Er is deze maand veel te doen geweest rondom het burgerinitiatief Stop Killing Games, dat oproept om het ‘vermoorden van games’ te stoppen. Hoewel de boodschap – het speelbaar houden van games die consumenten aanschaffen - nobel klinkt, schiet het helaas z’n doel voorbij.
Stop Killing Games ontstond toen Ubisoft vrij letterlijk de stekker uit diens racegame The Crew trok, waarna een YouTuber besloot dat dit voldoende aanleiding was om uitgevers aansprakelijk te stellen voor het ‘vermoorden’ van games. Vanwege het consumentenrecht in Europa, met Ubisoft als Franse uitgever van The Crew, heeft de groep meerdere petities opgesteld, formele klachten ingediend en bij verscheidene overheden aandacht gevraagd voor dit probleem. Je hebt de enorme golf aan YouTube-video's, podcastgesprekken en vele socialmediaposts rondom het ontwerp waarschijnlijk al voorbij zien komen. Het is in ieder geval nog niet voorbij: de inzamelingsactie voor handtekeningen loopt nog tot eind juli en kan door iedere Europese burger worden ingediend.
De kwestie raakt mij zowel persoonlijk als professioneel, en voordat we ingaan op de materie is dat belangrijk om toe te lichten. Het grootste deel van mijn dagelijkse werk is namelijk het archiveren en preserveren van Nederlandse games bij Het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid in Hilversum. Beeld & Geluid is een voor de wet verantwoordelijke stichting om alles wat wordt uitgezonden op Nederlandse omroepen te archiveren. Natuurlijk is het medialandschap in Nederland allang niet meer beperkt tot de beeldbuis en de ether, dus bewaren we ook Nederlandse websites, podcasts, webvideo’s en games. Voor dat laatste materiaal zijn we wettelijk niet verantwoordelijk, maar we vinden het juist belangrijk om ook dit te bewaren in ons archief omdat het laat zien hoe media in Nederland wordt gemaakt en geconsumeerd.
Met het archiveren van games bewaren we spellen in speelbare vorm voor de eeuwigheid. Titels als A2 Racer, RedCat, Bomb Rush Cyberfunk, Reus, Toki Tori, King of the Bridge en textadventures uit 1980 als Nijmeegs Avontuur kunnen dankzij ons werk over driehonderd jaar net zo goed worden bestudeerd en begrepen als kunstwerken, films en boeken.
Games als cultureel erfgoed
Games zijn (Nederlands) cultureel erfgoed. Ze zeggen iets over de normen, waarden en cultuur in Nederland, dat we willen bewaren en doorgeven voor de toekomst. Het is een andere benadering dan ‘games zijn kunst’, want wat wel of niet kunst is, is grotendeels subjectief en wordt daardoor vaak niet in context bekeken. Bij onze collecties proberen wij dat juist wél te doen door inzicht te geven in hoe de games zijn gemaakt, verkocht, gepromoot, ontvangen én natuurlijk hoe ze werden gespeeld. We archiveren allerlei soorten games: voor entertainment (Herald, van Wispfire voor pc in 2025), educatie en onderwijs (RedCat, van Davilex Entertainment voor pc in 1996), als trainingsmiddel voor chirurgen (Underground van Grendel Games voor de Wii U in 2015) of misschien zelfs als politieke satire (KamerGotchi gemaakt door het team van Zondag met Lubach voor smartphones in 2017).
In Nederland is er geen wet die het archiveren van games verplicht. Zelfs voor projecten die zijn gefinancierd met belastinggeld zoals het Stimuleringsfonds, wat overigens wel gebeurt met films. Beeld & Geluid doet dit werk omdat we het belangrijk vinden om dit aspect van de Nederlandse cultuur te bewaren en veilig te stellen. Ook organisaties zoals het Home Computer Museum in Helmond en het Nationaal Video Game Museum in Zoetermeer doen iets vergelijkbaars, maar wat onze aanpak uniek maakt is dat wij games niet kopen of gedoneerd krijgen en op de plank zetten. Wij werken exclusief met de formele toestemming van de rechthebbende(n) van de games. Dat gaat dus om een Nederlandse gamegeschiedenis van meer dan 45 jaar, met tal van makers en uitgevers die niet meer bestaan, al drie keer zijn veranderd van naam of misschien zelfs zijn overgenomen door een grote internationale uitgever. Bepaald geen makkelijk werk, maar gelukkig wel heel leuk.
Niet voor gamebehoud
Na bovenstaande zou je vermoeden dat ik laaiend enthousiast ben over Stop Killing Games, maar dat is niet helemaal het geval. Dit burgerinitiatief gaat namelijk eerder over het beschermen van de consument, dan over het preserveren van games. Het initiatief claimt namelijk dat de koper van een game toegang tot een product wordt ontzegd, zonder voldoende te zijn geïnformeerd door de uitgever – zoals The Crew vrij plotseling offline werd gehaald. Stop Killing Games heeft dan wel gezegd dat het preserveren van games niet in de weg wil staan, maar de focus van diens missie ligt duidelijk elders.
Ik heb gemerkt dat die twee zaken de afgelopen maanden vaak door elkaar zijn gehaald in de communicatie rondom het initiatief. Is het beter als uitgevers transparanter en duidelijker hun klanten informeren over het feit dat ze games ‘huren’? Waarschijnlijk wel. Bevordert het de archivering van games als ontwikkelaars vanaf het begin rekening houden met een eindtraject voor hun (online) game? Mogelijk, mits een uitgever daar werk van wil maken. Speelt dit initiatief een specifiek narratief in de hand? Absoluut.
©GMRimport
Vooral dat laatste is relevant, want Stop Killing Games presenteert hun argument op een directe en soms bijna agressieve manier. Aanhangers op YouTube claimen dat uitgevers ‘jouw games kunnen afpakken’, en het initiatief zet zelf de toon met de beschuldiging dat uitgevers games ‘vermoorden’. Dat is bewust provocerend om de aandacht te trekken, maar werkt daarmee ook een bepaald gedrag in de hand.
Ik zou een slechte historicus zijn als ik niet zou opmerken dat het argument “gamers sta op en verdedig uw rechten” eerder werd gebruikt in 2014, tijdens de gamergate-haatcampagne. Intimidatie en doodsbedreigingen werden daarbij gestuurd naar makers, journalisten en critici die zich uitspraken over de giftige onderlaag van dat ‘debat’. Het was gedrag waar populisten met veel bewondering naar keken en lessen uithaalden voor onder andere de Amerikaanse verkiezingen van 2016. Ik huiver bij de gedachte dat we onder het mom van het beschermen van games een vergelijkbaar scenario in de hand werken. Zeker nu controversiële YouTubers als PewDiePie en Asmongold zich achter dit initiatief scharen en hun massale groep aan volgers inzetten om handtekeningen te zetten onder dit initiatief. Het is nu ‘wij tegen hen’, en de geschiedenis leert ons dat zulke scenario’s ontzettend slecht kunnen uitpakken.
Om dat ook maar gelijk uit de weg te hebben: ja, dit initiatief gaat expliciet over politiek. Het is een burgerinitiatief dat na validatie zal worden ingediend bij de Europese Commissie, dat mogelijk zal worden beoordeeld door het Europees Parlement en vervolgens vertaald moet worden naar wetgeving die impact zal hebben op bedrijven én consumenten door heel Europa. Games zijn, helemaal in dit geval, politiek.
Haalbaarheid
Naast de agressieve toon laat het initiatief ook belangrijke steken vallen, met name over hoe een dergelijk voorstel kan worden uitgevoerd en gehandhaafd. Richt de Europese Unie een organisatie op die elke game in ontwikkeling test op speelbaarheid? Dat klinkt onwaarschijnlijk. Zelfs PEGI werkt alleen met videobeelden van games voor hun beoordelingen, en dat is alleen omdat games anders niet verkocht mogen worden in Europa.
Video Games Europe, de belangenorganisatie van Europese game-uitgevers, kwam al eerder met een kritische reactie over de uitvoerbaarheid van dit initiatief. Hoewel ik dat argument té defensief vind, in het bijzonder dat dit creativiteit en innovatie zou tegenwerken, legt het wel enkele van de tekortkomingen van het Stop Killing Games-initiatief bloot. Stel dat iemand besluit om via de privéserver in een ‘niet-vermoorde game’ illegaal pornografisch materiaal te delen, is de maker of uitgever dan voldoende beschermd tegen de (juridische) consequenties of faciliteren ze daarmee onveilig gedrag voor spelers?
Ik begrijp heel goed dat je voorgaand voorbeeld misschien instinctief wegwuift onder de noemer ‘dat is iemands eigen verantwoordelijkheid’, maar we hebben het hier over de bredere impact die een dergelijk scenario kan hebben op de gamesindustrie door middel van wetgeving. Wat doet het ondersteunen van een online game met privéservers met de PEGI-beoordeling als dit niet langer in handen van de maker of uitgever is? Is een melding met “als uitgever mogen wij deze game op elk moment stopzetten” dan niet de oplossing? Jij koopt als speler namelijk tegenwoordig veelal een licentie voor een game, niet een product.
Wat als dit initiatief leidt tot een verankering van dat consumentenrecht? Waarbij wordt vastgelegd dat alle games abonnementen zijn die zo lang duren als dat de verkoper de service wil draaien? Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer complicaties er zijn met dit specifieke initiatief die averechts kunnen werken in het belang van spelers en de levensduur van games die je koopt als consument.
Start Saving Games
Ik zou daarom liever de conversatie over dit onderwerp willen verschuiven naar “Start Saving Games” in plaats van “Stop Killing Games”. Er moet vooral een zaadje worden geplant bij politici, makers, uitgevers en medewerkers in de game-industrie dat games het redden waard zijn . Niet alleen vanuit commercieel oogmerk, maar ook vanuit cultureel oogpunt. De game-industrie heeft namelijk te lang haar eigen geschiedenis en cultuur verwaarloosd, waar nu pas verandering in komt. Langzaam worden er stappen gezet om zelf archieven op te zetten, of soms samen te werken met bestaande instituten. Sterker nog, er zit potentieel geld in. Kijk naar het werk van Digital Eclipse met Atari 50: The Anniversary Collection of gepreserveerde games die te koop zijn via GoG.
Het belang van gamecultuur verankeren in Europese wetgeving is daarom veel doeltreffender dan het verhinderen van de vroegtijdige ‘moord’ op games. Het helpt de industrie, onze cultuur en ja, ook jou als speler. Het preserveren en beschermen van games is momenteel echter een bijzaak - een belangrijke laatste stap die nu te vaak wordt vergeten.
Wacht niet op morgen
Of Stop Killing Games verandering teweegbrengt merken we pas over jaren, maar daar moeten we niet op wachten. Cultuur maken we samen en games zijn daar een fundamenteel onderdeel van, maar worden nog niet zo erkend. Als de Nachtwacht in brand vliegt zal er worden gesproken van een nationale tragedie. Het wordt tijd dat we dat ook overwegen bij het verlies van een Awesomenauts, een Ridiculous Fishing of The Chronicles of Spellborn.
Hoe kunnen we dan nu al iets doen? Er worden door heel Europa al stappen genomen om games te preserveren samen met makers en uitgevers, zoals door de leden van EFGAMP, een collectief van Europese games archieven en musea. Je zal dat werk niet altijd zien, maar er timmeren ontzettend veel mensen aan deze weg. Geef ze daarom de ruimte en help ze waar je kan. Bewaar eens een opname van je game, schrijf op wat een spel voor jou zo bijzonder maakt of doneer je oude games aan een instituut als ze aansluiten op hun collectiebeleid. Zo red je niet de games van gisteren en vandaag, maar bescherm je ook die van morgen.