Pokémon Legends: Arceus is vooral mooi van binnen
“Hoe kun je in hemelsnaam de lelijkste AAA-game van het jaar benoemen als je favoriet?”, is waarschijnlijk de eerste reactie van iedereen die dit stuk leest, zelfs die van Pokémon-fans. Toch is er bij mij geen twijfel over mogelijk. En dat is best bijzonder voor een Platinum Elden Lord met een beeldje van Melania, Blade of Miquella, op zijn nachtkastje en bureau. Ik claim ook niet dat Arceus beter is dan Elden Ring, maar waar laatstgenoemde mij deed verlangen naar FromSoftware-titels van weleer, gaf Pokémon Legends: Arceus mij hoop voor de toekomst.
Gotta catch ‘em all
Dat is niet vanwege de graphics. Het bleek ook zeker niet de ‘Pokémon: Breath of the Wild-game’ te zijn waar we al jaren op hoopten. Maar het biedt wel iets anders dan al die andere Pokémon-games van de afgelopen jaren. Voor het eerst ligt de nadruk op het vangen van alle verschillende monstertjes, in plaats van het vermoorden ervan. De magie van de anime heeft ‘m voor mij altijd gezeten in het gevoel van avontuur en het ontdekken van een wonderbaarlijke wereld waarin mens en pokémon vreedzaam samenleven. Natuurlijk wordt er gevochten, maar het is niet zo dat Ash er dagelijks op uitrekt om iedere pokémon in elk grasje van kant te maken.
De slogan is toch echt ‘gotta catch ‘em all’ en niet ‘gotta kill em all’. Laat dat nou precies zijn wat ik heb gedaan: álles gevangen in die gehele game. Meestal stagneert dat na het verslaan van de Pokémon League, maar ditmaal niet. En dat terwijl je in deze game niet eens beloond wordt met een Shiny Charm. Al heb je die in Pokémon Legends: Arceus ook totaal niet nodig, want daarin wordt je doodgegooid met shiny’s.
Zinvol geweld
Dat het zwaartepunt wat mij betreft wat meer op het verzamelen mag liggen, betekent overigens niet dat ik toekomst zie in Pokémon-games zonder enige vorm van uitdaging. Want laten we wel wezen, de grootste uitdaging van die hele game is het trouw blijven lezen van doelloze dialogen. In dat opzicht is het nog even zoeken naar de juiste balans voor ontwikkelaar Game Freak. De oude games zijn te moeilijk en de nieuwe te makkelijk, al had Gamer.nl-redacteur Marcel Vroegrijk daar een Van Gaal-achtige verklaring voor tijdens de Bonuslevel-podcast: “Worden de Pokémon-games steeds makkelijker, of worden wij gewoon ouder?”
Want inderdaad, we lopen niet meer om de haverklap tegen een muur aan omdat we geen Engels spreken en begrijpen inmiddels ook dat passieve aanvallen als Sword Dance en Curse daadwerkelijk handig kunnen zijn. Anderzijds kunnen fouten als onomkeerbare HM-aanvallen worden hersteld, hoef je eigenlijk maar één pokémon in je party te trainen vanwege XP-share en lijken gymgevechten (behalve Cynthia in BDSP) toch echt een stuk makkelijker geworden. De waarheid ligt waarschijnlijk ergens in het midden. Het is in ieder geval goed om te zien dat Game Freak iets meer van het bewezen concept durft af te wijken, zonder het direct als spin-off neer te zetten.
Het is goed dat Game Freak iets meer van het bewezen concept durft af te wijken, zonder het direct als spin-off neer te zetten
-
En niet zonder succes, want de game verkocht prima, ruim 12 miljoen stuks zelfs. Daarnaast zien we veel gameplaymechanieken terug in de nieuwste Pokémon-games, Scarlet en Violet. Denk bijvoorbeeld aan levensgrote 3D-modellen, het voortbewegen op pokémon, het fysiek kunnen spotten van shiny pokémon en misschien wel het allerbelangrijkste: een open spelwereld.
Droomwereld
Je kunt gerust van een geslaagd experiment spreken, want zonder Pokémon Legends: Arceus hadden Scarlet en Violet er wellicht heel anders uitgezien en waren ze mogelijk weer afgestapt van een ‘open wereld’. Hiermee claim ik trouwens niet dat Scarlet en Violet geweldige games zijn, maar ze zijn tenminste interessant omdat ze anders zijn dan de vorige acht delen, zo vindt ook Jacco in zijn review van de games. Net als Pokémon Legends: Arceus dus. Ja, de spelwereld oogt wat kaal en er is nauwelijks sprake van opvallende vegetatie of levendige steden, maar het voelde voor mij voor het eerst alsof ik in één van mijn kinderdromen aan het rondlopen was. Dat heb ik voorheen alleen in (New) Pokémon Snap ervaren, alleen dan zonder de mogelijkheid om zelf rond te lopen dus.
De kick van het per ongeluk tegen het lijf lopen van een dertig meter hoge Steelix is onbeschrijflijk, en er gaat niets boven het zien gedijen van een wilde familie Ursaring. Je beseft je pas echt hoe indrukwekkend bepaalde pokémon zijn wanneer je bijvoorbeeld geen hand voor ogen ziet op een besneeuwde bergtop en je ineens oog in oog met een Beartic staat. En het mooie is, er zijn inmiddels zoveel pokémon dat je ieder denkbaar hoekje in alle biomen kunt vullen. Het pokémon-ecosysteem is er helemaal klaar voor en daar geeft Game Freak ons een heerlijk voorproefje van in Arceus.
Pokémon Legends: Arceus was misschien een kleine stap voor de fanbase, maar een gigantische sprong voor Game Freak. En aan de verkoopcijfers van Scarlet en Violet te zien, blijven er ongetwijfeld stappen gezet worden. De gewilde Pokémon: Breath of the Wild is voorlopig nog niet in zicht, maar ik heb in ieder geval hoop voor de toekomst. Dat hebben we aan Pokémon Legends: Arceus te danken, het lelijke eendje van 2022.
Pokémon Legends: Arceus is verkrijgbaar voor Nintendo Switch. Lees hier voorgaande artikelen uit de Favorieten van de Redactie-rubriek.
Opmerkingen