'Intel verloor deal voor PlayStation 6 om prijs en backwards compatibility'
Een nieuw artikel van Bloomberg legt nu bloot hoe chipfabrikant Intel het contract misliep om chips te mogen maken voor de PlayStation 6. Het contract zou al in 2022 aan de neus voorbij zijn gegaan, omdat AMD uiteindelijk met de klus naar huis ging.
Na een paar biedingsrondes bleven Intel en AMD als enige twee kandidaten over om voor de nieuwe PlayStation 6 te gaan fabriceren. De gesprekken tussen Sony en Intel zouden maanden hebben geduurd, met ontmoetingen tussen de CEO's van de twee bedrijven.
Een van de punten waar het uiteindelijk op stukliep, waren de zorgen over backwards compatibility. AMD levert op dit moment de chips voor PlayStations, en als Sony daar afscheid van zou nemen, zouden ze die functie op het spel zetten. Om te zorgen dat oude games op de PlayStation 6 zouden draaien, zou er veel geld en werk nodig zijn.
Daarnaast was ook de prijs blijkbaar een pijnpunt. De discussie over hoeveel winst Intel zou maken op elke verkochte chip zou stuk zijn gelopen, volgens twee bronnen van Bloomberg. En dat is spijtig voor Intel: volgens analisten in het stuk zou de deal zo'n 30 miljard dollar hebben kunnen opleveren, plus een groter aanzien om nieuwe klanten mee aan te trekken.
Een woordvoerder van Intel zegt tegen Bloomberg dat het bedrijf zich niet herkent in de omschrijving, maar wil ook geen commentaar leveren op hoe de gesprekken verliepen.
De PlayStation 6 is nog lang niet aangekondigd - we hebben pas net de PlayStation 5 Pro gezien - maar het is natuurlijk geen verrassing dat Sony zich al voorbereidt op de opvolger. Onlangs zei het bedrijf nog dat de concolsemarkt de belangrijkste pijler blijft. Alle geruchten en feiten over de PlayStation 6 lees je in dit overzichtsartikel.
Opmerkingen