Je zou bijna denken dat Stephen King uit Nijmegen komt, want The Long Walk heeft behoorlijk veel weg van een dodelijke avondvierdaagse. Loop je te langzaam? Kogel in je harses! Ingewikkelder dan dat wordt het niet, maar twee uur lang wandelen en kletsen is véél interessanter dan je zou denken.
The Long Walk is een van Stephen Kings eerste verhalen. Nog voor hij zijn debuutroman Carrie in de prullenbak gooide - die gelukkig werd gered door zijn vrouw Tabitha - lag er al een manuscript van The Long Walk in de kast. Het is een boek van vóórdat de dystopische spelshows populair werden: de trailer vertelt trots dat dit verhaal uit een tijdperk stamt waarin The Hunger Games, Battle Royale en Squid Game nog niet bestonden.
Vandaar dat de opzet redelijk eenvoudig blijft: we volgen vijftig jongeren die zich in een dystopische variant van de Verenigde Staten hebben aangemeld om aan een wandelwedstrijd mee te doen. Als je te langzaam loopt ga je dood, maar als je als laatst over weet te blijven, krijg je een smak geld en mag je een wens doen. Dat is vooral ontzettend duister, maar het is onmogelijk om weg te kijken.
Gezellig wandelen (ja, echt)
Het is een bijzonder concept, maar de film wordt gedragen door het acteerwerk. David Jonsson (Alien: Romulus) en Cooper Hoffman (Licorice Pizza) zetten levensechte personages neer, die nog overtuigender zijn dan in het boek - maar de hele cast is ijzersterk. De interacties tussen de jongens zijn namelijk ontzettend herkenbaar en soms enorm grappig.
Ondanks de dodelijke situatie worden er vriendschappen gesmeed, al zijn er ook de nodige vetes binnen de groep wandelaars. Het spel waarin de personages meedoen werkt daarbij als een snelkookpan: met iedere stap wordt de band tussen de jongens sterker, maar met iedere stap komen ze óók dichter bij hun dood. Of werkt dat elkaar juist in de hand?
De goorste aangezichten
Het grote verschil tussen The Long Walk en diens genregenoten is het niveau van spektakel. De film wordt dan wel geregisseerd door Francis Lawrence, die ook het merendeel van de The Hunger Games-films regisseerde, maar wordt veel duisterder dan je van zijn films gewend bent. Er zit een stuk minder ‘spel’ in deze dodelijke spelshow; het is een stuk rauwer. Daardoor raakt de film je als een mokerhamer.
Bovendien bestaat het gros van The Long Walk uit wandelen. Dit betekent dat je enorm veel tijd met de personages spendeert: de reis bestaat vooral uit spierpijn en klessebessen, met af en toe een tragisch, grimmig beeld van het einde van een mensenleven. Begint jouw favoriete personage een beetje mank te lopen, of zitten zijn veters los? Dan kan je hem zomaar eens voor de rest van de film kwijtraken - en ze sterven niet op een poëtische, romantische manier.
Op verzoek van Stephen King wordt er niet vriendelijk weggeknipt als er een personage dood wordt geschoten. Je bent een toeschouwer van de lange wandeling, maar net als de deelnemers kan je de confrontatie met de dood niet uit de weg. Dat is immers wat de wandeling is: een stapsgewijze aftocht richting de dood. Voor een goede 98 procent van de deelnemers eindigt de tocht met een kogel door het hoofd. Maar waarom hebben die gasten zich dan aangemeld?
De speciale Stephen King-saus
Het verhaal had niet gewerkt als deze jongens gedwongen werden om mee te doen. Door de vrijwillige aard van de wedstrijd zijn alle personages meteen een mep interessanter. En die personages zijn precies waarom The Long Walk zo goed werkt.
Het is iets dat Stephen King in veel van z’n verhalen doet: de film bevat gruwelijke taferelen, maar die dienen als contrast voor de warmste vriendschappen. Denk eens terug aan IT of aan The Shawshank Redemption: in beide gevallen maken de hoofdpersonen de naarste dingen mee, maar vinden ze ook de allermooiste vriendschappen.
Het is een kwestie van contrast: ja, King is vooral een horrorschrijver, maar die horror staat altijd in dienst van de personages. In het geval van The Long Walk gaat het om het vernauwen van de band tussen de hoofdpersonen, en man, wat komen die vriendschappen hier goed over.
Anders dan het boek
Als liefhebber van het boek werd ik aangenaam verrast: de kern blijft overeind, maar de nodige aanpassingen zorgen ervoor dat je nog steeds op het puntje van je stoel zit. Het deelnemersaantal is vijftig in plaats van honderd, waardoor sommige personages zijn samengevoegd in één. Daardoor ben je er plotseling niet meer zo zeker van wie nou wanneer uit de race verdwijnt. Voor sommige lezers zullen de veranderingen niet lekker vallen, maar bij mij gingen ze er in als zoete koek.
Het boek leek destijds te dienen als commentaar op de Vietnamoorlog, maar het is bijna gênant hoe relevant dit vijftig jaar oude verhaal nog is. Eigenlijk heb ik maar twee kritiekpunten: de title card zit op een vreemde plek in de film en de verhaallijn rondom poepen en plassen had voor mij niet uit het boek meegenomen hoeven worden.
The Long Walk is een fenomenale verfilming van een van Stephen King’s meest aangrijpende verhalen. Schrijver JT Mollner (Strange Darling) en regisseur Francis Lawrence hebben de cast alle middelen aangediend om de film op hun rug te dragen - en dat lukt ze nog eens ook.
The Long Walk is vanaf 2 oktober te zien in de bioscoop.
The Long Walk is een verschrikkelijk duister verhaal en staat voor het mainstream publiek te ver van dystopische spelshows als The Hunger Games af. Maar als je je aan de dodelijke avondvierdaagse durft te wagen, word je beloond met een onvergetelijke Stephen King-verfilming. Let op mijn woorden: over tien jaar kijken we terug op de The Long Walk als ‘die film met al die bekende acteurs’. Oh, en tegen die tijd heeft David Jonsson vast ook een Oscar binnengesleept.