Split Fiction (PS5) review – Ultiem escapisme voor twee

“Waarom ben ik godver toch zo gierig om die extra klap te proberen”, schreeuw ik mezelf toe in Dark Souls. “Verdomme, wat een kutgoal krijg ik hier tegen”, vloek ik in m’n hoofd - voordat ik een gat in de tafel sla - tijdens een potje EA Sports FC. Die gedachten (lees: eigenlijk domweg woede om stomme fouten die ik zelf maak) zijn altijd voor mezelf tijdens het gamen, maar Split Fiction speel je dus met zijn tweeën, als het even kan samen op de bank. En ja, ook in Split Fiction maak je weleens fouten. Je kunt je dus voorstellen dat m’n reviewmaatje nieuwe trommelvliezen nodig heeft.

Hazelight Studios maakt er sinds jaar en dag een missie van om gamers naast elkaar op de bank te krijgen. Regisseur Josef Fares laat geen kans onbenut om te benoemen dat Hazelight-games daar speciaal voor zijn ontwikkeld. Elk van de twee spelers gebruikt zijn eigen spelmechanieken die de evenknieën van de ander aanvullen. Is de ene speler een letterlijke schakel die het pad blootlegt, dan is de andere speler degene die hem vervolgens bewandelt. Communicatie is key, weet iedereen die It Takes Two gespeeld heeft. Split Fiction gaat vrolijk op dezelfde voet verder.
Fuck corpo’s
Fares en co. vertellen hun verhaal ditmaal door de ogen van Mio en Zoe (tevens de namen van Fares’ dochters), twee romanschrijvers in de dop die respectievelijk scifi- en fantasyboeken aan de man willen brengen. Natuurlijk is er weer een bedrijf dat hen die kans lijkt te geven, maar corpo’s zijn kut en voordat je het weet spring, ren, vlieg en vecht je samen door de verschillende fantasievolle en futuristische werelden. Soms zit je even stil om te genieten van de prachtige vergezichten die Hazelight met behulp van Unreal Engine 5 op je scherm tovert.
Omdat zich in elke spelwereld een overkoepelend verhaal en meerdere zijverhalen afspelen - geschreven door de dames in kwestie - leer je ze steeds beter kennen. Het ene moment ren je als futuristische ninja rond in werelden die doen denken aan Cyberpunk en Blade Runner, vervolgens zoef je als shapeshifter door de meest kleurrijke, fantasievolle gebieden. Elke wereld is nauw verbonden met mechanics zoals hierboven genoemd, terwijl de zijverhalen altijd een verrassende mechanic in petto hebben. Elke keer als zich er weer eentje aandient, is de vraag: wat gaan we nu weer beleven?
Blijven praten
De veronderstelling dat een schrijver in elk verhaal iets van zichzelf verwerkt, en daarom altijd uniek werk aflevert, ligt als een dikke laag stroop over het hele verhaal heen. Fares schreeuwt het nog net niet zelf, zoals we hem in verleden nog weleens hebben zien doen. Het verhaal laat zich dan ook vrij makkelijk voorspellen, maar in zijn ideeën en gameplaysegmenten verrast Hazelight des te meer. Tegelijkertijd vliegen de hommages aan films en games je om de oren: van Assassin’s Creed tot Dune en van Donkey Kong tot Control, het is een feest van herkenning dat constant een dikke grijns op je smoel tevoorschijn tovert.

Net als It Takes Two bestuurt Split Fiction simpel en soepel: een double jump, (air) dodges en een grappling hook zijn de core mechanics en ze voelen heerlijk om te gebruiken. Natuurlijk heeft Hazelight het tot kunst verheven om een karrevracht aan verschillende mechanics in razendsnel tempo over je heen te yeeten, maar dat is helemaal niet erg. Ik overdrijf niet als ik zeg dat letterlijk elke mechanic die je tegenkomt in Split Fiction tot in den treure is gefinetuned en geplaytest. Shit werkt soepel en bijna intuïtief.
Nooit ben ik langer dan een minuut bezig om uit te vogelen hoe een nieuwe mechanic werkt. Echt: speel dit met je kids, neefje, ouders of iemand anders die nog nooit een controller heeft vastgehouden, want je leert het snel. Zolang je maar communiceert natuurlijk. Hou je je aan die regels van Hazelight, dan wacht je een doldwaze achtbaanrit door zowat alles wat games zo tof maakt. Terwijl de actie en speelstijlen elkaar in rap tempo opvolgen, vraag ik mezelf steeds vaker af: hebben ze deze toffe mechanic bij Hazelight zo lang getest om vervolgens een minuut of tien te gebruiken? Het antwoord luidt bijna altijd ja, en dat is des te indrukwekkender als je erover nadenkt. Terwijl je rondrent in bullet hell-segmenten à la Contra of het tegen elkaar opneemt in een Steep-achtige minigame natuurlijk.

Ultiem escapisme
Naarmate de inzet van het verhaal groter wordt en de twee hoofdrolspeelsters in buddy cop-stijl steeds meer aan elkaar gehecht raken, schroomt Hazelight niet om steeds bombastischer wordende set pieces te introduceren. Dat culmineert uiteindelijk in een finale die letterlijk m’n mond deed openvallen. Het is bijna niet te bevatten wat Fares in de laatste twee uur op het scherm tovert. Het is een van die schaarse momenten uit de afgelopen jaren waarop ik weet: dit is current-gen. Wanneer een ontwikkelaar zich niet hoeft te richten op het blijven ondersteunen van de vorige generatie consoles, is dit wat je kunt krijgen. Ik zal niets spoilen natuurlijk, maar de climax van Split Fiction is geschift, en wel op de best mogelijke manier.
Ik kan niet vaak genoeg benadrukken hoe hard ik Split Fiction aan zou raden. Koop die game, zoek een maatje op en geniet een uur of veertien van de creativiteit die Hazelight tentoonspreidt. Of je nou op samen op de bank speelt of online (met de gratis Friend Pass speel je overigens zonder extra kosten samen met één exemplaar van de game): het gevoel van ultiem escapisme is onverminderd aanwezig. Of je nu van lazerzwaarden of van draken houdt, bij Hazelight zit je gebakken. En dan is het nu tijd om weer te wennen aan het echte leven, maar wetende dat jij en zoveel andere spelers op vrijdag voor het eerst aan de slag kunnen met dit kunstwerk is dat een heel lastige opgave.
Split Fiction is vanaf 6 maart verkrijgbaar voor PlayStation 5, Xbox Series X/S en pc.
Opmerkingen