Review: Cronos: The New Dawn is absoluut geen survival-horrorgame
Bloober Team komt met een hele degelijke, actievolle horrorshooter
Terwijl ik de post-apocalyptische wereld van Cronos: The New Dawn verken, denk ik regelmatig aan Bloober Teams vorige game: de geweldige remake van Silent Hill 2. Ik speel hem parallel aan deze reviewgame, en meteen wordt duidelijk dat Bloober Team zonder blauwdruk nog niet in staat is om zo’n klapper vanaf de grond af aan op te bouwen. Maar dat betekent níét dat Cronos een regelrechte ramp is.
“Wat is er met mij gebeurd?”, vraag ik me begin juli af. Na de perstrip naar Krakau, waar ik mijn eerste stappen in de wereld van Cronos zette, moet ik concluderen dat ik lang niet zo onverschrokken meer ben als het op horrorgames aankomt. Een paar jaar geleden speelde ik ze allemaal nog: de Resi-remakes en de nieuwe games in de reeks, oude Fatal Frames, Death Space, Outlast.
Als een ware angsthaas zit ik Cronos te spelen in Polen. Ik worstel met de nare klanken van het sound design, kan maar niet omgaan met de vijanden en houd mijn hoofd niet koel tijdens het grote baasgevecht die de previewsessie afsluit. “Fuck, ik moet weer effe level up gaan”, beloof ik mezelf. Dus begin ik met een goede maat van me aan Silent Hill 2 Remake, Bloobers sublieme hervertelling van Team Silents tijdloze horrorepos.
Ik worstel me door de Blue Creek Apartments, het ziekenhuis en de Otherworld-variant, waarna de reviewcode voor Cronos op de deurmat valt. Silent Hill 2 gaat even op pauze, maar wat blijkt: die game heeft me in vrij korte tijd weer helemaal geconditioneerd voor de burelen van horrorgames. Die angsthaas? Verdwenen. De paniek is geparkeerd. Tijd om los te gaan in post-apocalyptische space horror-sferen! Nu de aftiteling heeft gedraaid en ik een derde van het spel in New Game+ heb gespeeld, weet ik dat zonder blauwdruk van dat legendarische Team Silent het Bloober nog niet lukt om dezelfde peak horror-momenten te creëren.
Geen moment in de problemen
Met Cronos: The New Dawn tapt Bloober voor een heel groot deel uit een voor hen zo bekend vaatje: de eigen stad Krakau. De studio schetst een uiterst sombere achtergrond voor zijn verhaal in een fictieve versie van de industriële wijk Nowa Huta, waar een mysterieuze ziekte genaamd The Change talloze slachtoffers heeft gemaakt. Zij dwalen nu rond in de wereld als Orphans, gemuteerde monsters die elkaar absorberen om sterker te worden.
Als de even mysterieuze Traveler, onderdeel van een schimmige organisatie genaamd The Collective, ga je op onderzoek uit in het gebied en ontdek je de oorsprong van de ziekte. Onderweg verzamel je vergane herinneringen door er letterlijk naartoe te reizen. De enige mensen die je onderweg ontmoet, komen ook echt uit het verleden. Op die manier leg je de puzzelstukjes bij elkaar en ontdek je de duistere geschiedenis. Het verhaal zette eigenlijk direct zijn klauwen in me. Sterker: Bloober hield me daarmee aan boord, terwijl de gameplay minder succes had.
De precieze reden is me na een uur of zestien wel duidelijk: Cronos leent erg enthousiast van andere games, maar zet eigenlijk te weinig in op het enige gameplayhaakje waarmee het zich juist onderscheidt van de rest. Bijna elk aspect van Cronos ken je namelijk al: platformpuzzels die je oplost door tijd te manipuleren, deuren die je opent met een kniptang of een code, deuren die je opent door zekeringen te verzamelen en safe rooms waar je items opslaat zodat je resource management lekker blijft lopen.
Zo kan ik nog wel even doorgaan. Qua graphics en gameplay voelt Cronos als een mengelmoes van alles dat je ooit in survival-horror hebt beleefd. Een sfeertje à la Returnal en Dead Space, combat- en leveldesign in de geest van Resident Evil - dusdanig gortig zelfs dat ik bijna kon raden op welke plekken vijanden zouden verschijnen. Ik kwam dan ook geen moment in de problemen tijdens mijn playthrough van Cronos, zelfs niet in New Game+. En dat terwijl het, zoals ik eerder al benoemde, een in potentie geniaal combat-haakje heeft: vijanden absorberen elkaar om sterker te worden en je voorkomt dat door de lijken te verbranden of het proces (dat seconden duurt) te onderbreken.
Don’t let them merge? Nee hoor, kan prima
Graaf even diep in je geheugen en je herkent dat idee uit de remake van Resident Evil uit 2001. In die game komen de zombies na verloop van tijd terug als sterkere Crimson Heads, maar in Cronos tracht Bloober de mechaniek naar een hoger niveau te tillen. Oprhans proberen het aan de lopende band, wat voor spanning moet zorgen. Bloober zette er vol op in tijdens zijn marketingcampagne voor Cronos: "Don't let them merge", luidt de veelgebruikte slagzin. Ik durf te stellen dat het wel erg makkelijk is om aan die catchfrase te voldoen.
Waar ik in Silent Hill 2 Remake dikwijls zit te zweten door het gebrek aan heals en munitie, lijk ik in Cronos altijd wel een manier te vinden om comfortabel door te spelen. Door vanaf het allereerste begin vol in te zetten op upgrades die de schoten van mijn verschillende vuurwapens (er zijn in totaal zes variaties) sterker maken en de ruimte in mijn inventaris voor verzamelde grondstoffen vergroten, kan ik altijd wel kogels of spuitjes craften om mezelf op de been te houden.
Ik heb Cronos eigenlijk gespeeld als een actiegame: guns blazing klapte ik mezelf door gebieden heen. Ik liet geen enkele Orphan leven en de game legde mij eigenlijk geen strobreedte in de weg. Echt spannend wordt het pas in het laatste kwart van het verhaal, waarin Bloober je bijtijds overspoelt met vijanden en de kans op merging steeds groter wordt. Maar dan nog valt het redelijk mee: ik ben op dat punt zo lomp uitgerust met upgrades dat een paar goed gemikte schoten op de weke delen van sterkere Orphans het klusje klaart. Don’t let them merge? Nee hoor, kan prima.
Waar Cronos eindeloos intrigeert met zijn verhaal, laat het op gebied van combat steken vallen. Het idee van absorberen en verbranden is geniaal, maar de uitvoering schiet tekort: slim ontworpen gebieden waarin je door backtracking bedachtzaam om moet gaan met het verbranden van lijken zijn op één hand te tellen. Zelfs in New Game+ met de nieuw ontgrendelde hard-modus voel ik me nauwelijks bedreigd: enkele vijanden spawnen standaard op een sterker niveau, maar ik knal er keihard doorheen. Ik ben na pakweg een derde van de game dan ook gestopt met de tweede playthrough; het is te makkelijk.
Lekker knallen in een space-horrorjasje
Dat wil echter niet zeggen dat ik me helemaal niet vermaakt heb met Cronos’ gameplay. De schietactie voelt gewoon goed. Elk wapen heeft oplaadbare schoten die je vol wil gebruiken, aangevuld met slag- en stompaanvallen die als laatste redmiddel dienen. Dodges en parry’s ontbreken, waardoor de combat-loop draait om afstand creëren tussen jou en je vijanden. Komen ze te dichtbij, dan weer je je af met een slag of stomp. Schiet ze in de benen om ze neer te halen, waarna je ze zo lang mogelijk verrot schopt om munitie te besparen. Het vergt wat gewenning, want de actie gaat nou eenmaal wat trager, maar het werkt uiteindelijk erg goed. Wat ongetwijfeld hielp is de VRR-functie op mijn oled-tv, die de game voor het overgrote deel soepel deed lopen.
Ik vind het onder de streep lastig om Cronos: The New Dawn volmondig aan te raden. Ja, je krijgt je fix als je een lekkere horrorshooter zoekt (en eerlijk, die verschijnen niet zo veel meer), maar verlang je naar de ware spanning en angst van een Silent Hill 2 Remake? Dan kom je toch bedrogen uit. Verhalenvertellers zijn het zeker bij Bloober en het feit dat je door middel van Cronos kennismaakt met de lokale, communistische geschiedenis juich ik alleen maar toe. Dat daar tegenover slechts een combat-systeem staat dat maar weinig verrast, maakt van Cronos een game waarmee Bloober op het gebied van compleet eigen games vooruitgang boekt. Maar een regelrechte kaskraker is het niet.
Cronos: The New Dawn komt op 5 september uit voor PlayStation 5, Nintendo Switch 2, Xbox Series X en S en pc. Voor deze review is de game gespeeld op PlayStation 5.
Met Cronos: The New Dawn zet Bloober een stap voorwaarts ten opzichte van vorige zelfbedachte games als The Medium en Layers of Fear. Echter, wat na afloop van het mooie verhaal het meest beklijft is de gedachte dat ze een blauwdruk nodig hebben - zoals Silent Hill 2 - om daadwerkelijk te schitteren in het survival-horrorgenre. Daardoor is Cronos niets meer dan een degelijke horrorshooter met een zeer interessant combat-haakje. Jammer is dan wel weer dat de uitvoering net tekortschiet, waardoor de ware spanning uitblijft tot het allerlaatste gedeelte van de game.