Filmreview: Five Nights at Freddy’s 2 is één grote inside joke
Maar de horrorfactor is lekker opgekrikt
De Five Nights at Freddy’s-franchise is al meer dan tien jaar oud, maar levendiger dan ooit. Met gamemaker Scott Cawthon wederom als schrijver en producent, en met terugkerende regisseur Emma Tammi aan het roer heeft Blumhouse er snel een tweede FnaF-film uitgepoept. Het tweede deel gaat fans van de games redelijk vermaken, maar voor leken is het een raadselachtige poppenkast.
De Five Nights at Freddy’s-games hebben een gigantische fanbase, maar de franchise is desalniettemin enorm niche: het verhaal van de games zit verstopt in bizarre easter eggs en de games worden al jarenlang op een rap tempo uitgepoept. Alleen échte fans weten het bij te benen middels de games en de content creators, die hun levens wijden aan het uitpluizen van de raadselachtige lore.
Het resultaat is enorme bekendheid, met een select groepje dat diep in het konijnenhol zit. Die groep volgt Five Nights at Freddy’s-maker Scott Cawthon en zijn creaties op de voet, terwijl de rest waarschijnlijk nog net weet dat de films op games zijn gebaseerd.
Over de eerste film was ik redelijk te spreken. Het is enorm bijzonder dat zo’n game door de maker zelf vertolkt mag worden, met zo’n ontzettend (visueel) trouwe filmbewerking. De eerste film brengt aan Freddy-leken niet helemaal over waarom de franchise zo geliefd is, maar weet zowel fans als nieuwkomers te plezieren: voor de fans zat ‘ie bomvol easter eggs, en voor (jonge) nieuwkomers was het een enorm smakelijke gateway-horrorfilm.
Luisteren naar kritiek
De eerste film was dus een prima horrorfilm, maar uiteraard wel voor een jonger publiek. Net als de games bevatte de film maar weinig bloederige taferelen. Af en toe verdween de horror zelfs compleet, wat bij veel mensen toch in het verkeerde keelgat schoot.
Laat Scott Cawthon nou gelukkig goed naar kritiek luisteren: ook bij de tweede film is hij verantwoordelijk voor het script, en hier heeft hij gezorgd dat het griezelniveau een stuk hoger ligt. Dat gebeurt dan wel - geheel in de stijl van de games - door een opeenvolging van jumpscares, wat soms wat simpel aanvoelt. Toch is het smakelijk genieten, ook omdat er meer griezeligere beelden uit de kast worden getrokken.
Mario-netjes
Deze keer zitten we niet vast aan de animatronics, maar komt er ook een marionet bij kijken. Die heeft bij spelers van de games al voor een hoop nachtmerries gezorgd. Ook in de film is het met afstand het engste wezen: de spannende scènes met de andere poppen zijn enorm leuk, maar mijn god, van die marionet ben ik wel een paar keer opgesprongen!
Dat mag ook wel, want die marionet is een van de weinige écht coole dingen aan Five Nights at Freddy’s 2. De eerste film wist nog wel te charmeren als horrorfilm voor jonge tieners, maar in de tweede bioscoopuiting van Freddy valt het rommelige schrijfwerk een stuk meer op.
Voor de fans?
Veel personages maken maar weinig ontwikkeling door, maar springen van hot naar her om problemen op te lossen. Met name hoofdpersonage Mike - gespeeld door Josh Hutcherson (The Hunger Games, Detention) - lijkt vooral van de partij te zijn omdat hij nou eenmaal de hoofdpersoon van de vorige film was.
Ook zijn sommige personages anders ingestoken dan dat ze in de games zijn, of maken ze een plotselinge wending mee om ze toch bij het oorspronkelijke personage te laten passen. Een verfilming is natuurlijk altijd een beetje anders dan het verhaal waar het op gebaseerd is, maar in een film die zó draait om fanservice voelt het vreemd dat Scott Cawthon zo van zijn eigen visie afwijkt.
Mijn theorie is dat Cawthon nog niet geoefend genoeg is in het schrijven van scripts om dit eigenhandig op zich te nemen. De conflicten rommelen in elkaar over en de film doet beloftes die niet worden ingelost - zoals een suggestie naar een bepaalde epische setpiece.
Daardoor is de film vooral vermakelijk voor fans, want alle inside jokes blijven wel overeind staan. Er zitten een hoop leuke, duidelijke referenties in. Voor mensen die louter een lekker horrorfilmpje zoeken en weinig van de games weten, moet het vooral bizar zijn om opeens de halve zaal in lachen te horen uitbarsten.
Venijnige marketing
Dan nog iets waar zowel fans als nieuwkomers last van gaan hebben: er worden ons in de marketing een hoop wortels voorgehouden die nauwelijks in de film terugkeren.
Zo werd trots verteld dat bekende YouTuber MatPat en stemacteur Kellen Goff twee van de animatronics inspreken, maar dat is in de film nauwelijks hoorbaar vanwege hun geringe schermtijd en de dikke laag bewerkingen die over de stemmen heen zijn gegaan.
Dan nog Skeet Ulrich en Matthew Lillard, die voor het eerst sinds Scream ‘samen in een film’ zouden spelen. Allebei hebben ze nauwelijks meer dan een enkele scène, ook nog eens zonder de ander. Ook de bekende naam McKenna Grace wordt volop in de marketing gebruikt, terwijl ze nauwelijks een rol speelt.
Onder de streep voel je je dus vooral genaaid, omdat Five Nights at Freddy’s 2 dingen belooft die nauwelijks worden waargemaakt. De fans gaan vast genieten van een hoop geinige easter eggs, maar als film op zich is het een rommelige bedoening.
Five Nights at Freddy's 2 draait nu in de bioscoop.
Five Nights at Freddy’s 2 weet best te plezieren met wat griezelige taferelen (en een boel jumpscares), maar moet het vooral hebben van geinige easter eggs. Als je die niet begrijpt, blijft er vooral een rommelige film over - en ook nog eens eentje die z’n beloftes niet nakomt.
