Het zat er al een poosje aan te komen, maar deze maand was het zover: de Nintendo Switch heeft een volwaardige opvolger. De Nintendo Switch 2 blijft wijs genoeg dicht bij de basis, maar voelt het allemaal niet een beetje te bekend? We zetten Nintendo’s nieuwe hybride handheld uiteen in deze technische review van het apparaat.
Voor de goede orde: we kijken in dit artikel vooral naar de Nintendo Switch 2 an sich. Een nieuwe console van Nintendo valt of staat weliswaar vaak bij de games, maar deze review velt geen direct oordeel over de games die op release beschikbaar zijn. De handheld zelf, inclusief de onderliggende hardware, staat centraal.
Bekende visie, subtiel verbeterde vorm
De Nintendo Switch 2 is fysiek gezien niet veel veranderd ten opzichte van het origineel. Een gemiddelde boomer zou deze ‘Nintendo’ niet kunnen onderscheiden van de vorige: de globale vorm en het complete concept blijft nagenoeg identiek. Men neme een tabletje en plaatst aan de flanken twee los te koppelen controllerhelften, de Joy-Cons. Middels een bijgeleverde Dock kan de handheld ook als een traditionele console gebruikt worden op een televisie. De Switch 2 tarnt niet met die visie, al worden er her en der absoluut verbeteringen doorgevoerd.
De nieuwe bevestigingswijze van de Joy-Cons is voorbeeldig voor zo’n verbeteringsslag. De controllerhalfjes ‘klakken’ nu magnetisch ín het tablet en de houdertjes. Dat blijkt aardig rigide en minder foutgevoelig. Verkeerd bevestigen wordt nagenoeg onmogelijk en de magnetische binding is ferm. Sowieso voelt het systeem stevig genoeg aan. Verdere verbeteringen vinden we vooral in de vorm, al blijft het vaak subtiel.
Nintendo’s tweede hybride handheld is wat zachter afgerond en plaatst knoppen wat minder krampachtig, maar het grootste verschil is toch dat deze opvolger letterlijk een slag groter is. Het tabletscherm meet nu 7,9 inch, waar de allereerste Switch het deed met 6,2 inch. Door een gepaste verdunning van het apparaat blijft de Switch 2 nog wel behapbaar in gewicht: 534 gram in totaal. Dat is een tik lichter dan een Steam Deck of een ROG Ally, beide met kleinere schermen bovendien.
Zo valt de Nintendo Switch 2 toch vertrouwd in de hand, met aanzienlijk meer comfort voor grotere handen en langere vingers. Zelf ga ik door het leven met van die tengere stengels; die wennen lekker aan de Switch 2. In handheldmodus treedt ook hier op en den duur wat vermoeiing op, maar in de juiste houding blijft de nieuwe Switch makkelijk twee uur comfortabel in de klauwen.
Toch één nieuwe functie
Met een nauwelijks aangepaste vorm en visie voelt de Switch 2 niet bepaald revolutionair. Dat is ergens heel logisch, terwijl het mogelijk ook weer ontbreekt aan een stukje ‘Nintendo-magie’. Zij het een nieuwe manier van spelen of een eigen kwinkslag in de console: de Switch 2 doet op dat front niet echt iets nieuws. Oké, er is sprake van één nieuwigheidje: de muisfunctie.
Verborgen in de flanken van de Joy-Cons zitten optische sensoren. Draai je een Joy-Con op zijn zij, dan is deze te bedienen als een soort verticaal muisje. De nieuwe Joy-Con-grips verdikken die zijkanten en voegen daar grotere glijdertjes aan toe, alles om het muizen verder te versoepelen. Enorm ergonomisch wordt het nooit, maar soit: er kan een stukje gemuisd worden. De optische oogjes opereren relatief precies en reageren vlot.
Het probleem is echter dat er vooralsnog weinig redenen zijn om de Joy-Cons überhaupt op hun kant te leggen. Veel menu’s bedienen sneller met vertrouwde knoppen- of touchinvoer, terwijl er ook niet bepaald system sellers voorhanden zijn die de muisfunctie daadkrachtig inzetten. Nintendo Switch 2 Welcome Tour – een veredelde techdemo à 9,99 euro – is de enige Nintendo-titel die muisfunctie activeert, maar niet interessanter dan een Flash-spelletje anno 2003 dat zou doen. Verder is het vooral aan games van andere partijen, zoals Civilization 7, om de functie verder te integreren.
Wie weet kunnen Drag x Drive of Metroid Prime 4: Beyond de muisfunctie later dit jaar meer bestaansrecht brengen, maar tot dusver getuigt de enige nieuwigheid van de Switch 2 nog niet echt van die Nintendo-magie. Er bestaat een kans dat de muisfunctie een paar jaar down the road in de vergetelheid verdwijnt, enkele uitzonderingen in shooters of strategiespellen daargelaten. Maar goed, ook die games zullen uiteindelijk vaak speelbaar blijven met de Switch 2 in handheldmodus, dus een must wordt de muisfunctie sowieso niet snel.
Krachtigere hardware, inclusief upscaling
Waar Nintendo grotere stappen zet, is de rekenkracht van de Switch 2. Dat mocht ook wel. De laatste jaren viel er weinig meer uit de Tegra X1 van de originele Switch te halen: de chip kon veel multiplatformgames enkel trotseren door ze effectief te verkreupelen. Een afname van afgebeelde actie, lagere resoluties en stotterende framerates werden vaker de norm dan uitzondering. De Nintendo Switch 2 doet het wat dat betreft meteen stukken beter.
Onder de motorkap schuilt wederom een mobiele Arm-chip van Nvidia, zij het eentje die veel rianter is uitgerust. Wat betreft grafische rekenkracht schuift de chip drie architectuurgeneraties vooruit en telt het zesvoud de rekenkernen van de originele Switch. Dat belooft betere prestaties, met een verhoogd rendement bovendien. In theorie zou de chip zelfs een stukje kunnen raytracen, al zal dat niet vaak voorkomen.
Door mee te liften op Nvidia’s doorgroei in gpu’s kan de Nintendo Switch 2 bovendien volop gebruikmaken van upscaling, die in alle waarschijnlijkheid direct op DLSS 3.0 is gebaseerd. Een speciaal segment van de chip vult daarbij algoritmisch pixels toe aan beeldjes op een lagere resolutie, om zo alsnog scherpe plaatjes te schetsen met minder ruwe rekenkracht. Onderaan de streep resulteert het meestal in meer frames per seconde, zonder al te veel verlies van de beeldkwaliteit.
De ingebakken gpu is immers zelf nog altijd niet in staat om bloedmooie games native op 4k-resolutie uit te voeren, laat staan op de beloofde beeldfrequentie van 120 hertz. Met het duwtje in de rug van Nvidia’s upscaling kunnen hogere resoluties en framerates vaker behaald worden. Zo draait The Legend of Zelda: Tears of the Kingdom nu grotendeels op 1080p en 60 fps in de handheldmodus, waar dezelfde game op de eerste Switch vaak ver onder de 30 fps dook.
Verdere optimalisatie en ssd-achtige laadtijden
Wat betreft hardware zitten niet alle verbeteringen van de Nintendo Switch 2 aan de grafische kant. Zo verdubbelt de chipset het aantal cpu-kernen en is de handheld uitgerust met drievoud het werkgeheugen (12 GB) op verhoogde bandbreedte. De console moet daarmee meer taken tegelijkertijd kunnen verzetten en over de breedte responsiever voelen.
Zoiets blijft lastig te meten en des te lastiger om te vergelijken, maar we zien her en der dat Nintendo het verhoogde plafond aardig benut. In Mario Kart World racen we nu met liefst 24 coureurs en wordt een grote, open spelwereld rijkelijk opgevuld met (interactieve) elementen en versiering. Al wordt het nog zo chaotisch op het scherm: de console sputtert niet tegen. Jammer is wel dat meer dan twee spelers op één console alsnog resulteert in framerates onder de 60 fps. Uiteindelijk is ook de snellere processor niet tegen zoveel gelijktijdige splitscreengekte opgewassen.
Wat betreft responsiviteit doet de Switch 2 het beter. De handheld start ‘koud’ in minder dan 15 seconden op. Een spelletje inladen duurt ook aanzienlijk korter dan voorheen: vanuit het hoofdmenu rijd je binnen 30 seconde rond in die open wereld van Mario Kart World. Dat zijn gewoon ssd-achtige prestaties, waar menig game-pc (zeker met het logge Windows) geen weerwoord op heeft.
Kanttekening van de snellere opslag is wel dat ‘even bijprikken’ niet langer met traditionele MicroSD-kaartjes kan. De lat ligt hoger, bij MicroSD Express in het specifiek. Die ooit dood gewaande opslagstandaard kent momenteel een beperkt aanbod, waardoor de kaartjes ook flink wat kosten. Het zal even duren voordat er meer MicroSD Express-kaartjes in omloop zijn en de vraagprijs daalt. Tot die tijd op het ingebakken flash-opslag teren kan ook; die telt nu immers een fermere 256 GB.
Backward compatible, maar niet altijd beter
Niet geheel verrassend speelt de Nintendo Switch 2 ook spellen van diens voorganger af. De handheld hapt de meeste oude cartridges en kan digitaal aangekochte spellen direct downloaden en speelbaar maken. Dat betekent echter niet dat al die oudere spellen per se beter draaien op de nieuwe en snellere Switch.
Sommige presteren beter, andere blijven grafisch ongeroerd. Momenteel is het aan gamers zelf om te ontdekken welke titels daadwerkelijk soepeler of scherper draaien; vanuit Nintendo worden er weinig harde claims gedaan over de gehele portfolio. Enkel dat de meeste games speelbaar zijn, is een gegeven.
In de meeste gevallen laden oudere spellen significant sneller in, maar lang niet alle technische upgrades worden altijd benut. Games die op dit apparaat makkelijk 60 fps (of hoger) hadden kunnen behalen, houden veelal vast aan de locks van de voorganger. Daardoor voelt het alsof Nintendo’s backward compatibility achterloopt op wat bijvoorbeeld Xbox de afgelopen jaren flikte, met hun automatische verhoging van de resolutie en/of framerates.
Zeker met de nieuwe upscalingmogelijkheden had het Nintendo gesierd om meer games te bevrijden van hun vergrendelde 30 fps-modi. Maar wat nog niet is, zou in de toekomst alsnog uitgerold kunnen worden. We hopen er in ieder geval van harte op.
Een groter en feller scherm, maar geen oled
Ook niet onbelangrijk is het geïntegreerde en uitvergrote tabletscherm. We spreken hier over een 1080p-resolutie (1920 bij 1080 pixels) op maar liefst 120 hertz: beide een regelrechte verdubbeling van het scherm op de eerste Switch. Daarnaast moet ondersteuning voor variabele beeldverversing, het zogenaamde vrr, ervoor zorgen dat het (dynamisch) verhogen of verlagen van framerates geen haperingen oplevert.
Zonder benchmarkapparatuur is de schermresponsiviteit moeilijk te meten, maar los daarvan blijven ook games op 120 fps uit. Wederom is het enkel Nintendo Switch 2 Welcome Tour die de beeldfrequentie demonstreert. Dat werkt, maar echt interactief is het nog niet. Tegelijkertijd zullen mooie spellen zelden een stabiele 120 fps aantikken, maar het is absoluut een nice to have voor een zwik grafisch minder zware spellen.
Iets minder overtuigend is Nintendo’s claim dat het scherm hdr-weergave ondersteunt. Op papier kan hdr-content zeker afgebeeld worden, maar het lcd-scherm mist de lichtsterkte en de contrastwaarden om dat echt impactvol te doen. In zowel hdr als sdr meten we bijvoorbeeld maximaal 368 nits helderheid. Het scherm is significant kleurrijker en feller dan dat van de originele Switch, maar zelden getuigt het van gedegen hdr-niveau. Daarvoor zijn de lichtste witten en donkerste zwarten gewoonweg te flets; een beetje oled-scherm maakt hier gehakt van.
En ja, een oled-scherm had de handheld mogelijk een tikkie duurder gemaakt, maar toch voelt lcd hier wat wrang. Op veel fronten komt de Switch 2 toch over als een Pro-model van de eerste Switch, maar op visueel vlak schiet het daarvoor weer te kort. Je kunt er vergif op innemen dat een oled-versie van de Switch 2 gaat volgen – en die gaat per definitie nog soepeler voelen en hdr-content significant mooier afbeelden.
De ervaring in het Dock
Dat neemt overigens niet weg dat de Nintendo Switch 2 wel degelijk hdr kan weergeven – zij het niet in handheldvorm. Vanuit het meegeleverde Dock is het beeld immers weer uit te vergroten, met alle visuele traktaties van dien. Sluit je de Nintendo Switch 2 aan op een mooie televisie, dan spat hdr-content van het scherm, precies zoals het hoort. In deze modus ondersteunt de console overigens ook 1440p- en 4k-resoluties tot 60 frames per seconde, alsmede de 1080p op 60 fps die ook mobiel haalbaar zijn.
Wat betreft de Dock-prestaties: die zijn dus vooral scherper, verder niet significant ‘beter dan’ de handheld-prestaties. In het nieuwe Dock zit wederom geen extra rekenkracht verborgen, enkel de toegewijde beelduitvoer en een stabiele stroombron. Aan de vaste stroom worden de interne geheugen- en kloksnelheden lichtjes aangepast, maar dat leidt in de praktijk niet direct tot rigoureus soepelere resultaten. Het is vooral de resolutie die opgekrikt wordt, zeer waarschijnlijk met behulp van een stukje efficiënte upscaling.
Zowel in het Dock als vanuit de handheldmodus draaien zwaardere spellen als Mario Kart World en The Legend of Zelda: Breath of the Wild ‘gewoon’ op een ogenschijnlijk stabiele 60 fps-beeldverversing. Minieme framerateverschillen zitten hoogstens in zeer selecte marges, die de meesten niet met het blote oog kunnen onderscheiden. Mogelijk verandert dat later in de levensduur van de Switch 2, maar voor nu voelt alles globaal gezien grofweg even soepel.
Een voelbaar kortere accuduur
Met het vergroten van het scherm en het versterken van de hardware volgt ook een andere kanttekening: de accuduur. De ingebouwde batterij van 5220 milliampere-uur is grofweg een vierde vergroot, maar die groei is niet genoeg om de verhoogde specificaties net zo lang mee te laten gaan. En dus neemt het accurendement lichtjes af, afhankelijk van hoe de Nintendo Switch 2 precies gebruikt wordt.
Geen zorgen: minder zware games houdt de Nintendo Switch 2 gemakkelijk vijf uur gaande, met hogere uitschieters haalbaar. Die levensduur zakt echter aanzienlijk in wanneer het apparaat zwaarder ingezet wordt. In onze tests geeft de accu soms na een krappe twee uur al de geest, bijvoorbeeld bij het non-stop verkennen van de open spelwereld in Mario Kart World of die van de twee overgebrachte The Legend of Zelda-games.
Ergens is het jammer dat de tweede Switch iets korter van adem voelt, maar anderzijds is het ook niet gek. Het scherm is groter, scherper, sneller en feller, terwijl de hardware eronder op hogere toeren presteert. Dat vereist gewoon een hoger wattage dan voorheen. Het rendement is uiteindelijk alsnog voordeliger dan dat van veel pc-handhelds, zoals de originele ROG Ally.
Is het al een tijd voor een nieuwe Switch?
Onderaan de streep is de Nintendo Switch 2 sneller en slimmer ontworpen; dat juichen we uiteraard toe. Tegelijkertijd voelt de handheld momenteel ook vaak aan als een Pro-model van het origineel, minus een mooi oled-scherm. Vooral het uitblijven van een overtuigende eigen twist of een rijtje games dat wezenlijk iets nieuws probeert, zorgt ervoor dat een stukje Nintendo-magie ontbreekt. Daarvoor voelt dit alles toch iets te bekend, ook al hebben we hier overduidelijk ‘de betere Switch’ in handen.
Mogelijk volgt dat stukje magie later nog. Over een paar maanden bestaat de line-up immers niet langer uit enkel Mario Kart World en de backward compatible bangers van de eerste Switch. Op den duur gaat Nintendo ongetwijfeld meer plezier pompen uit de geüpgradede printplaatjes. Bovendien hoeven games van derde partijen de komende tijd niet volledig verkreupeld te worden – en dat stemt hoopvol voor de toekomst van de Nintendo Switch 2.
Voor nu zet Nintendo vooral een geslaagde tweede Switch neer. Echt revolutionair voelt het allerminst, maar het apparaat maakt ontzettend veel (broodnodige) stappen in de juiste richting. Deze grotere handheld ligt beter in de hand en is vernuftiger in elkaar gezet, terwijl de prestaties – zowel mobiel als vanuit het Dock – in één klap weer helemaal bij de tijd zijn. Misschien hád het ooit een Switch Pro kunnen zijn, maar dit is ook zeker geen verkeerde aftrap voor een tweede generatie Nintendo Switch.