Je moet maar durven, een kartracer uitbrengen in de buurt van een gloedjenieuwe Mario Kart. Alhoewel, misschien is het in plaats van lef gewoon een hele slimme zet. Denk aan al die families en gamers die geen Switch 2 hebben, maar een PlayStation of Xbox. Zij willen ook wel eens met koddige figuurtjes over gekke banen racen en shit op elkaar afvuren. Bovendien mag Sonic die bravoure best tonen - de beste kartracer ooit draagt namelijk nog altijd zijn naam.
Smaken verschillen en blablabla, maar niemand die mij overtuigt dat Sonic & Sega All-Stars Racing (Transformed) niet de koning van het genre is. Werkelijk fantastische banen uit bekende Sega-werelden, een gestoorde cast waarin het aapje Samba uit Samba Di Amigo zomaar eens bloedstollend op een finish kan afstevenen naast Shenmue’s Ryo op z’n vorkheftruc, en dat alles met de controle van een bloedserieuze racegame. Ja mensen, perfectie bestaat. Alleen Crossworlds tikt dat niveau niet aan.
Sonic, Tails, Knuckles en, euh…
Ik hoop dat jullie me even vergeven als ik in de vergelijkingsmodus blijf zitten, maar persoonlijk kijk ik daardoor al meteen een beetje vies naar deze cast. Ja, Joker uit Persona, Minecraft-figuren, Hatsuna Miku en Mega Man gaan de huidige selectie de komende maanden versterken, maar het zijn voornamelijk Sonic en zijn gasten die momenteel de dienst uitmaken. Geen probleem voor liefhebbers van Tails, Sonic en Knuckles, want dat zijn iconische koppen. Maar hoe verder je het rijtje afgaat, hoe minder iconisch het allemaal wordt. Ja, Eggman ken je, en misschien Amy ook nog wel. Maar kun je me zonder te googelen vertellen hoe Zavok eruitziet? Of Zazz?
Dit alles om maar te zeggen: ik vind het vervelend dat er zoveel Sonic-figuren in deze Sonic-game zitten. Vooral als er een ander precedent is, en er uiteindelijk dus wél ruimte is voor andere figuren. Geen probleem als jij dat geen probleem vindt, maar goed, jij schrijft deze review natuurlijk niet en ik wel.
Lekker sleutelen
Door naar het racen, want dat is veel relevanter dan wat één iemand van al die Sonic-poppetjes vindt. Nou, lieve mensen, hier zitten we geramd hoor. Sonic Racing: Crossworlds zet je op hoover boards, in auto’s, op motoren, in vliegtuigen; noem maar op. De unieke eigenschappen van al deze voertuigen liggen ver uit elkaar, wat je eenmaal op de baan meteen voelt. En met alles wat je doet verzamel je tickets waarmee je naar hartenlust je favorieten kunt uitbreiden met stickers, kleurtjes én eigen onderdelen die weer invloed hebben op je stats.
Het is heerlijk overweldigend om het aantal onderdelen te zien en vervolgens te leren dat de aanpassingen die je maakt daadwerkelijk van grote invloed zijn. Dit is niet een klein kilometertje meer topsnelheid, of een centimeter strakker door een bocht heen scheuren. Nee, de onderdelen en bijbehorende eigenschappen maken nogal wat verschil, waardoor zo’n geheel eigen creatie onder je kont echt als jouw bakkie (of bordje, of stalen rosje) aanvoelt.
Over customisen gesproken: op je kenteken zijn zes plekken voor vrij te spelen perks. Sommige simpele perks (extra snelheid elke keer dat je een boost pakt) nemen één plekkie in, terwijl de meer speciale perks (starten met twee boosts bijvoorbeeld) meer plekken innemen. Mocht het nog niet duidelijk zijn: Sonic Racing: Crossworlds wordt gekenmerkt door verregaande vrijheid. Welk voertuig, welke perks, welke…banen?! Jup!
More is meer…
Nadat je twee rondjes gereden hebt op een track, krijgt degene die vooroprijdt twee portalen voor z’n neus, die beide naar een andere track leiden. De koploper kiest in welke track de race voortgaat, en de rest volgt. Dat idee is leuk en zorgt voor wat afwisseling, maar het brengt ook een tactische laag met zich mee. Misschien zijn jouw voertuig en nummerbord wel gemaakt om te excelleren op tracks met veel bochten, of juist dat ene gekke level met bijna oneindig veel boosts. Het is dan vrij relevant om op het juiste moment voorop te rijden, zodat je ervoor kunt zorgen dat het deelnemersveld verder moet in een omgeving waar jij je als een, eh, bootje in het water voelt.
En ben je klaar met deze ‘crossworld’? Dan komt iedereen gewoon netjes terug op het oorspronkelijke circuit. Alleen…niets is hier meer hetzelfde. Dat dinoskelet dat stilstond tijdens je eerste rondjes loopt plotseling los rond om racers lastig te vallen. Dat spookhuis dat helemaal niet zo gek was? Daar rijdt bij terugkeer ineens de helft van de deelnemers op het plafond, terwijl de andere helft op een geheim stuk onder de baan terecht komt.
Die kleine, dynamische touches zijn heel tof. Maar veel belangrijker nog: het is exemplarisch voor Sonic Racing: Crossworlds. Dit is een game die nooit stopt met z’n ideeën, z’n wendingen, z’n kleurtjes en upgrades, onderdelen en trackwisselingen. Less is more is op papier een mooie filosofische gedachte, maar niemand in dit ontwikkelteam lijkt in die uitspraak te geloven. More is nog steeds niet genoeg, lijkt hier het devies. En hoe meer je doet, hoe moeilijker het wordt om alles dezelfde verfijnde aandacht te geven.
…maar more is niet genoeg
Die filosofie pakt even vaak wel goed uit, als dat het zichzelf in de vingers snijdt. Nieuwe personages om de zoveel weken pas vrijgeven is, eh, inderdaad uniek en anders. Maar het is ook een matig idee. Breng een dlc pack uit na twee maanden, of geef ons gewoon die personages. Tijdens het racen wordt er één rival aangewezen die net wat beter is dan de andere NPC’s (dit werkt), kun je een willekeurige race in een GP gewoon nog eens proberen als het resultaat je tegenstaat (dit werkt) en krijgt de winnaar van de allerlaatste race in een GP drie bonuspunten in het klassement (dit werkt, héél goed zelfs). Maar de overdaad aan ideeën en foefjes pakt op deze banen zelf minder goed uit.
De grote reden dat Sonic Racing: Crossworlds geen klassiekerstatus behaalt, is omdat het tijdens het racen allemaal een beetje té wordt. De tracks zijn wild, snel, kleurrijk en zo volgepropt met knipperende neonlichten, dat ik de gemiddelde epilepsiepatiënt deze game zou afraden. Tel daarbij op de extreme snelheid, ringen, continue baanwisselingen, om je oren vliegende wapens (die overigens een beetje meh zijn), ontploffingen, boosts en nog talloze andere kleurige voorwerpen/bonussen/objecten/aankleding onderweg en het is gewoon, nou ja, teveel more.
Al die afleidingen zorgen ervoor dat het racen zelf (waar ik eigenlijk tig alinea’s geleden over beloofde te praten) niet zo strak is als het had moeten zijn. Waar All-Stars (en ook Mario Kart) bewees dat chaos en strakke racecontrole prima hand in hand gaan, daar is Crossworlds voornamelijk gewoon gáán, zonder rem, zo hard mogelijk, zonder ultieme controle, maar wel met een hoop toeters en bellen. Een beetje hoe ik me voorstel dat de ontwikkeling van deze game is gegaan – liever meer dan beter.
Sonic Racing: Crossworlds is nu verkrijgbaar voor PlayStation 5, PlayStation 4, Xbox Series X en S, Xbox One en Nintendo Switch en pc, en komt ergens later dit jaar uit voor Nintendo Switch 2. Voor deze review is de game op PlayStation 5 gespeeld.
Sonic Racing: Crossworlds zit barstensvol alles. De hele kofferbak zit volgepropt met zoveel ideeën, opties, neon, chaos en chao’s dat de kwantiteit ten koste gaat van de kwaliteit. Tot op zekere hoogte is dat precies wat je wil als kartracer/partygame en de game is dan ook een voltreffer voor wie wat opvulling zoekt voor avondjes met vrienden. Stap één geslaagd, wat dat betreft. Maar de klassiekers uit het genre, de échte groten, die hebben daarnaast ook een precisie die ervoor zorgt dat je ook solo nog uren steekt in het bijschaven van honderdsten van secondes op je favoriete baan. Het is een niveau dat Crossworlds helaas nooit aantikt.