Je staart naar de etalage van een antiekhandelaar. Daar zie je een hoge, eikenhouten kledingkast met ronde poten, twee levensgrote deuren met bronzen klinken en franjes op de bovenkant die het helemaal afmaken. Je bent verliefd en je moet het hebben, omdat het je herinnert aan de pannenkoeken die oma altijd voor je bakte. Als twee weken later de bezorgers de kast komen afleveren, kom je tot de conclusie dat de rest van je huis veel te modern ingericht is voor een antieke schoonheid als deze.