelwereld meer, zoals in Inquisition, maar een meer lineair ontwerp met vaste paden door de gebieden. Voor wie denkt dat dit een stap terug is: absoluut niet! Ik vind het gedweep met openwereldgames altijd een beetje lastig. Het is maar zelden dat zo’n wereld echt interessant is; het zijn toch vooral vaak te lege zandbakken zonder interessant speelgoed. Geef mij daarom maar een lineaire game. Een gestroomlijnde ervaring, met een zorgvuldige en doordachte opbouw, maakt uiteindelijk veel meer indruk, als een soort perfect geregisseerde blockbuster.
Daarbij zijn de gebieden in The Veilguard ook nog eens allesbehalve klein en zitten ze volgestouwd met geheimen, schatten en verrassingen die je uitdagen om elke centimeter ervan te verkennen. Het is heerlijk om even stil te staan, rond te kijken en weer een kistje te spotten, óók omdat je in deze game op verschillende manieren je wapens en gear kunt upgraden. Niet alleen door te craften, maar ook door meerdere versies van dezelfde items te verzamelen, die dan automatisch een upgrade krijgen. De kers op de taart daarbij is de mogelijkheid om eindelijk het noorden van Thedas te verkennen. Van Antiva, waar de Crows in de schaduwen opereren, tot de exotische stranden van Rivain, en Tevinter waar mages vrijelijk rond mogen lopen. Het is een ware ontdekkingstocht door de rijke tapestry van Dragon Age.
Opgelucht ademhalen
Als ik terugblik op de tientallen uren die ik heb doorgebracht in deze versie van Thedas, blijft me net zoveel nostalgie als verwondering bij. Ook het BioWare van 2024 kan een échte Dragon Age maken. En - cringy gesprekjes daargelaten - is dit qua gameplay zelfs een stap vooruit in de reeks. Geen gebroken hart dus, maar opgelucht ademhalen.
Dragon Age: The Veilguard is nu verkrijgbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X en S en pc.
Opmerkingen