Gespeeld: De Sega-games van deze zomer
PU.nl
Games

Gespeeld: De Sega-games van deze zomer

Sonic Racing: Crossworlds, Demon Slayer: The Hirokami Chronicles 2 en Shinobi: Art of Vengeance

Laten we Power Unlimited maar weer eens optrommelen voor een evenement in Londen om onze aankomende games aan ze te tonen, zo moet Sega onlangs hebben gedacht. Gelukkig stelden ze absoluut niet teleur, al liet maar één game een dikke vette indruk achter.

Of ik zin had om weer eens plaats te nemen in de inmiddels bekende (en eerlijk, ook wel geliefde) snelkookpan die de perstrip heet. “Tuurlijk”, zei ik direct. “Ik vlieg wel even naar de Britse hoofdstad om na landing direct in een taxi gejaagd te worden naar het kantoor, drie uurtjes te spelen en vervolgens met dezelfde rotgang weer naar huis te worden ge-yeet.”

Van dat vooroordeel klopte uiteraard niets: ik was er netjes de dag van tevoren. Totaal ontspannen nam ik met een stel andere Europese journalisten plaats in de burelen van Sega, waar we drie games onder de knoppen kregen op de PlayStation 5 Pro. Sonic Racing: Crossworlds, Shinobi: Art of Vengeance en Demon Slayer: The Hinokami Chronicles 2 stonden klaar en met uitzondering van die laatste - en veel te lange - titel konden we ze pakweg een uur spelen.

Schijten met een glimlach

Het event zelf had niet veel om handen, net zoals dat van Florian een paar weken terug. In geuren en kleuren had ik je graag verteld over totaal geëscaleerde UK-garagefeesten met Sonic en Knuckles, of lompe drankspelletjes met Kiryu en Majima. Niets daarvan: een vergaderruimte, een stel consoles en spelen maar. De meest sexy ontdekking was de soundbite die ze afspelen als je het toilet bezoekt. Je gaat daar dus echt schijten met een glimlach. Totdat je dat dus niet meer doet, en ik snap ook wel waarom.

Open namelijk de deur naar de matzwarte troon (gruwelijke keuze, die schoonmakers daar zijn niet te benijden) en je hoort de kenmerkende jingle: Séé-gáá. Elke keer. Ja, echt elke keer. In tegenstelling tot wat bovenstaande tussenkop suggereert: ik hoefde gelukkig geen grote bah te droppen in die wc daar, maar ik maakte er natuurlijk wel een hobby van om die deur tachtig keer in het uur te openen. Besef: dat toilet zit schuin tegenover de receptie. Die dame moet gek zijn geworden van mijn geënsceneerde toiletbezoeken. Het was gewoon te leuk.

Maar goed, genoeg over mijn niet zo stoute escapades op kantoor bij Sega. Er moest gespeeld worden en ik begin lekker met de twee titels die mij nagenoeg koud lieten. 

Impactloze anime pietpraat

Bevreesd was de Sega-heer. Het verzoek om de dub van Demon Slayer ogenblikkelijk te veranderen in Japans had impact: “Maar kan hij de demo dan nog wel uitspelen?”, vroeg hij aan zijn collega. We hadden immers maar een half uur voor deze game. Totaal onterechte angst, want hier klapte ik in een minuut of twintig gewoon doorheen. De speeltijd van deze preview-build was krankzinnig kort. Ze hadden drie segmenten voorbereid: twee gevechten en een verkenningsstukje waarin ik muizen moet zoeken die mijn eten gejat hebben.

Demon Slayer: The Hinokami Chronicles 2 bestuurt zoals zoveel arenafighters en de vergelijking met de Budokai-reeks van Dragon Ball is dan ook snel gemaakt. Je doorloopt verschillende sages uit de anime, ontmoet personages en vecht je op filmische wijze door diverse iconische momenten die tot nu toe in de serie voorbijkwamen. Ik ben absoluut geen kenner van het bronmateriaal, maar de game bestuurt op het eerste gezicht wel fijner dan een Sparking! Zero. Naast verschillende aanvalsknoppen zijn er dodge- en parry-inputs die op zichzelf prima aanvoelen, maar vooral de parry heeft schokkend weinig impact. Weinig risico en nagenoeg geen beloning. Meh.

De game is wel uiterst charmant in zijn narratief. Zonder op de hoogte te zijn van het verhaal voelt de boel behoorlijk authentiek aan. De personages zijn dope vormgegeven en zoals het hoort in de anime zijn de gezichts- en gelaatsuitdrukkingen meer dan sprekend. De speciale aanvallen - aangedreven door een nieuw loadoutsysteem waarmee je zelf kiest welke specials je meeneemt in een gevecht - zijn heel dope geanimeerd en ik kan me zomaar voorstellen dat je een leuke tijd hebt als je iets om de anime geeft. Echter, I could not care less en dus speel ik de build in één zucht uit met af en toe een voorzichtige grijns op m’n smoel. Next!

Furry’s in bolides

Natuurlijk ga ik niet weg bij Sega voordat ik iets heb gespeeld waarin Sonic voorbijkomt. Ik moet zeggen: zelfs als totale non-Sega kid is Sonic Racing: Crossworlds allesbehalve afgrijselijk om te spelen. Sega klopte zichzelf voorafgaand aan de sessie ietwat op de borst door te roepen dat er ditmaal een stuk of dertig personages te bespelen zijn, waaronder een stel gastpersonages uit andere Sega IP’s. Voor de build van het event waren er twaalf beschikbaar, waarvan drie totaal nieuwe personages: Wave, Storm en Jet. Ik speelde Sonic toen Knuckles het nieuwste personage was, dus deze knakkers zeggen mij letterlijk niets. Wel nu, dat laatstgenoemde nieuwe personage zou tijdens de sessie het bloed onder mijn nagels vandaan trekken.

De sessie was wederom behoorlijk kort: pakweg een half uur. Ik kies natuurlijk voor Eggman (want ja, ik pak furry’s in bolides al te graag keihard aan), en het is hier dat ik kennismaak met een totaal onoverzichtelijk, complex loadoutsysteem waar ik de ballen van snap. Tijd om het uit te pluizen heb ik ook niet, dus ik kies random shit en racen maar. Dan doemt zich een mechanic op die ik misschien nog wel het leukst vind aan de game: elke race heb je een rivaal die je in ieder geval te snel af moet zijn om beloningen te krijgen. In mijn geval Jet, een groene havik met een behoorlijk grote bek. Alle races scheldt ‘ie me zowat uit als hij me inhaalt en des te leuker is het dus om hem af te troeven en hem z’n brutale snavel te snoeren. Rivalen zijn er in alle soorten en maten, levelen naarmate je ze verslaat en worden dus steeds beter, maar de game belooft je een heuse superopponent als je alle rivalen weet te verslaan.

De drie racebanen die ik heb bezocht zien er prachtig uit en kunnen zich qua sfeer zo meten met die van de concurrentie (lees: Mario Kart World). Een geinige toevoeging zijn de portalen die in de banen verstopt zitten en je voor korte tijd transporteren naar een totaal andere baan. Degene die eerste rijdt op het moment dat de portalen verschijnen, kiest waar we heen gaan. Het betreft een leuke afwisselingen die extra onvoorspelbaarheid aan de chaos toevoegen.

Ken je Mario Kart, dan speel je races in Sonic Racing vrij vlekkeloos, maar in tegenstelling tot Nintendo’s kartracer maakt Sega het samenstellen van je bolide te complex. Ik had geen idee wat ik deed op dat vlak en de tijd om het goed te bestuderen was er niet. Afijn, letterlijk in rap tempo op naar de derde en laatste titel.

Alles in de brand met katana’s en werpsterren

Je raadt het vast: op dit punt verlang ik naar iets dat me grijpt. Een game waar ik vanaf seconde één meer van wil. Iets dat ik wil blijven spelen. En godzijdank is daar Shinobi: Art of Vengeance, een nieuw deel in Sega’s klassieke franchise die ooit begon in de arcades van 1987. De weinig spraakzame maar oh zo badass shinobi Joe Musashi keert terug in een gloednieuw avontuur, ditmaal ontwikkeld door Streets of Rage 4-maker LizardCube. De illustratie-achtige artstyle uit voorgenoemde game keert terug in de nieuwe Shinobi en dat werkt behoorlijk. De aantrekkingskracht van Art of Vengeance zit hem niet alleen in zijn zeer responsieve en intense combat; ook het oog krijgt meer dan genoeg om van te genieten.

Wanneer Joe terugkeert naar zijn dorp, ziet hij alleen maar vlammen. Zijn thuishaven staat totaal in de fik en zijn matties zijn allemaal versteend. Terwijl tot op de tand bewapende huurlingen zoeken naar overlevenden, zint Joe maar op een ding: wraak. Het is een perfect uitgangspunt voor uren aan tweedimensionaal hack-and-slash-actie waarin je combo’s aan elkaar rijgt in een metroidvania-achtige spelwereld. De core mechanics voelen strak aan en staan als een huis: van de lichte en zware aanvallen tot de (air)dash, double jump en speciale, spectaculaire Shinobi-moves, alles voelt goed en gewichtig door toffe animaties en stimulerende sound design.

Watch on YouTube

Wederom zette Sega twee segmenten klaar: Het eerste segment uit de campagne en een arcadesegment waarin je min of meer kunt doen wat je wilt. De sessie herinnert me dikwijls aan Prince of Persia: The Lost Crown, dat ik vorig jaar nog speelde. Van het vechten tot de dialogen en ook het verkennen, alles voelt herkenbaar, maar dan met een visuele stijl die mij eindeloos meer prikkelt.

En nu afknijpen!

Ik zweer het je, in volledige flowstate geraken moet absoluut geweldig voelen in de nieuwe Shinobi. Pakweg een uur met de game gaf me daar zo nu en dan een vleugje van: val aan na een dodge en Joe gooit er een soort cartwheel-aanval achteraan, zodat je al aanvallend vloeiend door kunt rennen. Hak links, gooi een shuriken naar rechts terwijl je springend projectiles ontwijkt en eindig met een dive kick. Heavy’s en shurikens dienen daarbij een speciale soort schade aan waarmee je vijanden kwetsbaar maakt voor alles vernietigende Ninpo-aanvallen.

Daarmee verhef je het in één keer uitschakelen van groepen tegenstanders tot kunst - het is heerlijk om ze een voor een te verzwakken om ze daarna uit te schakelen met één allesvernietigende zwaai van je katana. Kom je onverhoopt toch in de problemen, dan zijn er nog extra dope Ninjutsu-aanvallen die het scherm vullen met totale destructie, vergezeld van de ziekste visuals die je zintuigen naar standje extase jagen.

Uiteraard upgrade al het bovenstaande gaandeweg door dingen te kopen bij merchants en voortgang te boeken in het verhaal. Aan het wapenslot in een van de menu’s zie ik direct dat er meerdere varianten te koop zijn, maar of het alleen om verschillende katana’s gaat of ook andere wapens is me nog een raadsel. Eindeloze nieuwsgierigheid dus naar wat je straks allemaal kunt vrijspelen. De mededeling dat het voor nu klaar is met de campagne en we doorgaan naar het arcadesegment, voelt als de “ahum” van een agent die me tot afknijpen maant terwijl ik ergens wild sta te pissen. “Godverdomme, maar ik ben nog niet klaar!”

Ik wil meer

Gelukkig biedt ook de arcademodus meer dan genoeg plezier. Die plaatst je namelijk in levels uit de campagne, maar dan met moeilijkere tegenstanders en aangepaste platformuitdagingen. Het voelt alsof ik totaal de vrije hand heb en de nieuwe aanvallen tot mijn beschikking schreeuwen om demonstratie tegen de grotere gasten die ik ineens moet bevechten. Dat ik binnen luttele minuten totaal verdwaal in de grote gebieden is een goed teken: tot aan de laatste seconde van deze sessie ben ik totaal gedesoriënteerd, op zoek naar routes en beloningen om te verzamelen.

Het sein dat we moeten kappen komt dan ook wederom te vroeg. Ik wil meer, ik wil door met spelen. Ik wil niet stoppen. Dat is het beste teken dat een game je kunt geven. Dit zit wel goed met Shinobi: Art of Vengeance. Welkom terug, Joe. Het pas is onze eerste ontmoeting, maar de indruk is zonder twijfel blijvend. Tot de volgende keer in augustus!

Sonic Racing verschijnt op 25 september voor PS5, PS4, Xbox One, Xbox Series X/S, Switch en pc. Demon Slayer: The Hinokami Chronicles 2 komt uit op 5 augustus voor PS5, Xbox Series X/S, Nintendo Switch en pc. Shinobi: Art of Vengeance komt op 29 augustus naar PS5, PS4, Xbox One, Xbox Series X/S, Switch en pc. Voor de PS5, Switch en pc verschijnen van Shinobi fysieke exemplaren, de overige versies van die game verschijnen uitsluitend digitaal.

Reacties

Login of maak een account en praat mee!