Alles over de Nvidia RTX 30-onthulling

Dit zijn de eerste drie kaarten in Nvidia’s Ampere-generatie

Wie recente Hardware Update-artikelen meegekregen heeft, kon al een aardig plaatje schetsen van wat dinsdagavond jongstleden ons zou brengen. Onder meer de prijspunten, fysieke grootte en het globale launch window lekten vervroegd uit, waarvan het gros nu enkel officieel bevestigd is.

Nvidia’s CEO Jensen Huang deed in de livestream het eerste drietal Ampere-kaarten uit de doeken, te beginnen met het RTX 3080-vlaggenschip (vanaf 719,00 euro), de RTX 3070-middenmotor (519,00 euro) en de bizar luxe RTX 3090-krachtpatser (1549 euro) — een regelrechte doorzetting van Nvidia’s enthusiast Titan-reeks.

Wat betreft beschikbaarheid zaten de geruchten er dan ook niet ver naast. De GeForce RTX 3080 moet (ook in de Benelux) vanaf 17 september lanceren, een week later gevolgd door de RTX 3090. De RTX 3070 volgt daarna pas, ergens ‘vanaf oktober’. Van een GeForce RTX 3060 was, niet geheel verrassend, nog geen sprake. In de voorgaande Turing-generatie liet de budgetkaart van dienst ook langer op zich wachten — iets wat bij Nvidia inmiddels de standaard lijkt te worden.

Desalniettemin spitste Huangs huiselijke presentatie zich vooral toe op de sprong die gemaakt wordt vanáf de Turing-serie. De Ampere-kaarten worden hoofdzakelijk neergezet als een doorgroei ten opzichte van de eerste RTX-kaarten, met een betere implementatie van de twee jaar terug geïntroduceerde technieken.

Ampere-kaarten moeten anderhalf tot twee keer zo krachtig zijn in ray-tracing en 4K-scenario’s, mede dankzij een tweede generatie RT-kernen, derde generatie Tensor-kernen en de groeiende synergie met AI-software als DLSS 2.0. Lees: krachtiger, maar ook slimmer met die kracht, aldus Nvidia zelf.

Prijsafwegingen, stroomrendement en andere details

Nvidia’s ‘grootste generatiesprong tot dusver’ maakt het dat de RTX 30-reeks ook financieel vele malen rendabeler is ten opzichte van diens voorgangers. Zo kent de RTX 3070 eenzelfde richtprijs als die van de RTX 2070 Super (à 539 euro), maar moet deze in games net zo krachtig zijn als de RTX 2080 Ti, welke toch ruim twee keer zo veel kostte (1.259 euro). In die zin levert deze generatie meer bang for your buck, vooral met het oog op 4K-prestaties en ray-tracing.

Verdere details die sinds gisteravond zeker zijn geworden (maar eerder zonder gêne uitlekten) blijken het unieke koelingsontwerp van de RTX 3090 — met ventilator op zowel de boven- als onderzijde — en kleinere printplaat, de inclusie van 24GB en 10GB razendsnel GDDR6X-geheugen van Micron en de samenwerking met Samsung voor hun 8nm transistor-architectuur.

Dat alles maakte Nvidia’s onthullingen des te minder verrassend, al doet het weinig af aan de overtuigingsfactor van de nieuwe generatie ‘groene’ videokaarten.

Waar Huang maar weinig woorden aan vuil maakte, bleken de stroomvereisten van het topsegment. Eerder lekte een unieke 12-pins stroomconnector uit voor de GeForce RTX 3090, welke afgelopen week in een

al bevestigd werd.

Een unieke stroomadapter blijkt in dat geval ook netjes meegeleverd te worden, maar van een ‘nieuwe voeding’ hoeft niet per se sprake te zijn. De RTX 3090 trekt volgens Nvidia’s officiële website een vermogen van 350 Watt, terwijl de RTX 3080 en RTX 3070 het doen met respectievelijk 320 Watt en 220 Watt. Nvidia raadt daarvoor ‘slechts’ een 750 Watt-voeding aan, al zou 650 Watt ook prima voldoen voor de RTX 3070.

Nvidia Broadcast, Omniverse Machinima, G-Sync Displays en RTX IO

Minder belangrijk voor de kwart miljoen gretige Twitch-kijkers, maar desalniettemin ook noemenswaardig: Nvidia’s toespitsing op optimalisering rondom de grafische motoren. Huang maakte gedurende zijn presentatie duidelijk dat Nvidia zich ook voortdurend in wil blijven zetten om gamers en andere technologie tegemoet te komen.

Allereerst zijn daar de content creators die vanaf deze maand gratis gebruik kunnen maken van de Nvidia Broadcast-software, welke met álle RTX-kaarten moet werken. Het programma zet de slimme Tensor-kernen in om, bijvoorbeeld, je microfoonuitvoer direct van efficiënte ruisreductie te voorzien of om je webcam-beelden dynamisch op te poetsen en achtergronden te verwijderen — zonder extra benodigdheden als een dieptesensor of green screen. Bekende concepten, maar nu iets slimmer uitgevoerd door je (peperdure) videokaart.

Mocht je een liefhebber zijn van in-game storytelling, dan komt Nvidia met een nóg niche-gerichter stuk software. De Omniverse Machinima App heeft iets weg van Nvidia’s Ansel-implementatie voor screenshots, maar maakt dat principe ook toepasbaar op video. Aan de hand van eerder onderzochte AI- en ontwikkeltechnieken wordt het nu ook voor internethelden makkelijker om unieke video’s te maken, mits games de applicatie ondersteunen.

In dat geval kunnen in-game personages geanimeerd worden aan de hand van webcamopnames, worden lippen gesynchroniseerd met enkel audiobestanden en kunnen chique particles toegevoegd worden aan doorsnee game-opnames. Dat is allemaal lang even belangrijk voor iedereen, maar het onderstreept hoeveel gekkigheid tegenwoordig haalbaar is aan de hand van je videokaart. Wanneer Omniverse Machinima precies uitrolt en welke games de applicatie (naast Mount & Blade II: Bannerlord) zoal willen implementeren, is onbekend.

Voor esports-atleten zet Nvidia zich op een verlaging van latency en verhoging van framerates, aan de hand van een nieuwe generatie G-Sync Displays. Deze nieuwe beeldschermen beschikken over 360Hz IPS-panelen, Nvidia’s zogenaamde Reflex Latency Analyzer (een hardware-gedreven optimalisering van de render-pijplijn) én de mogelijkheid om je muis direct in de monitor te pluggen.

Hoe dat laatste precies werkt is nog onduidelijk, maar de doelstelling is helder: Nvidia wil invoervertraging op alle mogelijke manieren minimaliseren. In ieder geval Acer, Alienware, ASUS en MSI staan paraat om ‘deze herfst’ een dergelijke G-Sync monitor op de markt te zetten.

De optimalisering waar álle pc-gamers baat bij hebben, is te vinden in RTX IO: een nieuwe vorm van decompressie voor game-bestanden. Naarmate de vraag naar 4K-textures en in-game details groeit, zijn er alsmaar meer CPU-kernen benodigd om al die pakketjes speldata ‘uit te pakken’. Nvidia hoopt ook die pijpleiding te versoepelen, aan de hand van hun nieuwe opslagmethode. Zie het als Nvidia’s antwoord op Sony’s razendsnelle PlayStation 5-beloftes met hun unieke SSD en bijbehorende compressie.

In het geval van RTX IO worden de bestanden niet door de centrale processor uitgepakt, maar door de GPU zelf, zodat de data ook sneller op het videogeheugen gezet kan worden. Dit zou de CPU-lading met twintigvoud moeten verlichten, en werkt volgens Microsofts DirectStorage-protocol. Een regelrecht voorbeeld van hoe dit werkt of welke laadtijden met RTX IO geëlimineerd kunnen worden, bleef gisteravond helaas uit.

Okay, wat nu?

Tot dusver de hoogtepunten uit

— we zijn weer helemaal bijgepraat. De Ampere-generatie is met daadkracht aangekondigd en zal de komende twee jaar ongetwijfeld uitdijen, maar het balletje ligt nu weer bij concurrent AMD. De zogenaamde videokaart-comeback van het rode kamp staat volgens de geruchten nog altijd gepland voor ‘eind 2020’ (met niet de minste geruchten rondom een novemberverschijning), maar AMD houdt de lippen vooralsnog stijf.

Hopelijk staakt die radiostilte binnenkort, zodat we ook een kijkje in de spreekwoordelijke (dan wel daadwerkelijke) keuken van Lisa Su en haar 'Big Navi'-kaarten kunnen krijgen...