De Wii U heeft Nintendo gered
De Wii U was natuurlijk allesbehalve een succes. Het ding verkocht voor geen meter, het concept van een tweede scherm was niet duidelijk genoeg uitgewerkt - waardoor zelfs Nintendo er in de meeste gevallen geen raad mee wist - en de levensloop van de console werd dan ook flink ingekort. Het enige goede wat je over de spelcomputer kon zeggen, is dat er een aantal erg goede games op zijn verschenen.
Doordat de levenscyclus van de console werd afgekapt, lanceerde Nintendo vroeg in 2017 al diens opvolger, de Switch. Het leek op voorhand een lastige situatie voor het bedrijf te worden: de nieuwe console kwam middenin de lopende generatie van Sony en Microsoft uit, die respectievelijk met de PlayStation 4 en Xbox One flinke verkoopsuccessen hadden. Consoles die ook nog eens veel krachtiger zijn dan het hybrideapparaat van Nintendo.
Deze gok blijkt zich inmiddels echter ruimschoots uit te betalen. Er was in 2017 geen concurrentie in de vorm van een andere zojuist gelanceerde console, en consumenten konden hun geld daardoor gemakkelijker aan de relatief goedkope Switch uitgeven. Ditmaal spreekt het concept wel aan, waardoor de console en ook de games als zoete broodjes over de toonbank vliegen. Doordat weinig mensen een Wii U hebben gekocht, kon én kan Nintendo nog steeds op rustige momenten Wii U-games opnieuw verpakken en als nieuw op de Switch uitbrengen.
Mario Kart 8 Deluxe, Zelda: Breath of the Wild, New Super Mario Bros. U Deluxe, het aankomende Pikmin 3 Deluxe: het is een kleine greep uit de Wii U-spellen die ook op Switch verschijnen, en regelmatig veel beter verkopen dan de originele versies. Zeker tijdens deze onzekere coronatijden waarbij de ontwikkeling van games vertraging oploopt is dat een fijne bijkomstigheid. De Switch zelf prijkt sinds lancering meer wel dan niet bovenaan de verkooplijsten.
De ongelukkige levensloop van de Wii U is op meer vlakken een zegen. Doordat de Switch nu drieënhalf jaar verkrijgbaar is, hoeft Nintendo eind dit jaar niet met een opvolger op de proppen te komen. Sony en Microsoft lanceren eind dit jaar wel de PlayStation 5 en Xbox Series X. Natuurlijk kijken we massaal uit naar nieuwe hardware, maar een ongelukkigere timing hadden de bedrijven eigenlijk niet kunnen treffen.
Ga maar na: de samenleving voelt wereldwijd nog altijd de gevolgen van het coronavirus. Natuurlijk verkopen consoles en games beter dan ooit – veel mensen zitten immers thuis en vervelen zich – maar de situatie heeft veel invloed op de ontwikkeling van games. Zo zou Halo Infinite dé grote lanceringsgame voor de Series X moeten worden, maar het spel werd deze week uitgesteld naar 2021. Ik weet zeker dat Microsoft de Series X liever ook naar volgend jaar uit had willen stellen, maar het bedrijf kan en wil dit niet doen omdat de PS5 ook eind dit jaar uitkomt. Beide platformen hebben eind dit jaar voor zover bekend geen line-up om over naar huis te schrijven, en gamers klagen hier steen en been over. Corona is een meer dan geldig excuus, maar het is aan bedrijven om ons over de streep te trekken voor een aanschaf. Tot dusver slagen Sony en Microsoft daar nauwelijks in.
Er was in 2017 geen concurrentie in de vorm van een andere zojuist gelanceerde console, en consumenten konden hun geld daardoor gemakkelijker aan de relatief goedkope Switch uitgeven
-
Daarbij is het nog maar de vraag of consumenten eind dit jaar wel genoeg geld beschikbaar hebben voor de nieuwe spelcomputers. Deze lente was er nog genoeg spaargeld dat op kon gaan aan games, maar hoe ziet de economie er eind dit jaar uit, na de lockdown en tijdens de mogelijk heersende werkloosheid? Een console van pakweg 500 euro – en dan praten we nog niet over de games en accessoires – staat dan niet hoog op de lijst van noodzakelijke aankopen. Een veel goedkopere Switch met een inmiddels behoorlijk spellenaanbod om zo voor een schappelijke prijs toch de nodige ontspanning in huis te halen, is dan een aanlokkelijk alternatief.
Daarbij heeft Nintendo altijd nog een grote troef in handen: prijsdalingen. Het bedrijf heeft de Switch nog nooit af hoeven prijzen, en ook alle Nintendo-games gaan nog voor de volle mep over de toonbank. Het is waarschijnlijk niet eens nodig gezien het aanhoudende succes, maar als Nintendo er voor kiest om eind dit jaar vijftig euro van de prijs van de Switch af te halen en een Select-lijn uit te brengen waardoor evergreens als Zelda: Breath of the Wild en Mario Kart 8 Deluxe voor 30 euro per stuk te koop zijn, dan is het einde helemaal zoek.
Het is dan ook waarschijnlijk dat in de loop van dit najaar en gedurende 2021 de Switch nog heer en meester van de verkooplijsten blijft. De PlayStation 5 en Series X gaan vast prima verkopen – de harde kern koopt de nieuwe apparatuur blind – maar de Switch blijft voorlopig de markt domineren, reken daar maar op. Terwijl Sony en Microsoft dit najaar een bikkelhard gevecht aangaan, kan Nintendo vrijwel achterover leunen. Uit de brokstukken van de Wii U is de succesvolle Switch opgebloeid. Een betere situatie had Nintendo zich niet kunnen wensen.
Lees meer columns:
Opmerkingen