Transformers One filmreview - Rolt lekker uit de verf
Ja, ik ging niet naar de vroege voorstelling van Transformers One omdat ik les had. En nee, ik wil het er niet over hebben. Waar we het ook liever niet over hebben, zijn de Transformers-films van Michael Bay. Begrijp me niet verkeerd, ik was als jochie echt geobsedeerd door die films, en tot op de dag van vandaag zijn de effecten en cgi nog van de bovenste plank. Toch zet ik dezer dagen vele malen liever Bumblebee, Rise of the Beasts of - en dit is de beste - Transformers Prime weer aan. Met veel blijdschap kan ik nu dan ook melden dat Transformers One zich bij die tweede groep mag scharen.
Prime-a origin
De titel is misschien ietwat verwarrend, maar de film deelt vrij duidelijk geen canon met de zweterige Bay-films. Transformers One neemt ons mee naar het begin van het welbekende conflict tussen de Autobots en Decepticons. Daarbij volgen we Optimus Prime en Megatron voordat ze onder die namen bekend staan.
Orion Pax - Prime, ingesproken door Chris Hemsworth - en D-16 - Megatron, vertolkt door Brian Tyree Henry - waren namelijk dikke maatjes voordat ze jarenlang met elkaar op de vuist gingen. Buiten een flinke dosis Transformers-lore die continu op je afgevuurd wordt is deze relatie de kern van Transformers One, en de onvermijdelijke breuk tussen de twee is verrassend dramatisch en emotioneel.
Het duurt niet al te lang voordat de gaten in de vriendschap beginnen te vormen, gezien de film een vrij rap tempo aanhoudt. We weten allemaal al waar we naartoe gaan, dus One verspilt weinig tijd. Hier en daar mocht er trouwens wel een beetje op de rem worden getrapt. Vooral in de eerste akte, die in vergelijking met de rest van de film een stuk joliger is - vooral dankzij Keegan-Michael Key’s vermakelijke performance als B-127/Bumblebee.
Een aantal van die grapjes hadden voor mijn part beter ingewisseld kunnen worden voor een paar serieuze momenten waarin we de connectie tussen Orion en D-16 écht goed te zien krijgen. De eerste akte is wat kinderachtig, wat logisch is voor een kinderfilm. Na een tijdje transformeert - ja, ik hoor je zuchten - de sfeer daarentegen behoorlijk.
Badassatron
Het ‘beste vriend wordt mijn grootste vijand’-cliché kan over het algemeen makkelijk frustrerend of onlogisch aanvoelen wanneer alles opgelost kan worden met een gesprek tussen de twee personages. Transformers One pakt Megatrons ‘val’ daarentegen erg geloofwaardig aan, waarbij het meeslepende stemwerk van Brian Tyree Henry ook goed naar voren komt. Megatrons motivatie wordt begrijpelijk zonder dat het de kwaadaardigheid in de weg zit.
Het verhaal van Optimus begint ook op een onverwachte manier, maar de manier waarop hij steeds meer begint te lijken op de Autobots-leider die we zo goed kennen, voelt zeer natuurlijk. Dat wordt ook gereflecteerd in Hemsworths stem. Aanvankelijk was ik sceptisch over de casting, maar hoewel hij geen Peter Cullen is komt de Australiër uiteindelijk goed in de buurt, wat al een grandioos compliment is.
Als we eerder wat meer serieuze momenten tussen Orion en D hadden gezien, zou hun laatste confrontatie net zo hard aankomen als Anakins gevecht tegen Obi-Wan in Star Wars. Zoals het staat is het nog steeds ontzettend meeslepend om de twee elkaar uit het oog te zien verliezen, maar het gevoel dat er meer in zit blijft een beetje knagen. De film laat daarnaast genoeg ruimte over om verdere conflicten tussen de twee te ontdekken, maar sluit dit verhaal ook gewoon op een effectieve manier af.
Boem, boem, pieuw, pieuw tot de kern
Transformers-films hebben er altijd erg goed uit gezien. Zeg wat je wil over de Bayverse, maar de cgi en het sounddesign in die films is echt subliem. Toch gaat mijn voorkeur uit naar de geanimeerde stijl van Transformers One. Het helpt wel dat deze film zich geheel op Cybertron afspeelt en dus geen rekening hoeft te houden met de Shia LeBeoufs en Mark Wahlbergs van onze wereld. De hoeveelheid kleurrijke en unieke Robots in Disguise die gedurende de film voorbij komen is indrukwekkend, en de verschillende biomen van Cybertron zijn prachtig weergegeven. Van een gigantische metalen stad met torens die van het plafond hangen tot mijnschachten, bossen en savannes: de animatie is steengoed.
Het bijkomende voordeel van een animatiefilm is dat de actie een stuk creatiever kan worden vormgegeven, dus ook daar maakt One gretig gebruik van. Sure, de klappen hebben iets minder punch dan wat we gewend zijn, maar de vloeiende manier waarop de personages bewegen en door hordes aan vijanden beuken compenseert daar met gemak voor. Als strik om dit prachtige pakket brengt de muziek het ook nog eens allemaal samen. Brian Tylers epische soundtrack met hier en daar subtiele elektronische tonen sluit perfect aan bij deze versie van de Transformers.
Ik heb genoten van Bumblebee en Rise of the Beasts, maar Transformers One heeft me meer dan die films weer geënthousiasmeerd voor de toekomst van de franchise. Net als Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutant Mayhem en de Spider-Verse-films zet One een nieuwe versie van geliefde personages neer, en weet daar direct een vermakelijk en meeslepend verhaal van te maken. De emotionele kern waar de film op leunt komt niet zo hard aan als gehoopt, maar is sterk genoeg en laat eventuele ruimte over om een geheel nieuwe saga aan op te hangen. Ik ga er, net zoals toen ik nog een jochie was, met plezier voor zitten.
Transformers One draait nu in de bioscoop.
Opmerkingen