Meerdere schermen instellen doe je zo optimaal
We beginnen bij de basis: het afstellen van de verschillende beeldschermen, zodat je alle schermen optimaal kunt gebruiken. Je gebruikt hiervoor het Windows-instellingenvenster (via de toetscombinatie Windows-toets+I). Kies Systeem / Beeldscherm. Voor een optimale werking laat je Windows weten hoe de beeldschermen fysiek ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd. Stem je deze positie goed af, dan kunnen vensters bijvoorbeeld over twee schermen worden gespreid en schuift de muisaanwijzer naadloos van het ene naar het andere scherm.
Kies een beeldscherm en versleep het naar de juiste positie ten opzichte van het andere scherm. Zijn de schermen correct uitgelijnd? Klik op Toepassen. Om te achterhalen welk scherm je aanpast, klik je op Identificeren. Het unieke cijfer maakt duidelijk met welk scherm je te maken hebt. Via Detecteren laat je Windows opnieuw zoeken naar aanwezige beeldschermen. Die functie werkt alleen correct als de schermen zijn ingeschakeld.
Schaal gelijktrekken
Maak je gebruik van beeldschermen met verschillende resoluties? In de praktijk hoeft dat geen probleem te zijn, maar soms liggen de resoluties bijzonder uit elkaar. Zo kunnen schermelementen op het ene scherm groter zijn dan op het andere. Om de weergaven beter op elkaar af te stemmen, pas je de schaal aan.
In de sectie Schaal en lay-out (Windows 10) en Schaal en indeling (Windows 11) kies je de gewenste schaal bij De grootte van tekst, apps en andere items wijzigen. Verander de schaal eerst op het scherm met de hoogste beeldschermresolutie. Als de schaal 100% is, kies je voor een hogere schaal, bijvoorbeeld 150%.
Extra’s voor Windows 11
Maak je gebruik van Windows 11? Deze kent een aantal slimme vernieuwingen dat het gebruik van twee schermen nog interessanter maakt. In het instellingenvenster kies je voor Systeem / Beeldscherm. Klap vervolgens de sectie Meerdere beeldschermen uit. De eerste optie – Vensterlocaties onthouden op basis van de verbinding met een monitor – zorgt ervoor dat je vensters nooit meer kwijtraken.
Gebruik je een tweede beeldscherm en heb je hierop meerdere vensters geopend? Zodra je het scherm loskoppelt (bijvoorbeeld omdat je je laptop meeneemt), onthoudt Windows welke vensters op het scherm werden getoond. Sluit je het scherm later weer aan, dan worden deze vensters direct hersteld.
Verder vind je de optie Vensters minimaliseren als de verbinding met een beeldscherm wordt verbroken. Die optie zorgt ervoor dat de vensters op een extern scherm razendsnel naar de taakbalk op het overgebleven scherm worden geminimaliseerd, zodra je het scherm loskoppelt. Hiermee voorkom je dat de vensters kwijtraken.
Modi
Bij het gebruik van meerdere beeldschermen kun je kiezen tussen verschillende weergavemodi. Je vindt de opties bij Meerdere beeldschermen. Met de optie Deze beeldschermen dupliceren wordt de inhoud op alle beeldschermen gelijk. Om de werkruimte juist te vergroten, kies je Deze beeldschermen uitbreiden. Hiermee kun je de vensters over de verschillende schermen uitspreiden.
Om tijdelijk één scherm te gebruiken, kun je kiezen voor Alleen weergeven op 1 of Alleen weergeven op 2. Windows hanteert altijd één hoofdbeeldscherm. Het hoofdbeeldscherm is het primaire scherm, waarop onder meer het startmenu wordt getoond. Je kunt zelf het gewenste scherm hiervoor aanwijzen. Selecteer het scherm en kies voor Dit beeldscherm instellen als hoofdbeeldscherm.
Het is overigens altijd mogelijk om op een later moment tussen de verschillende modi te schakelen. We maken hiervoor gebruik van het Actiecentrum. Klik op deze knop en kies Projecteren. Vervolgens kies je tussen Alleen pc-scherm, Dupliceren, Uitbreiden en Alleen tweede scherm. Maak je liever gebruik van het toetsenbord? Druk op Windows-toets+P en herhaal dit totdat de gewenste modus is geselecteerd.
Vensters terugvinden
Mogelijk herken je het: je bent aan het werk op meerdere beeldschermen en besluit een van de schermen los te koppelen. Vervolgens probeer je een geminimaliseerd venster via de Windows-taakbalk weer te openen, maar vliegt het venster uit beeld (naar het eerder ontkoppelde venster). Hoe krijg je dit venster weer terug?
Druk op Shift en houd deze toets ingedrukt, terwijl je met de rechtermuisknop op de taakbalkknop van het verdwenen programma klikt. Kies voor Verplaatsen. Hierna versleep je de muis, totdat het venster weer in beeld verschijnt.
Oriëntatie aanpassen
Wist je dat je ook de oriëntatie van de beeldschermen kunt aanpassen? Zo kun je een beeldscherm horizontaal (liggend) gebruiken, terwijl je een ander beeldscherm verticaal (staand) gebruikt. Die laatste stand blijkt in de praktijk bijzonder handig als je werkt met lange pagina’s (bijvoorbeeld websites) of grote stukken tekst: je hoeft immers minder te scrollen. Ook voor programmeurs (werkend met vele regels code) kan zo’n verticale stand uitkomt bieden.
Ga naar de sectie Schaal en lay-out (Windows 10) of Schaal en indeling (Windows 11) en kies bij Schermstand voor Liggend. Bovendien heb je de mogelijkheid om de informatie op het scherm te spiegelen: kies dan voor Liggend (gespiegeld) of voor Staand (gespiegeld).
Eenheid
Als je gebruikmaakt van meerdere merken beeldschermen of verschillende typen schermen, is het helaas niet vanzelfsprekend dat elk scherm dezelfde uitstraling heeft. Zaken zoals witbalans en kleurtemperatuur kunnen tussen de schermen onderling verschillen en dat zie je meteen als je de schermen naast elkaar hebt geplaatst. Om de schermen meer een eenheid te laten vormen, kun je hulp van buitenaf inschakelen.
Via https://kwikr.nl/screenbright vind je het gratis programma ScreenBright. Dat eenmaal geopend, kies je voor White background. Vervolgens pas je de kleurtemperatuur en witbalans aan met behulp van de verticale en horizontale schuifjes. Deze stappen voer je op elk beeldscherm uit, zodat de uitstraling één geheel vormt. Eén kanttekening: ScreenBright wordt niet door elk beeldscherm ondersteund. Wanneer dat het geval is, krijg je hiervan een melding.
Tonen taakbalk
Bepaal op welk beeldscherm de Windows-taakbalk moet worden getoond. Klik met de rechtermuisknop op de taakbalk en kies Eigenschappen (Windows 10) of Taakbalkinstellingen (Windows 11). Standaard wordt de taakbalk op alle schermen getoond. Bij Taakbalk weergeven op alle beeldschermen zet je de schuif op Uit. Verplaats de taakbalk naar het gewenste scherm: eerst zorg je ervoor dat de taakbalk niet is vergrendeld: klik erop met de rechtermuisknop en controleer of Taakbalk vergrendelen is uitgeschakeld. Versleep de taakbalk naar het gewenste scherm.
In Windows 11 haal je het vinkje weg bij Mijn taakbalk weergeven op alle beeldschermen in de sectie Gedrag van taakbalk. In Windows 11 kun je ook aangeven op welke taakbalk de geopende apps moeten worden getoond. Kies de gewenste locatie bij de optie Bij gebruik van meerdere beeldschermen mijn taakbalk-apps weergeven op. Wil je bijvoorbeeld dat de apps op alle taakbalken worden getoond, ongeacht het scherm waarop ze actief zijn? Kies dan voor Alle taakbalken.
Taakbalk aanpassen
Maak meteen van de gelegenheid gebruik om het uiterlijk van de taakbalk te optimaliseren. Klik erop met rechts en kies Eigenschappen (Windows 10) of Taakbalkinstellingen (Windows 11). Om de balk compacter te maken, kies je voor Kleine taakbalkknoppen gebruiken. Ook bepaal je of gelijksoortige vensters mogen worden gegroepeerd (Taakbalkknoppen combineren).
Verder kun je bij de optie Taakbalkknoppen weergeven op aangeven op welke taakbalk de knoppen moeten worden getoond. Die optie is van belang als je op elk beeldscherm een taakbalkknop toont en er dus sprake is van een hoofdtaakbalk en een subtaakbalk. Tot slot bepaal je hoe de knoppen op de andere taakbalken moeten worden getoond. Kies Altijd, labels verbergen, Wanneer taakbalk vol is of Nooit.
Achtergrond
Je kunt elk beeldscherm dezelfde achtergrond geven, maar je kunt ook kiezen voor een extra brede achtergrond. Die kun je vervolgens over de verschillende beeldschermen spreiden, zodat deze één geheel vormt. Een goede website hiervoor is www.dualmonitorbackgrounds.com. De makers hebben een flinke hoeveelheid achtergronden verzameld, die je over twee of meer beeldschermen kunt plaatsen. Klik op een achtergrond voor de details. Zo zie je onder meer welke resolutie de achtergrond heeft.
Vaak kun je de achtergronden in verschillende delen binnenhalen. Stel de achtergrond in. Gebruik je Windows 10? Open het Windows-instellingenvenster (Windows-toets+I) en kies Persoonlijke instellingen / Achtergrond. In het menu Achtergrond kies je Afbeelding. Klik op Bladeren en kies de gewenste achtergrond. Bij de optie Kies de gewenste weergave kies je vervolgens voor Over meerdere beeldschermen.
Gebruik je Windows 11? Kies in het instellingenvenster voor Persoonlijke instellingen. Bij Achtergrond aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen kies je Afbeelding. Klik op Door foto’s bladeren (in de sectie Een foto kiezen) en wijs de afbeelding aan. Tot slot kies je voor Over meerdere schermen bij de optie Afbeelding aanpassen zodat deze op uw bureaublad past.
DisplayFusion
Met het externe programma DisplayFusion pas kun je meer controle uitoefenen bij het gebruik van meerdere beeldschermen. Het programma kost zo’n 30 euro, maar je mag het een maand proberen en hierna gebruik blijven maken van een gelimiteerde versie.
Handig is de optie Monitorvervaging: de schermen die je niet gebruikt, worden daarmee tijdelijk gedimd. Dat zorgt voor een rustige werkomgeving. Kies in DisplayFusion voor Monitorvervaging aanzetten. Bij de optie Monitorvervaging modus kies je voor Vervaag niet-actieve monitors. Hierna kies je kleur die wordt gebruikt bij het dimmen (via Monitorvervaging kleur).
Ook interessant is de optie Triggers. Dit zijn vooraf bepaalde acties die moeten plaatsvinden. Je kunt hier bijvoorbeeld aangeven dat een nieuw geopend venster op scherm één, altijd automatisch wordt verplaatst naar scherm twee. Je kunt de triggers zelf maken. Klik op Toevoegen en bepaal de actie (in ons voorbeeld: Verplaats scherm naar geselecteerde monitor).
Werp hierna een blik op de sectie Muisbeheer. Met de optie Voorkom dat de muiscursor blijft haken bij niet-uitgelijnde monitorranden, zorg je ervoor dat de muis altijd naadloos van het ene naar het andere scherm verschuift. Ook handig: de optie om de muis altijd te kunnen verplaatsen, ongeacht of je het uiterste scherm hebt bereikt. Kies voor Laat de muiscursor naar de andere monitor verspringen via de linkerkant/rechterkant van het scherm (of via de optie Laat de muiscursor naar de andere monitor verspringen via de bovenkant/onderkant van het scherm).
Opmerkingen