Filmreview: Superman is een lekker potje rommel van James Gunn
Toondove Superman laat je gelukkig niet berooid achter
De energie van James Gunns films zie en voel je van mijlenver aankomen. Hij valt graag terug op humor, en dan het liefst zo raar mogelijk. De man heeft echter ook een eindeloze passie voor het superheldengenre en dat zie je ook in Superman. Het huwelijk met Gunn levert een interessant startschot af voor het nieuwe DCU.
Heel even, voor een uur of twee, was de Eindhovense Pathé vanmorgen mijn oude slaapkamer. Thuis, bij ons mam en pap op zolder in Veldhoven. De plek waar talloze miniverhalen, ontsproten uit mijn kinderbrein, uitgebeeld werden door alle actiefiguren uit mijn speelgoedkratje.
Het waren heuse crossover-events, waarin de ijssoldaat-Action Man, Tarzan en Buzz Lightyear het opnamen tegen Spider-Man, Doctor X en de torenvalksoldaat-Action Man (jawel, die bestond echt). Inderdaad, afgaande op de combinaties hierboven waren het behoorlijk warrige team-ups. Ja, de kamer was altijd een dikke puinzooi na het spelen. Sommige figuren verloren in de loop der tijd ledematen, soms zelfs hun hoofd.
Máár: het was heerlijk, als klein manneke een beetje lanterfanten met m’n favoriete speelgoed. En uit precies dat vaatje tapt James Gunn met Superman, zijn eerste klus als het creatieve brein achter het nieuwe, overkoepelende DC Comics-filmuniversum.
Pleur Cavill maar van z’n sokkel, James!
De man is natuurlijk geliefd om zijn visie op Marvels Guardians of the Galaxy. De ronduit kolderieke en afgezaagde, maar met hart en ziel doorspekte toon van die film zag je eerder al toegepast worden in The Suicide Squad (toen was hij nog geen DC-opperchief). Maar in tegenstelling tot die meer vreemde superhelden annex superschurkenteams staat de onfeilbare Superman superstevig op zijn massief gouden sokkel.
Wij als kijkers weten wat Kal-El moet zijn: een standvastig en bijna stoïcijns baken van hoop, doordrongen van immense goedheid. Bij die gedachte doemt het beeld van voormalig Superman Henry Cavill op zodra ik mijn ogen sluit. Echter, Gunns iteratie (op overtuigende wijze belichaamd door David Corenswet) smijt dat beeld voor je ogen keihard op de grond. Deze Superman is bijtijds een tikkeltje bijdehand, wat op het eerste gezicht misschien overkomt als pedant. Hij is ook kwetsbaarder dan ik mij kan herinneren - bijna meer mens dan Kryptonian. Maar die van goedheid doordrongen god, die is er nog.
Dat alles komt in de film naar voren, zonder dat we het hele Kal-El-riedeltje van voren af aan krijgen voorgekauwd. Gunn begint zijn verhaal decennia na de vernietiging van Krypton. Men is al lang en breed gewend aan de blauw-rode spandex, de rode cape en het kenmerkende S-symbool. Hetzelfde geldt voor verschillende andere ‘supermensen’ die komen opdraven als shit de ventilator raakt.
Cartoonesker dan de zaterdagochtend van vroeger
Clark Kent werkt al een poosje voor The Daily Planet en de eerste dates met collega Lois Lane (Rachel Brosnahan) hebben al plaatsgevonden. De film plaatst Superman in diens tijdlijn voor het eerst tegenover de hyperintelligente zakenman Lex Luthor (Nicolas Hoult), die zijn doel om Superman voor eens en voor altijd te vernietigen als een soort heilige missie beschouwt.
Het voorgaande wordt zoals gezegd op Gunns kenmerkende, bijna schijtlollige wijze gebracht. Jawel, de bloedserieuze en volwassen toon van Man of Steel is officieel dood en begraven. Weg met de donderwolken, welkom op de kermis die Metropolis heet.
Eerlijk, Gunns Superman doet die ochtenden herleven waarop ik als kind naar cartoons keek. En hoewel zijn keuzes een deels toondove film opleveren, heb ik een heerlijke tijd gehad in mijn bioszetel. Dat komt door een paar heel toffe ideeën van Gunn, die wat mij betreft het beste naar voren komen bij Lex Luthor en de Justice Gang, een compact superhelden bestaande uit Green Lantern Guy Gardner (Nathan Fillion), Hawkgirl (Isabella Merced) en Mister Teriffic (Edi Gathegi).
Allereerst de opperschurk. Man, Hoult acteert je helemaal de moeder als de psychopathische en superslimme zakenman Luthor. Zijn acteerprestatie is zo cartoonesk en over the top dat ik er bij aanvang even aan moest wennen, maar Gunn snapt het personage. Hij gebruikt daadwerkelijk zijn intelligentie en eindeloze welvaart om zijn plan op soms spectaculaire wijze te uit te voeren en ik heb hem niet kunnen betrappen op keuzes die zijn evenknie uit de comics nooit zou maken. Het is honderd procent mijn favoriete Luthor na Gene Hackman en duizend keer zo goed als die wauwelende Snyder-versie van Jesse Eisenberg.
Vertrouwen en keiharde swag
Meer dan een goede bijvangst is de Justice Gang, die naast Superman ook levens redt in Metropolis. Ik was volledig aan boord met Gunns presentatie van een kleine, hechte groep helden die met elkaar kibbelt over nietszeggende zaken zoals de naam van de groep en wie er wel en niet bij mag komen.
Nathan Fillions Guy Gardner is erg prettig om naar te kijken, al had ik graag gezien dat Gunn wat meer achtergronden over hem naar voren bracht. Guy is meer dan zijn iconische (en geinige) kapsel, maar gezien de lichtvoetige toon van de film lijkt de keuze voor hem als Green Lantern gestoeld op niets meer dan zijn looks.
Hetzelfde geldt voor Hawkgirl, die enkel lijkt te bestaan om keiharde havikkreten te slaken terwijl ze bad guys in elkaar stamp met een knots. Mister Teriffic daarentegen is ge-wel-dig! Gathegi speelt de rol met vertrouwen, charisma en keiharde swag. Zijn vaardigheden zijn supercool in beeld gebracht en hij heeft wat mij betreft een van de coolste actiescènes in de hele film.
Over de actie gesproken: Gunn brengt de bombast op bijna hyperactieve wijze naar ‘zijn’ Metropolis. Het camerawerk is chaotisch, maar gelukkig knipt Gunn steeds op tijd naar mooie, overzichtelijke totaalshots waarin de actie prachtig tot je komt. Maak je wel klaar voor héél veel shots recht in de porem van personages. Niet alleen in de vliegscenes met Supe, waarin de camera vaak recht op het gezicht centreert, maar ook wanneer Luthor weer eens stampvoetend zijn handlangers afblaft als zaken niet precies gaan zoals hij wil. Wederom: Gunn gaat vol voor die comicfeeling, en dan meer de naoorlogse Silver Age-toon die sciencefiction verkoos boven mythes en magie.
Van wie is deze hond?!
Tja, ik sluit een alinea af met mythen, dus maak hem gewoon weer: tijd om te praten over the man, the myth, the legend: Superman himself. Sprekend voor mezelf stelt Corenswet meer dan tevreden als titelheld. We zien hem vooral in die hoedanigheid; de Clark-scenes zijn er misschien een handvol. Je voelt hoe Corenswet een Man of Steel speelt die constant heen en weer moet jojoën tussen Clark en Superman, maar ook vooral hoe hij als superheld alles en iedereen wil helpen. Juist daar raakt hij precies de kern van het personage.
Hij is zo’n goedzak dat hij bijna voortdurend druk voelt van de samenleving om.. constant goed te zijn tegen elk mens wat hij tegenkomt. Het is een zeer menselijke eigenschap die Corenswet overtuigend naar voren brengt. Hij nuanceert het beeld van de onfeilbare god die Cavill ten tonele bracht, en is daarmee puik gecast door Gunn. Dat hij bovendien niet inlevert op Kryptoniaanse kontschopperij - want daar wordt meer dan genoeg van in beeld gebracht - maakt hem een Superman die overtuigend mijn top drie binnenwandelt.
En dan nog de hond. Facking hell, de hond. Oké, ik hou van honden. Ze zijn lief, aanhankelijk, soms een tikkeltje dommig en uiterst loyaal. Maar Krypto is problematisch voor mij in deze film. Jawel, hij is schattig, maar voor m’n gevoel kakt het tempo steevast in als dat beest weer eens loopt te kutten. Dat gebeurt dus regelmatig. Gelukkig weet je tegen het einde van de film waarom dat beest in hemelsnaam de hele tijd rondhangt met Supe, en god sta me bij: laat Gunn hem alsjeblieft wat meer naar de achtergrond bewegen in toekomstige films.
Onder de streep levert Gunn een meer dan onderhoudende Superman-film af. Zonder overmatig bezig te zijn met het opzetten van allerlei vervolgen, legt hij de basis voor een DCU waarin plezier en onnozele bombast voorop staan. Die kinderlijke en energieke aura spat van de film af. Daarmee schiet Gunn zichzelf in deze film dikwijls in de voet en voelt het geheel behoorlijk rommelig aan, maar toch: ik verliet de zaal met een tevreden grijns op mijn smoel. Denkend aan dat manneke van een jaar of tweeëntwintig geleden, en vooral de grenzeloze lol die hij gehad zou hebben.
Superman draait nu in de bioscoop.
James Gunn blijft in ieder geval lekker zichzelf met Superman, en dat zie je terug in bijna elk aspect van de film. De ADHD-achtige energie die hij te berde brengt zorgt voor een toondove film, maar dat vergeef je Gunn net iets makkelijker als je terugdenkt aan de tijden waarin je aan te televisie gekluisterd zat om naar je favoriete superheldencatroon te kijken. Corenswets meer menselijke benadering van Kal-El en een krankzinnige iteratie van Hoults Lex Luthor maken van deze film een interessant uitgangspunt voor de toekomst van het DCU.