PlayStation luidt een gametijdperk van positivisme in
Toen ik naar de Xbox Series X-presentatie van 7 mei keek, voelde ik dezelfde teleurstelling als velen. “Is dit nou waar we naartoe gaan met games als medium? Is dit de volgende generatie, de toekomst?” Deze desillusie heeft alles te maken met de duistere sfeer van de getoonde games. De grijze kleuren, het geweld, de mistroostige werelden en de ellendige thema’s. Is de echte wereld op dit moment niet al deprimerend genoeg?
Dom duister
Waar zijn games als Viva Piñata gebleven, waarin het niet gaat om levens nemen, maar het creëren ervan? Waar is de kleurrijke humor van LucasArts’ Maniac Mansion, Full Throttle en Day of the Tentacle? Het lijkt wel of Nintendo het alleenrecht heeft op games die plezier uitstralen en de rest van de industrie alleen maar boos en gewelddadig moet blijven. Ik mis creativiteit en zorgeloosheid, want volgens mij is dat precies wat we nodig hebben in tijden van #BlackLivesMatter en Covid-19; een beetje positivisme. Is het niet hoog tijd dat dat industrie haar culture verantwoordelijkheid neemt door vrolijkere, optimistische triple-A games te maken?
Even dacht ik dat we (weer) een generatie in zouden gaan van cultureel doofstomme games, van ontwikkelaars en uitgevers die maatschappelijke trends negeren. Want waarom niet gewoon luisteren naar wat aandeelhouders te zeggen hebben, (af)kijken wat de succesvolle concurrent doet en je beslissingen baseren op focusgroepen? Dat is de veiligste manier om keuzes te maken. In een miljoenenindustrie wil je natuurlijk zo weinig mogelijk risico lopen - er staat verdomd veel geld op het spel. Mainstream games moeten nu eenmaal massaal verkocht worden. Het is een groot risico om games te ontwikkelen die puur gebaseerd zijn op sterke, creatieve concepten die aansluiten op culturele tendensen.
Microsoft is nog een puber
Microsoft was duidelijk niet van plan om veel risico te nemen met de volgende generatie aan games en dus stond de Xbox Series X -presentatie in het teken van serieuze, kleurloze shooters zoals Bright Memory Infinite en Chorus, omdat mensen het nou eenmaal leuk vinden om te schieten. Ook zware horrorgames zoals Scorn en The Medium kwamen aan bod, omdat Resident Evil en The Evil Within lekker verkopen. Verder zagen we veilige vervolgen (Assassin’s Creed Valhalla, DiRT 5, Madden NFL) en de standaard pogingen om eindelijk de Japanse markt binnen te hengelen (Yakuza: Like A Dragon, Scarlet Nexus). Oh, en omdat alles toch wel heel duister en ellendig is, maar even een indie-palette cleanser tussendoor (Call of the Sea).
De enige games die er wat mij betreft enigszins tussenuit sprongen dankzij een originele insteek, zijn Vampire: The Masquerade - Bloodlines 2 en Second Extinction. Die eerste is onderdeel van een redelijk niche franchise die wel een flinke schare fans heeft, maar misschien niet helemaal een gegarandeerd succes is. Maar de sfeer? Inktzwart natuurlijk! In de tweede schiet je op dino’s, iets dat lekker dom klinkt, maar alsnog bloedserieus gebracht wordt en gedrenkt is in grijze tinten.
Begin mei zag de toekomst van games er dus grimmig en gritty uit, een bijna puberale fase waarvan ik hoopte dat de game-industrie er inmiddels wel overheen gegroeid was. De keuzes zijn aan de ene kant logisch, maar aan de andere kant was het precies niet wat ik wilde zien en nodig had. Had Microsoft in hun games wat meer contrast geboden met de echte wereld, dan had de presentatie er vermoedelijk heel anders uitgezien. Kleurrijker, vrolijker, positiever en misschien had er op een gegeven moment zelfs wel een dom liedje geklonken dat een even domme glimlach op ons gezicht had getoverd.
De line-up van de PS5 bewijst dat een optimistische insteek, een relevant thema niet in de weg staat.
-
Er toen was er licht…
Een paar weken later, tijdens de PlayStation 5-onthulling, zag de gametoekomst er opeens een stuk (roos)kleuriger uit. Het begon voor mij wat verwarrend, met Grand Theft Auto 5 die z’n derde generatie aan consoles aandoet, maar daarna volgde een stroom van verrassend veel positivisme. De grappigste Marvel-superheld krijgt een waardige opvolger (Spider-Man Miles: Morales) en er was de terugkeer van een vrolijk duo (Ratchet and Clank). We kregen een kijkje in een wereld zonder mensen maar heel veel katten (Stray) en zagen de comeback van een schattig mannetje (Sackboy: A Big Adventure).
Een kleurrijk feest van vernietiging (Destruction Allstars) werd opgevolgd door een aandoenlijk, magisch avontuur (Kena: Bridge of Spirits). Er was het tegenovergestelde van Second Extinction qua stijl, maar niet qua thema (Goodbye Volcano High) en een game over een ‘void’ die nog steeds een breder kleurenpalet heeft dan 9 van de 10 games in de Xbox Series X-presentatie (Solar Ash). Een stel blije bots maakt het geheel nóg vrolijker (Astro’s Playroom) en het geheel werd afgesloten met een werkelijk schitterende wereld van wilde natuur (Horizon Forbidden West)
De line-up van de PS5 bewijst dat een optimistische insteek, een relevant thema niet in de weg staat. Returnal lijkt mentale aandoeningen zoals trauma’s en depressies bespreekbaar te maken en Goodbye Volcano High brengt duidelijk een boodschap met zich mee over liefde en vergankelijkheid. Project Athia, Horizon Forbidden West en Pragmata lijken allemaal in meer of mindere mate milieuproblematiek aan de kaak te stellen, terwijl Oddworld: Soulstorm als vanouds gaat over het verlies van individuele spiritualisme door de invloed van corporatisme. Het mooie is dat dit perfect wordt gecombineerd met kleurrijke graphics en unieke insteken – in plaats van dat het elkaar in de weg staat, versterkt dit de boodschap alleen maar.
Dom liedje, slimme beslissing
Ik werd bovenal vrolijk van een game die zó afwijkend en bizar oogt, dat het bizar was om het spel onthuld te zien worden op de presentatie van een nieuwe console. Bugsnax gaat over pratende dieren die half insect, half snacks eten en er vervolgens in veranderen. Een idioot concept dat ondersteund werd door een minstens zo gestoord themalied: “Kinda bug and kinda snack, try to catch ‘em in your trap.” Ik vond deze geschifte ontsluiering zo aanstekelijk en aangenaam verrassend, dat Bugsnax bijna net zoveel indruk op mij maakte als de overweldigende, eerste beelden van Horizon Forbidden West.
Bugsnax zo’n prominente plek geven in de PS5-presentatie was een risico, maar zeker niet onverstandig. Het internet staat namelijk bol van de enthousiaste berichten en discussies over deze opvallende game; tussen een bombardement van indrukken heeft ontwikkelaar Young Horses duidelijk de aandacht op zich weten te vestigen. Ondanks dat het spel niet van Sony zelf is, gaf Sony wel de ruimte aan dit spel en dat is wat mij betreft het verschil tussen Sony en Microsoft.
Bugsnax staat bijna lijnrecht tegenover bijna alles wat er voor de Xbox Series X was onthuld: het is een lichtvoetig en onbeproefd concept, op een speelse en kleurrijke manier gebracht. Je kan mij niet vertellen dat er een focusgroep of aandeelhouder is geweest die de behoefte heeft uitgesproken aan een game over snackinsecten. Octodad, de vorige game van dezelfde ontwikkelaar, was een indiehit en verkocht bijzonder lekker, dus dat heeft absoluut meegespeeld. Toch lijkt het alsof niet alle gemaakte beslissingen voor de PS5-presentatie gebaseerd zijn op ratio, maar ook een beetje op gevoel.
Een hoopvolle toekomst
In plaats van puur reactionair bezig te zijn en voort te borduren op successen in het verleden, heeft Sony ook gekeken naar wat gamers de komende jaren nodig gáán hebben gebaseerd op culturele ontwikkelingen. Het is niet alleen grijs, zwart, geweld en dood wat de klok slaat op de PlayStation 5, maar pluizige beestjes met grote ogen, een juten zak met vele gezichtsuitdrukkingen… en Bugsnax natuurlijk.
Lees ook:
Opmerkingen